Niet akkoord met jouw examenuitslag? Wat kan je doen? En hoeveel kans maak je om te winnen van de universiteit?

Wie is er nog niet van een examen teruggekomen denkende dat je richting grote onderscheiding gaat, om dan bij de bekendmaking van de punten een koude douche te krijgen: je hebt een buis. Wat kan je daar dan aan doen? En wat is de kans dat je ook daadwerkelijk je gelijk krijgt?

De bekendmaking van de examenpunten is altijd een zenuwslopend moment. Plots staan je punten daar, en dan kan het soms een enorm koude douche zijn als je betere punten had verwacht dat dat er op het scherm verschijnen. Iedereen heeft het wel al eens meegemaakt. De eerste reactie is dan bij iedereen hetzelfde: “dit kan niet, dit moet een fout zijn”. Soms lijkt of voelt het alsof je oneerlijk behandeld bent. En in sommige gevallen is dat ook gewoon zo.

Er is dan ook een groeiend gevoel onder studenten dat ze beslissingen waarvan zij denken dat ze onjuist zijn, kunnen gaan aanvechten. Meer dan ooit wordt er beroep aangetekend tegen examenbeslissingen. Getuige daarvan zijn de jaar na jaar stijgende cijfers van het aantal beroepsprocedures bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen. Waar we in 2007 nog maar aan 89 verzoekschriften zaten, ging het in 2010 al om 130 zaken, in 2013 waren het er 413 en in 2015 al 694, dat blijkt uit de cijfers van de Raad. Een bijna zevenvoud van het aantal zaken dus in vergelijking met 2007. Er zijn nog geen algemene cijfers vrijgegeven in verband met 2016, maar uit alle informatie lijkt dat cijfer ook vorig jaar nog te zijn gestegen.

70 procent van die verzoekschriften gaat over examenbeslissingen. Het overgrote deel van de klachten gaat dus over punten op het examen. Maar stel dat jij inderdaad minder punten hebt gekregen dan je verdient. Hoe moet je dat dan aanpakken? Wat moet je allemaal doen om dat aan te vechten?

Cijfers nuanceren

De cijfers van de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen moeten trouwens nog worden genuanceerd. Want voor je naar de Raad stapt, moet je eerst een interne procedure doorlopen. Dat wil zeggen dat je eerst je eigen universiteit moet aanspreken. Geven zij jou een negatief antwoord, dan kan je voor een externe procedure kiezen en naar de Raad stappen. De cijfers die de Raad geeft, zijn dan ook enkel die zaken die niet in een interne procedure zijn opgelost.

Je moet dus alles eigenlijk in eerste instantie met je eigen universiteit regelen. Let op, je hebt maar zeven kalenderdagen om een verzoekschrift in te dienen. Die zeven dagen gaan in de dag na je proclamatie. Het elektronisch meedelen van de punten wordt hier ook als proclamatie gezien. Wacht er dus niet te lang mee.

iStock

Kijk altijd eerst je examen in

Voor je naar de ombudsman stapt of al een verzoekschrift indient bij je faculteit of universiteit, vraag je best eerst eens feedback van je professor. Op de website van de universiteit van Antwerpen raden ze je dat ook aan. Ook bij KUL leggen ze daar de nadruk op. “Het is noodzakelijk om eerst feedback te vragen bij de examinator vooraleer je beroep aantekent”, staat er te lezen. Opmerkelijk is dat ze hier bij UGent en VUB niets over zeggen. Daar wordt gewoon uitgelegd hoe je een interne procedure kan doen starten. Bij UGent is het zelfs echt zoeken voor je informatie vindt over mogelijke betwisting van je punten …

Het inkijken van het examen kan een aantal voordelen hebben. Het zou immers altijd om een foutje kunnen gaan: punten die foutief zijn opgeteld of verkeerd zijn ingegeven. Het zou niet de eerste keer zijn dat er 5 is ingegeven hoewel het 15 zou moeten zijn. Dat merk je dan ook snel als je je examen gaat inkijken. Ligt het daar niet aan, dan kan je nog steeds zien waar jij mogelijks in de fout bent gegaan. Domme foutjes kunnen iedereen overkomen. Zonder de stress van het examen merk je die dingen vaak al sneller op. Meestal is de prof zelf aanwezig, anders is er altijd een assistent. Zij kunnen je punten ook toelichten en vermelden waar je wat meer had kunnen doen. Dat is dan ook meteen de eerste mogelijkheid om je onvrede in verband met je punten uit de doeken te doen.

Is er geen foutje begaan en geeft de professor niet toe, maar heb je toch nog steeds het gevoel dat je oneerlijk behandeld bent en te weinig punten hebt gekregen, dan pas kan je denken aan het opstarten van een interne procedure. Maar let op, want soms kan je je examen maar inkijken na het verstrijken van de termijn waarin je beroep kan aantekenen. Je hebt wel de mogelijkheid om al een, zogenaamd, ‘bewarend’ beroep in te dienen. Je geeft zo te kennen dat je een beroepsprocedure wil opstarten, maar je hoeft nog geen uitgebreide motivering te geven. Dat moet dan maar na het feedbackgesprek. Pas op, dit mag ook niet te lang op zich laten wachten. Vaak mag je maar je aanvulling sturen vijf tot zeven kalenderdagen na het verstrijken van de beroepstermijn. Wanneer die feedbackmomenten vallen, hangt af van universiteit. Maar meestal vinden ze heel snel na het aankondigen van de punten plaats. Kijk dat allemaal dus eerst heel goed na.

iStock

Interne procedure

Als je toch beslist om een interne procedure te starten, kan je best eens op de site van je universiteit opzoeken hoe bij jou wordt aangepakt. Bij de universiteit van Antwerpen, vragen ze om contact op te nemen met de ombudspersoon van jouw faculteit. Die zal je dan begeleiden in de beroepsprocedure die moet doorlopen worden. Dat is trouwens altijd een goede optie. Een ombudspersoon moet neutraal zijn. Hij of zij zal dus niet de kant van de professor of de universiteit kiezen.

Studenten aan de KUL moeten enkel een webformulier invullen. Problemen met het doorsturen of werk je via een advocaat (die geen toegang heeft tot jouw inloggegevens), dan kan je het ook gewoon doormailen. Aan de universiteit van Gent is het allemaal wat minder gebruiksvriendelijk. Informatie over de beroepsprocedure moet je gaan opzoeken in het onderwijsreglement. Je moet aan UGent een “ondertekend en gedagtekend verzoekschrift” indienen en dat “per aangetekend of ondertekend schrijven”. Daarnaast moet het ook per mail worden bezorgd. Ook aan de VUB moet de aanvraag zowel per aangetekende brief als per e-mail worden bezorgd, al bieden ze daar wel een invulformulier aan.

In principe heb je dan een uitspraak binnen 15 of 20 kalenderdagen na het indienen van je verzoekschrift.

Externe procedure

Heb je na het feedbackgesprek toch nog het gevoel dat je meer verdiende en oordeelt de universiteit na de interne procedure niet in jouw voordeel, dan pas kan je naar de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen stappen. Ook hier heb je weer zeven kalenderdagen de tijd om beroep aan te tekenen. Die termijn gaat in de dag nadat de universiteit hun beslissing in verband met de interne procedure heeft bekendgemaakt.

De Raad stelt zelf een ‘modelverzoekschrift’ voor dat gebruikt kan worden om beroep aan te tekenen. Je moet dat, en de nodige extra documenten, aangetekend opsturen naar de Raad. Je moet hier ook een kopie van bezorgen aan je universiteit, en dat ook aangetekend per brief. Je kan al deze informatie vinden op de site van Onderwijs Vlaanderen, maar je universiteit is verplicht om de nodige info om verder beroep aan te tekenen ook te vermelden op hun uitspraak. Gebeurt dat niet, dan is de termijn waarin je in beroep kan gaan een pak langer: 4 maanden, startende na de kennisgeving van de interne beroepsbeslissing. Een uitspraak volgt, normaal gezien, binnen de 20 dagen na het indienen van het beroep.

iStock

Heb je wel kans om je gelijk te halen?

Als je zover gaat om bij de Raad beroep aan te tekenen op de uitspraak van je universiteit, hoe groot is de kans dan echter nog dat je je gelijk kan halen? Die blijkt nog redelijk groot te zijn. Als dossiers over leerkredieten en overmacht (die atypisch zijn ten opzichte van de andere dossiers omdat deze voor het overgrote deel gegrond worden verklaard), dan werden in 2015 van de 304 overige dossiers er 190 ‘ontvankelijk’ verklaard (62,5 procent). Dat wil zeggen dat aan alle modaliteiten werd voldaan en het dossier dus ten gronde werd behandeld.

Van die 190 dossiers waren er 114 ook gegrond, dus kreeg de student zijn gelijk. In 37,5 procent van de 304 dossiers werd de student dus in zijn gelijk gesteld. Als we enkel kijken naar het aantal ontvankelijke dossiers, is dat zelfs 60 procent. 60 procent van de dossiers die aan alle modaliteiten en voorwaarden voldeden, kreeg dus een positieve antwoord. Dat is toch wel een onverwacht hoog cijfer.

Conclusie

Als je twijfelt over de correctheid van je punten, is het altijd slim om eerst je examen te gaan inkijken en eventueel je twijfels al te uitten tegen je professor of zijn assistent. Denk je echt dat je veel hogere punten verdiende en kan je maar na een week na de bekendmaking van je punten je examen inkijken, dan kan je best al een interne beroepsprocedure opstarten. Die is dan voorwaardelijk tot je het feedbackmoment hebt gehad. Bezorg je daarna de universiteit geen extra info, zal de procedure ook niet opgestart worden.

Heb je na dat feedbackgesprek toch nog steeds de indruk dat jou onrecht is aangedaan, dan kan je de interne procedure starten. Let wel, dit is geen kleine stap. Doe het alleen als je zeker bent van je stuk. Je zal er anders enkel tijd mee verliezen. Krijg je ook na een interne procedure een negatief antwoord, dan kan je naar de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen stappen.

Wordt je gelijk dan nog niet bewezen, is er nog een ultieme stap die je kan nemen. Je zou naar de Raad van State kunnen gaan. Maar als je zowel op het feedbackmoment, de interne procedure en externe procedure een negatief antwoord krijgt, kan je er misschien wel beter bij neerleggen dat je het in augustus nog eens moet proberen.

iStock