De jaren zestig, dat was die tijd in de muziekgeschiedenis waarin er platen gescheten werden. Kijk het maar eens na, het was geen uitzondering dat een groep – neem bijvoorbeeld The Beatles – twee platen uitbracht in één jaar. Creedence Clearwater Revival (CCR) deed nog straffer: in 1969 brachten zij drie platen uit, met op elk van die platen hits. John Fogerty is er vandaag 72 en vond het wel eens leutig om de nadruk op die platen te leggen in één concert. Een concert dat gepland stond in Lotto Arena en eindigde in een uitverkocht Sportpaleis.
De eerste vraag die ons daarbij te binnen schoot was al snel: waarom nu en niet in 2019, als het gebeuren vijftig jaar geleden is? Het logische antwoord daarop lijkt ons: omdat iemand die 72 is en altijd op het podium heeft geleefd er niet zomaar vanuit mag gaan dat hij er binnen twee jaar nog zal zijn. Voor het eigenlijke concert een aanvang nam kregen we een (te lang) geschiedenislesje over het jaar 1969: protesten tegen Vietnam, Woodstock, ‘Tommy’ van The Who, het legendarische dakconcert van The Beatles en het noodlottige concert van The Rolling Stones, debuutplaten van The Stooges, Crosby, Stills, Nash & Young, MC5 en Led Zeppelin.
Dat filmpje duurde uiteindelijk te lang, maar maakte wel één ding duidelijk: het was een bijzondere tijd om in te leven. John Fogerty was er in die tijd ook al bij, in de gloriejaren van zijn jeugd. Met CCR speelde hij dat jaar in The Ed Sullivan Show op televisie en op een prime time-slot op Woodstock, ware het niet dat The Grateful Dead daar een stokje voor stak. Maar ook: veel singles. John Fogerty wees er ons fijntjes op dat Down On The Bayou en Lodi B-kantjes waren en dat er “obviously” veel CCR op de radio werd gedraaid in 1969, ook albumtracks. Je mag jezelf al eens op de borst kloppen, maar je moet er ook niet mee overdrijven en dat werd het zo net wel.
Rollen met de spierballen
Het eerste halfuur van de 1969-tournee werd een beetje rollen met de spierballen, even laten zien wie ook alweer die indrukwekkende jukebox bij elkaar had geschreven, in minder dan één jaar tijd. En dus kwamen in dat eerste rijtje Born On The Bayou voorbij (de opener, in een zeer matige versie), Green River (in een lange versie), Susie Q en Who’ll Stop The Rain.
Kan tellen, maar dat had wel als gevolg dat in het middenstuk het deel van het publiek dat op een volgende hit zat te wachten bijzonder mak reageerde. Het eerste échte meezingmoment zat al ver naar achteren in het concert, bij Have You Ever Seen The Rain? en we moesten al doorspoelen naar afsluiters Bad Moon Rising en Proud Mary om equivalenten te vinden.
Overbodige ballast
Niet dat het een slecht concert was, maar als je dan vorig jaar Paul McCartney op Rock Werchter bezig zag dan besefte je toch weer dat er een categorieverschil was. We hadden liever gezien dat Fogerty vaker de popsong in al zijn eenvoudige genialiteit, zoals hij ‘m destijds geschreven had, zijn werk had laten doen, zoals hij deed bij Who’ll Stop The Rain. Die extra solo’s waren vaker overbodige ballast dan dat ze een meerwaarde waren.
Er waren ook hoogtepunten buiten de hits om: Ramble Tamble, dat ene nummer waarin CCR plots naar Neil Young neigde, of Lodi dat Fogerty samen speelde met zijn zoon Shane die een zeer potige gitarist bleek te zijn. Zijn andere zoon Tyler kwam meteen daarna Good Golly Miss Molly meezingen, maar dat had hij mogen bewaren voor in de coulissen.
Nog heel erg fijn: I Heard It Through The Grapevine waarin elk van de muzikanten traditiegetrouw zijn moment de gloire kreeg. De versie op plaat (wel uit 1970!) duurde ook elf minuten. Of Long As I Can See The Light, één van de enige nummers waarvoor Fogerty aan de piano ging zitten, waarbij we ons meteen afvroegen waarom hij dat niet vaker deed.
Dadendrang
John Fogerty in het Sportpaleis, dat had zijn momenten. Er was tegelijkertijd een teveel en een tekort aan dadendrang waardoor Fogerty de song de song niet meer wilde laten zijn, maar tegelijkertijd de kracht miste om wat hij eraan had toegevoegd echt straf te maken.
Uitstekende songschrijver, middelmatig concert.