Het aantal definitieve schorsingen op scholen steeg sinds het schooljaar 2013-2014 met 40 procent. Vorig schooljaar liep het cijfer op tot 2387 leerlingen. Dat blijkt uit het jaarrapport van het Centrum voor Leerlingen Begeleiding (CLB). Toch is schorsen volgens experts, het CLB én ook leerlingen zelf geen oplossing.
De 16-jarige Hamza werd de voorbije jaren drie keer van school gestuurd. “Ik weet nog niet of ik een nieuwe school moet zoeken”, vertelt de tiener uit Borgerhout. “Mijn gedrag is altijd een probleem op school.”
Schorsen vindt Hamza geen oplossing. “Praten wel”, antwoordt hij. “Wat ga ik van thuis te zitten, kunnen leren? Ik kijk daar gewoon naar vier muren. Ik wil gewoon een goede jongen worden, maar wat er nu in mij zit, kan ik niet zomaar weggooien.”
De oplossing die hij zelf ziet? “Ik ben vijf weken bij ARKTOS in Merksem geweest (een Vlaams expertisecentrum dat kinderen en jongeren wil helpen aansluiting te vinden bij de school, werk en samenleving, red.). Daar leerden we in groep te leven, door activiteiten zoals samen koken”, vertelt Hamza. “Na die vijf weken was mijn gedrag verbeterd. Al geef ik toe dat het daarna opnieuw achteruit ging.”
Volgkaarten
Ook de 23-jarige Dijle werd meerdere keren van school gestuurd. “Ik was betrokken bij ruzies, luisterde amper”, legt ze uit. Toen vond de twintiger dat de school overdreef, nu begrijpt ze de reactie wel. “Als iemand al veel kansen heeft gekregen, kan je die moeilijk op school houden.”
De laatste schorsing vindt Dijle nog steeds onterecht. Ondertussen heeft ze school achter zich gelaten en is ze aan het werk. Hoe ze nu terugkijkt op de methodes van toen? “Ik kreeg meerdere keren een volgkaart van de leerkrachten. Daardoor moest ik zelf aan mijn gedrag werken.”
Zo’n kaart wordt door leerkrachten gebruik om feedback te geven op werkpunten van leerlingen. “Op zich is zo’n kaart wel goed. Al is het toch ook altijd een soort bedreiging. Als er te veel negatieve punten werden aangeduid, zou ik buitenvliegen.”
Groepsoverleg
Onderwijswetenschapper Peter Van Petegem van de Universiteit Antwerpen bevestigt het aanvoelen van de leerlingen – dat schorsing geen oplossing is voor de problemen. “Al kan ik me voorstellen dat er situaties bestaan waar een school schorsing als noodzakelijk ervaart. Er zijn ook grenzen aan wat een school aankan”, aldus Van Petegem.
Maar zo geraakt de kern van het probleem dus niet opgelost. “De situatie of het probleem van de jongere blijft bestaan”, klinkt het. “De school blijft functioneren, terwijl er ook daar misschien factoren zijn die bijdragen aan het probleem.”
Van Petegem stelt dat er gezocht kan worden naar oplossingen die uitsluiting niet nodig maken. Eén daarvan: ‘herstelgericht groepsoverleg’. “Een aanpak die vruchtbaarder en relevanter is dan iemand uitsluiten.”
Zo’n herstelgericht groepsoverleg bestaat uit verschillende fases. Eerst wordt apart met de betrokken partijen gesproken. Daarna volgen gespreksrondes waarbij de verschillende partijen aan elkaar uitleggen waar het probleem zit. Als slot wordt er een overeenkomst opgesteld waarin beschreven staat hoe alles aangepakt moet worden. “Zo krijgen de mensen die een conflict hadden opnieuw vertrouwen in elkaar”, legt Van Petegem uit.
Tijdig ingrijpen
Ook Stefan Grielens, directeur van de vrije CLB’s, bevestigt dat de schorsing op zich geen oplossing is. “Je moet er alles aan doen om te vermijden dat kinderen van school gestuurd worden”, aldus Grielens. “Maar soms is het ook een allerlaatste redmiddel, wanneer de school geen andere mogelijkheid meer ziet.”
Herstelgericht werken is volgens Grielens belangrijk. “Maar daarvoor is het cruciaal dat er tijdig wordt ingegrepen in het conflict”, aldus de directeur. “Wanneer er niet tijdig hulp wordt gezocht, kunnen de relaties dusdanig verziekt zijn dat een herstelgerichte bemiddeling niet meer helpt. Of ontstaat er een dynamiek, waarbij men niet meer gelooft in een oplossing.”
Het volledige jaarverslag van het CLB vind je hier.
© 2017 – StampMedia – Stien Verdick