Na een woelig jaar vol parlementaire onderzoekscommissies en slopende onderhandelen is de zomervakantie nu ook voor de politici echt begonnen. Allen zijn ze ‘out of office’… Vanwaar ze hun ‘zonnige groetjes’ zullen versturen, kon je eerder al lezen op newsmonkey. Maar hoe zit dat eigenlijk met de vakantieregeling van onze parlementariërs. Niet slecht, zo blijkt.
Voor de meerderheid van de parlementsleden in België begint op 21 juli, onze nationale feestdag, de vakantie. Voor het kernkabinet was dat pas na het afsluiten van het veelbesproken zomerakkoord vorige week. In de Kamer en het Waals, Brussels en Vlaams parlement wordt gedurende minstens veertien dagen niet gewerkt. Dat schrijft de Franstalige krant la Dernière Heure.
Parlementsleden krijgen, bovenop hun nettoloon van 6.000 euro per maand, 3.000 euro vakantiegeld. Ook hebben ze met Kerstmis en Pasen twee weken vrijaf en in de herfstvakantie en de krokusvakantie één week. Je kan dus zeggen dat heel wat politici op het vlak van vakanties op hetzelfde ritme als schoolkinderen leven. In totaal hebben ze zo minstens 56 dagen vakantie, sommigen nog meer.
Gezorgd voor minder vakantie
Maar laten we niet té streng voor hen zijn: ze werken veel uren, ook ’s avonds en in het weekend. Bovendien hebben parlementsleden er de jongste jaren zelf voor gezorgd dat ze minder vakantie hebben. Zo is de eerste plenaire vergadering van het jaar vervroegd naar 21 september. Vroeger vond die pas op 11 oktober plaats. Andere vergaderingen gaan begin september al door. Ook het Waals en Brussels parlement schiet op 21 september terug in actie. Op de vierde maandag van september is ook iedereen in het Vlaams parlement weer aan het werk.
Hoeveel dagen vakantie parlementsleden precies hebben, is moeilijk te zeggen want de verschillende commissies houden op verschillende momenten vergaderingen.