De Sahara is de grootste zandwoestijn op aarde. En ze wordt voortdurend groter. De jongste 100 jaar steeds sneller. Eén van de gevolgen is dat het Tsjaadmeer, een levenslijn voor 30 miljoen mensen, nu aan het opdrogen is. Dat is ook voor ons een groot probleem, want die mensen zullen, net als velen anderen die moeten opkrassen voor de groeiende woestijn, als klimaatvluchtelingen eindigen.
De Sahara strekt zich uit van de Atlantische Oceaan tot de Rode Zee, of ze beslaat een gebied van Marokko tot en met Egypte. Aan de noordzijde wordt hij begrensd door de Middellandse Zee en het Atlasgebergte. De zuidzijde wordt gevormd door de Sahel.
Hoewel vandaag de dag de Sahara een grote woestijn is, was dat niet altijd zo. Tijdens het Pleistoceen en het Holoceen bestond de Sahara nog voor het overgrote deel uit savanne, en er groeiden dan ook veel plantensoorten. In die tijd konden mensen er zich goed handhaven. Vermoedelijk leefden er nog olifanten, bavianen, katachtigen en andere dieren in het Neolithicum in het gebied dat tegenwoordig de Sahara heet, en tot een miljoen jaar geleden waren er nog planten terug te vinden die we tegenwoordig alleen in natte, vochtige gebieden aantreffen of zelfs in de tropen.
Tussen 20.000 en 12.000 jaar geleden beleefde de Sahara een extreem droge periode, waarin de woestijn verder naar het zuiden trok. 12.000 jaar geleden werd de Sahara weer vochtiger, en rond 10.500 jaar geleden begon het Holoceen subpluviaal, waarin de Sahara een aanmerkelijk vochtiger klimaat en een dichtere menselijke bevolking bezat.
Maar zo’n 6.000 tot 4.000 jaar geleden trad in de Sahara en Arabië een abrupte verwoestijning op. De Sahara kreeg het uiterlijk dat we tegenwoordig kennen: een dorre, zanderige vlakte met weinig begroeiing.
Niet de hele Sahara bestaat uit de kenmerkende ergs (zandduinen) trouwens; er zijn ook veel rotsachtige gebieden. In feite bestaat slechts 20% van de Sahara uit zand, de rest is rotsachtig.
10% gegroeid in nog geen 100 jaar
Nu blijkt uit de studie Twentieth-Century Climate Change over Africa: Seasonal Hydroclimate Trends and Sahara Desert Expansion dat de verwoestijning de jongste 100 jaar snel gestegen is. Onderzoekers keken hoeveel regenval Afrika op jaarbasis tussen 1920 en 2013 mocht ontvangen. In een periode van 93 jaar bleek de Sahara zo’n 10% groter te zijn geworden. De onderzoekers keken ook naar seizoensgebonden trends in diezelfde periode en concluderen op basis daarvan dat de woestijn met name vooral in de zomer groeit. De groei vindt bovendien met name plaats aan de noord- en zuidzijde van de Sahara.
Waarom?
Waarom? Uit de studie blijkt dat door de mens veroorzaakte klimaatverandering een grote rol speelt. Maar er zijn ook enatuurlijke klimaatcycli die bijdragen. Zoals de Atlantic Multidecadal Oscillation (kortweg AMO), een klimaatcyclus die van invloed is op de temperatuur van het zeewater in het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan. “Woestijnen ontstaan meestal in de subtropen door de Hadleycel”, zegt één van de auteurs van de studie, Suman Nigam. De Hadleycel is een atmosferische circulatiecel die ervoor zorgt dat lucht op de evenaar opstijgt en in de subtropen naar beneden komt. Klimaatverandering zorgt er waarschijnlijk voor dat de Hadleycel breder wordt, wat leidt tot een noordwaartse groei van de subtropische woestijnen. De zuidwaartse groei van de Sahara wijst er echter op dat aanvullende mechanismen een rol spelen, waaronder klimaatcycli zoals de AMO.
Gevolgen
De groei van de Sahara heeft vanzelfsprekend gevolgen. De zuidzijde van de Sahara grenst aan de Sahel, een gebied dat weer grenst aan de vruchtbare savanne. Terwijl de Sahara zich uitbreidt, trekt de Sahel zich terug. Het Tsjaadmeer, gelegen in het hart van de Sahel, is aan het uitdrogen daardoor.
Het meer is van zeer groot belang voor de ongeveer 30 miljoen mensen die eromheen wonen in de landen Tsjaad, Kameroen, Niger en Nigeria. Het Tsjaadmeer had 6.000 jaar geleden naar schatting een oppervlakte van 300.000 km2, bijna even groot als de Kaspische Zee nu.