De Duitse skiër Simon Schempp heeft afgelopen zondag een zilveren medaille gewonnen op de Olympische Winterspelen in Pyeongchang. Zoals zoveel Duitsers is hij een rasechte bierdrinker. Na zijn trainingen en wedstrijden speelt hij steeds een alcoholvrije pint binnen. Schempp noemt het zelf “de perfecte drank”. Sommige researchers beweren zelfs dat het bevorderlijk zou zijn voor de sportprestaties. Is daar iets van waar?

Schempp is lang niet de enige. In Duitsland is het vrij normaal om je sportdrankje te vervangen door een alcoholvrij biertje. Dat schrijft de Amerikaanse krant New York Times.

Johannes Scherr, de sportarts van het Olympisch skiteam van Duitsland, zegt dat bijna al zijn atleten tijdens of na de training alcoholvrij bier drinken. De Duitse brouwerij Krombacher heeft zelfs 3.500 liter alcoholvrij bier voorzien voor Duitse atleten in het Olympisch dorp. Opvallend feit: op de Olympische Winterspelen is Duitsland een van de best presterende landen.

“Gezond”?

Scherr voerde zelfs een onderzoek uit, dat nota bene gesponsord werd door een bierproducent, waarbij hij atleten van de München Marathon 2009 elke dag een alcoholvrije pint gaf. De periode liep van drie weken voor de wedstrijd tot twee weken erna.

De atleten, die bier dronken, hadden significant minder ontstekingen en infecties aan bovenste luchtwegen dan zij die een placebo kregen.

“Sindsdien hebben we écht bewijs”, zegt said Holger Eichele van de Duitse brouwersvereniging in de New York Times. “Het is echt gezond en het is niet enkel een marketinggrap.” Tussen 2011 en 2016 groeide de consumptie van alcoholvrije bieren in Duitsland met 43 procent, terwijl de totale consumptie van bier verminderde.

“Vergezocht onderzoek”

Maar is het nu effectief zo gezond? Sportdiëtist Gino Devriendt laat aan newsmonkey weten dat “er vooral ingespeeld wordt op het feit dat er koolhydraten in het alcoholvrije bier zitten”: “Er zit sowieso geen alcohol in, maar of het effectief de ideale sportdrank is, betwijfel ik. Voor tijdens het sporten is het bij een sportdrank vooral belangrijk dat de osmolariteit goed zit. Dat is de deeltjesconcentratie van de vloeistof en dat bepaalt de opneembaarheid van de sportdrank. Als de drank te geconcentreerd zou zitten, dan wordt die niet opgenomen. De gekende isotone dorstlessers en sportdranken hebben een osmolariteit die gelijk is aan die van ons lichaam. Daardoor wordt de sportdrank perfect opgenomen.”

Het feit dat de atleten uit het onderzoek minder infecties aan bovenste luchtwegen en ontstekingen hadden, heeft volgens Devriendt weinig te maken met de consumptie van alcoholvrije bieren: “Dat lijkt me wel vergezocht. Luchtwegeninfecties hebben met een heel ander traject te maken. Als je drank in je luchtwegen terechtkomt, heb je een zwaar probleem.”

Drie belangrijke vragen

“Het kan wel dat de sporter alcoholvrije bieren tot zich neemt zonder maag- en darmproblemen te ervaren”, gaat Devriendt verder. “Maar om te beweren dat ze beter zijn dan de klassieke, isotone sportdrankjes is een brug te ver. Het grote verschil heeft te maken met het type suikers dat in het alcoholvrij bier zit. Bij isotone sportdranken weten we dat er een goed mix inzit van bepaalde types koolhydraten.”

“Ten tweede: hoeveel zout zit er nog in dat bier? Als het voor op de Winterspelen is, zal dat misschien nog meevallen. Maar zout zorgt ook voor de opname van vocht in het lichaam. Een derde vraag die we ons moeten stellen, is hoe het gesteld is met de osmolariteit van dat alcoholvrij bier. Als dat te hoog is, dan is er een zwakke opneembaarheid.”