In 1980, toen Ronald Reagan zittend president Jimmy Carter wegvaagde in de verkiezingen, was de helft van de Amerikaanse kiesdistricten nog 98% blank. Vandaag is dat in amper 5% van de kiesdistricten nog het geval. Tegen 2042 zijn blanken sowieso een minderheid in de VS.

In 1950, toen Donald Trump vier jaar oud was, zag de VS er zo uit: 87,5% blanken; 10% zwarten en 2,1% hispanics (latino’s). Vijftig jaar later zag het er zo uit: 63,7% blanken, 12,3% zwarten en 16,3% latino.

Vooral de jongste 15 jaar is het aandeel van latino’s immens toegenomen. Er werden er nog ongeveer 35 miljoen geteld in 2000. Nu gaat het richting 55 miljoen.

Er zijn nu al twaalf steden in de VS waar meer dan een miljoen latino’s wonen. In Los Angeles zijn het er ondertussen 5,8 miljoen, in New York 4,3 miljoen. Houston, San Bernardino, Chicago, Dallas: rond de twee miljoen. Miami: anderhalf miljoen.

In New Mexico maken latino’s ondertussen 46% van de bevolking uit. In Californië en Texas is dat 37%. Maar ook in Colorado, New Jersey, de staat New York en Illinois draait het rond de 20% ondertussen.

Blanke christenen al tegen 2024 in de minderheid

Als we gaan kijken welke origine die ondertussen meer dan 50 miljoen (legale) latino-Amerikanen hebben, dan blijkt 63% uit Mexico te komen (32 miljoen), 9% uit Puerto Rico, 3,5% uit Cuba en 3,3% uit El Salvador. Maar er zijn ondertussen ook al meer dan anderhalf miljoen Dominicanen bijvoorbeeld.

In totaal bijna 30 verschillende nationaliteiten. En die komen niet altijd goed overeen trouwens. Als de huidige demografische trends zich doorzetten – en er is niet echt een reden om daar aan te twijfelen – dan zullen er tegen 2042 meer Spaanssprekenden in de VS zijn dan blanke Amerikanen.

Blanke Amerikaanse christenen zullen overigens al tegen 2024 een minderheid zijn: ze maken dan nog 47% uit van het kiespubliek. In 1994 was dat nog 74%, nu is dat 58%.