Voor het eerst in lange tijd heeft de AKP van de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan een flinke opdoffer gekregen. De partij heeft gisteren in het grootste deel van het land de lokale verkiezingen weliswaar gewonnen, maar in zeven van de twaalf grote steden komt de oppositie voorlopig als winnaar uit de bus. Istanbul, de grootste stad van het land, lijkt ook in handen van de oppositie te komen. En het staat al vast dat Erdoğan verloor in hoofdstad Ankara.
Daarmee komt er na 25 jaar een einde aan de machtspositie van de Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) en diens voorloper in de Turkse hoofdstad. In zeven van de twaalf grote steden komt de oppositie voorlopig als winnaar uit de bus, waaronder in Antalya, Adana en Izmir.
Ook in Istanbul lijkt de partij van Erdoğan een nederlaag te lijden. Ekrem Imamoglu, de kandidaat namens de Republikeinse Volkspartij (CHP), heeft daar al de overwinning geclaimd. In Istanbul ontlopen de kandidaten van de AKP en CHP elkaar nauwelijks, het verschil is er minder dan een procent.
Als ook Istanbul – met 15 miljoen inwoners – effectief in handen van de oppositie valt, dan is er sprake van een serieuze opdoffer voor Erdoğan. Want winst in Istanbul is van groot psychologisch belang voor de landelijke partijen. “Wie Istanbul wint, wint Turkije”, luidt een bekend gezegde in het land.
Dicht bij elkaar
Maar de lokale verkiezingen in Turkije zijn in de grote steden overal uitgelopen op een ongemeen spannende strijd tussen de AK-partij van president Erdoğan en oppositiepartij CHP. Ook in de hoofdstad Ankara lagen de partijen dicht bij elkaar, maar lijkt de CHP te hebben gewonnen. Dat is hun eerste belangrijke overwinning bij een stembusgang in lange tijd.
Uit de cijfers van staatspersbureau Anadolu blijkt dat de AKP in het grootste deel van het land heeft gewonnen. Volgens het staatspersbureau is ruim 83% van de ongeveer 57 miljoen stemgerechtigde Turken op komen dagen.
Nationale Alliantie versus Volksalliantie
Vooraf werd al wel verwacht dat het in Ankara en Istanbul spannend zou gaan worden tussen de AKP en de CHP. Die oppositiepartij wordt gezien als de belangrijkste tegenstander van de partij van Erdoğan. De Turkse president voerde de afgelopen tijd een keiharde campagne, waarin hij nagenoeg de hele oppositie in het kamp van landverraders, criminelen en terroristen plaatste.
Door de economische problemen in Turkije, hielden analisten er al rekening mee dat de AKP in sommige steden zou gaan verliezen. De CHP werkt in veel van de 922 districten in het land bovendien samen met de centrumrechtse Goede Partij, onder de naam de Nationale Alliantie. De AKP werkt op zijn beurt samen met de nationalistische MHP in de Volksalliantie.
President Erdoğan zei gisterenavond in een eerste reactie dat zijn partij de verkiezingen heeft gewonnen, al erkende hij dat er in sommige steden verliezen waren geleden. “Dat hoort bij een democratie”, zei hij.
Achilleshiel?
De voorlopige uitslagen laten alvast zien dat de AKP van president Erdoğan niet immuun is voor de economische problemen in Turkije. Een deel van de kiezers accepteert duidelijk niet dat de problemen weg worden geschreeuwd met vijandbeelden, zoals Erdoğan tijdens de campagne deed.
Een economische crisis, inflatie, hoge werkloosheid, stijgende voedselprijzen: daar ligt kennelijk de achilleshiel van de AKP, van Erdoğans macht. Want Erdoğan en zijn AKP hebben al veel andere crises makkelijk overleefd, tot een militaire coup toe.
De Koerdische HDP heeft in de drie grote steden Istanbul, Ankara en Izmir geen kandidaten naar voren geschoven en zijn achterban daar opgeroepen om op de CHP te stemmen. Volgens president Erdoğan werkt de HDP, de op een na grootste oppositiepartij, samen met de Koerdische terreurorganisatie PKK.
Hij beloofde verder direct na de verkiezingen werk te zullen maken van economische hervormingen. Ook waarschuwde hij dat terreurbewegingen “geen centimeter ruimte” zullen krijgen.