Prins Laurent zet alles op alles om toch maar geld los te krijgen in een rechtszaak tegen de Libische staat. Daarbij werkte hij stevig in op de premier Charles Michel, tot en met een smeekbede op de Zestien, met z’n vrouw erbij. Dat maakte geen indruk, net als een scherpe brief, nota bene op briefpapier van het koninklijk Paleis. Dat de prins uiteindelijk heel het dossier lekt in de pers, helpt z’n zaak niet vooruit.
Samen met z’n vrouw, prinses Claire, had prins Laurent een onderhoud met de eerste minister gevraagd en gekregen. Het onderwerp was duidelijk, een eeuwig weerkerend thema bij prins Laurent: geld. Geld dat hij niet heeft, maar waar hij vindt recht op te hebben. Of hoe de prins alweer in een bizar verhaal zit, waarbij brieven heen en weer vliegen, waarbij Laurent alweer te kennen geeft weinig tot niets van het politieke en diplomatieke spel te snappen, en daarbij het koninklijk Paleis en z’n broer, de koning, in diskrediet brengt.
Alles draait rond een vzw, waarin de prins actief is, en die hij als ‘van hem’ beschouwt. Dat is op zich al vreemd: een vzw moet een doel op zich hebben, zonder daarbij winst te willen maken. Een prins z’n loon betalen, hoort uiteraard niet bij de mogelijke doelstellingen van zo’n vehikel.
Hoe dan ook, de prins is actief in de vzw GSDT, die 10 jaar geleden in het Libië van kolonel Muammar Khadaffi een contract tekende om dat land te herbebossen. Uiteindelijk ging de zaak niet door, zegde Libië het contract op, en trok de vzw naar de rechtbank in Brussel om een schadevergoeding te krijgen. Ze won de zaak. Maar Libië, waar het regime ondertussen veranderd is, en de Verenigde Naties de facto het land besturen, betaalde aan de vzw nooit die schadevergoeding.
De prins eist 50 miljoen voor z’n vzw
Die som is wel stevig: met interesten erbij loopt het op tot 50 miljoen euro. De prins voelt zich daarbij gediscrimineerd: andere Belgische bedrijven zouden wel steun gehad hebben, en hij niet, om dat geld van Libië terug te krijgen. Vraag is hoeveel andere Belgische spelers voor dergelijke zaak tot bij de eerste minister op de koffie mochten. Maar Laurent en Claire werden dus ontvangen door de premier, die daar opnieuw de prins te kennen gaf dat er geen sprake is van een voorkeursbehandeling maar ook niet van discriminatie. Dat ondanks een smeekbede van beiden.
Laurent zou Laurent niet zijn als hij z’n advocaat niet zou aan het werk gezet hebben. Laurent Arnauts z’n kantoor draait overuren om de prins te bedienen. De advocaat wil beslag laten leggen op Libisch geld, dat bevroren staat sinds 2011, na een beslissing van de VN-veiligheidsraad. Het gaat om miljarden van Khadaffi, die Libië toekomen. De Belgische staat ging niet in op de vraag van de advocaat van Laurent, om dat bevroren geld vrij te maken voor de prins z’n vzw.
Daarop greep Laurent naar de paardenmiddelen, en schreef een forse brief naar de premier. Dat deed hij op officieel briefpapier van het Paleis. Dat brengt iedereen in de verlegenheid: in de eerste plaats koning Filip zelf. Steunt die op dergelijke manier z’n broer? Gebruikte Laurent het briefpapier zonder toestemming? Het zijn vragen waar niemand meteen op wil antwoorden, de zaak ligt gevoelig. Maar feit is dat Laurent z’n broer, de koning, er geen cadeau mee doet. Te meer omdat Laurent uiteindelijk de zaak liet lekken aan de pers, die gretig het verhaal uitsmeerde.
Brief van het Paleis?
Dat de bewuste brief, drie pagina’s lang, mét briefpapier lekte aan de VRT, maakt het extra gênant. Bovendien geeft de prins in de brief toe dat hij vzw’s gebruikt om zichzelf een inkomen te verschaffen, iets wat expliciet niet de bedoeling is van dergelijke vehikels. “Mij is verboden, zelfs nog voordat ik een dotatie kreeg, om een normaal beroepsleven te hebben. Ik ben er dus toe gebonden om mijn activiteiten te ontplooien via verschillende instellingen en verenigingen zonder winstoogmerk. Ook al zijn die activiteiten niet betaald, toch zijn ze voor mij en mijn gezin heel belangrijk.”
In de Kamer herhaalde premier Michel dat hij niet kan tussenkomen in de procedure. Bovendien gaven zowel de administraties van Buitenlandse Zaken als Financiën een negatief advies in de zaak. De premier denkt er niet aan om daar tegenin te gaan. Zomaar de bevroren Libische fondsen aanslaan is uitgesloten volgens de premier: de VN-resoluties en de Europese beslissingen over de Libische sancties zijn zeer duidelijk, juridisch is het onmogelijk. In de wandelgangen heerst bij de regering onbegrip over de houding van de prins: naar de pers lopen met dit verhaal helpt z’n zaak op geen enkele manier vooruit. De enige die hierbij wint, is de advocaat van Laurent.