Amper drie jaar geleden kozen de Zuid-Soedanezen unaniem voor onafhankelijkheid, maar vandaag is de eenheid er verder af dan ooit. De gevechten tussen de verschillende stammen in het land kostten al aan duizenden mensen het leven. Maar hoe is het zover gekomen?
De Republiek Zuid-Soedan is sinds 9 juli 2011 onafhankelijk. Rebellenleider Salva Kiir Mayardit (van de Dinka-stam) werd de eerste president.
De onafhankelijkheid kwam nadat bijna 99 procent van de bevolking in een referendum voor een afscheiding van Soedan stemde. Dat maakte een einde aan de 39-jarige burgeroorlog tussen de twee delen.
Een andere rebellenleider, Riek Machar (van de Nuer-stam), werd de vicepresident van het land.
Hij vocht aan de zijde van (de latere) president Kiir in de strijd tegen het noorden van Soedan. Na de onafhankelijkheid werden ze dus allebei politieke leiders. Hun milities werden samengevoegd tot een leger.
Maar ook na de onafhankelijkheid bleef het leven in Zuid-Soedan moeilijk.
Het land slaagde er niet in om te voorzien in de basisbehoeften van de burgers, de armoede aan te pakken en corruptie terug te dringen. Bovendien kwamen er conflicten tussen de verschillende stammen in het land.
In de eerste helft van 2011 vielen zelfs bijna 2.400 doden bij gevechten tussen de stammen.
En ook in 2012 bleven die duren: volgens schattingen van de VN kwamen enkel tussen december 2011 en februari 2012 al 900 mensen om.
Ook de relaties met Soedan bleven vijandig. De inzet van het conflict: olie.
Beide delen betwistten de onderlinge grens, omdat in dat gebied olievelden liggen. In september 2012 kwamen de twee landen tot een olie-akkoord, maar de andere twistpunten bleven bestaan.
Met de olieproductie kon de economie in Zuid-Soedan wel weer bloeien. Er kwamen ook hulptroepen naar het land, die onder andere wegen en scholen bouwden.
Maar op zondag 15 december 2013 liep het grondig mis. In de hoofdstad Juba braken gevechten uit. De aanleiding? President Kirr (van de Dinka-stam) beschuldigde de voormalige vicepresident Riek Machar (van de Neur-stam) van een mislukte staatsgreep.
Hij kon naar eigen zeggen niet anders dan ingrijpen.
In juli had de president Machar – en zijn hele kabinet – al ontslagen.
Zo wou hij naar verluidt Soedan gunstiger stemmen, want daar was veel kritiek op het kabinet. Maar anderen denken dat Kiir (links op de foto) schrik had voor de groeiende macht van Machar (rechts).
Machar ontkende natuurlijk Kiirs versie van de feiten.
Hij zei dat er geen sprake was van een staatsgreep en dat Kiir gewoon wraak wilde nemen voor zijn openlijke kritiek op het regime. Nog volgens Macher escaleerde de situatie toen hij en zijn volgelingen openlijk aangevallen werden door Kiir.
Vorige maand escaleerde de machtsstrijd tussen de twee. Het leger viel weer in twee stukken uiteen en de gevechten werden intenser.
De strijd tussen de twee mannen is een strijd geworden tussen de twee grootste stammen van het land: Dinka (president Kiir) en Nuer (ex-vicepresident Machar).
36 procent van de bevolking is Dinka, 15 procent is Nuer.
Volgens schattingen zijn al meer dan 10.000 mensen gestorven door het Zuid-Soedanese conflict. Een half miljoen anderen hebben geen huis meer en moeten vluchten.
De situatie in veel steden is onduidelijk: veroverd door de rebellen, terug in handen van het leger, enzovoort.
Volgens de Verenigde Naties maken beide partijen zich schuldig aan gruwelijke feiten, zoals massamoorden en seksueel geweld.
Troepen van de VN en humanitaire hulptroepen zijn ter plaatse, maar zij kunnen de getroffen burgers maar moeilijk bereiken.
Hoe het nu verder moet? Er zijn vredesgesprekken in het buurland Ethiopië, voorlopig zonder resultaat. Beide partijen hebben wel al verklaard dat ze bereid zijn om te onderhandelen over een staakt-het-vuren.