De N-VA heeft door het vertrek van Jan Jambon (N-VA) een nieuwe ‘federale kopman’: Theo Francken. Hij zal straks de fractieleider worden, als de partij in oppositie gaat. Wordt het de meerderheid, dan verwacht men hem als vicepremier. Niet bepaald goed nieuws voor de onderhandelingen: bij andere partijen ligt hij bijzonder moeilijk.
Afgelopen weekend deed de PS met Laurette Onkelinx nog eens een stevige uithaal naar de N-VA. Onkelinx behoort officieel niet meer tot de top van haar partij, maar achter de schermen was zij het die de MR op agressieve wijze uit de Brusselse coalitie hield: “Te rechts”, zo was de conclusie over de Franstalige liberalen. Nu geeft ze dus een duidelijk signaal voor de federale onderhandelingen: het moet paars-groen worden, “een combinatie die in het verleden ook goed werkte”.
Even opvallend, ze spreekt over een “cordon rond N-VA”: “Er is geen cordon sanitaire rond de N-VA. Maar wel rond de waarden waar de N-VA en Theo Francken voor staan”, zegt ze in de Franstalige zakenkrant ‘L’Echo’.
Zo’n veto zegt veel over de mindset van de PS, of toch minstens een vleugel ervan. Want onder meer Charles Picqué (PS) de voormalige minister-president van Brussel en niet bepaald vriend van Onkelinx, had het in een interview met Het Laatste Nieuws al over “mogelijke stappen om het land samen te hervormen”, en zette de deur naar de N-VA wél open. Maar Onkelinx klapt die dus hard dicht, en geeft expliciet “Francken” op als reden.
Taboe om zich met de personeelspolitiek van andere partijen te moeien
Feit is dat Francken bij velen, niet alleen aan Franstalige kant, niet bepaald veel enthousiasme oproept om straks mee in een coalitie te gaan zitten. “Het is absoluut taboe om zich bij een coalitievorming te gaan uitspreken over wie gestuurd wordt vanuit de andere partijen. Zoiets doet men niet in de Belgische politiek. Maar misschien zou het nu voor één keer wel kunnen gebeuren. Francken heeft het in de vorige regering ook zo bont gemaakt, de premier echt het bloed van onder de nagels gehaald en hem en heel de regering beschadigd. Hoe kan je met zo iemand een coalitie maken en verwachten dat er loyaal zal gereageerd worden?”, laat een onderhandelaar optekenen.
Feit is wel dat Francken in de pikorde is opgeschoven binnen de N-VA. In Vlaams-Brabant scoorde hij bij de verkiezingen: het was één van de weinige plekken waar de N-VA niet achteruit ging op 26 mei. Zijn recht van spreken is dus nog toegenomen, zo vinden ze in zijn provincie alvast. Maar ook meer praktisch: met het vertrek van Jan Jambon (N-VA) is Francken de facto de federale kopman. “Het gedacht dat het straks mogelijks toch ‘vicepremier Francken’ zal zijn in een mogelijk coalitie is voor ons wel een plezierige gedachte. Kwestie van de Franstaligen wat slapeloze nachten te geven”, is bij een N-VA-topper te horen, weliswaar met een vette knipoog.
De Wever is de federale hoofdonderhandelaar van N-VA
En zo’n vaart loopt het voorlopig niet. N-VA-voorzitter Bart De Wever is expliciet door z’n partij gevraagd om de federale onderhandelingen te leiden, zo heeft hij zelf aangegeven toen Jambon Vlaams formateur werd. Het is dus voorlopig met De Wever dat er zaken moeten worden gedaan, niet met Francken.
Die laatste maakte gisteren overigens een media-optreden waarin hij zich van z’n zachtste kant liet zien over de onderhandelingen. Hij riep de PS nogmaals op om rond te tafel te komen. Communicatief zetten de Franstalige socialisten immers de N-VA in een zetel: het is de makkelijkste argumentatie ter wereld om te blijven herhalen “dat de ander niet eens wil praten, maar dat de deur openstaat”.
“In tachtig dagen is er nog geen gesprek geweest”, zei Francken op het VTM Nieuws. Hij erkende meteen ook wel dat de PS “quasi incontournable” is. En dus dat er met de Franstalige socialisten moet gepraat worden. “Wat moet je dan doen? Op zijn minst het gesprek aangaan. Ik denk niet dat er ooit al iets is opgelost zonder met elkaar te praten. Dus, PS: neem dat gesprek op en kom eindelijk met de N-VA praten.”
“Ik blijf erbij dat Elio Di Rupo (PS), die premier is geweest, een verstandig man is. Bart De Wever is ook een bijzonder verstandig man. Als je hen samen in een kamer zet, en je steekt daar veel tijd en energie in, dan zullen daar dingen uitkomen.”
Een uitgestoken hand dus, uitgerekend van Francken. Het moet een beetje ongemakkelijk voelen voor de PS. Maar de realiteit is dat, als de PS echt paars-groen wil vormen federaal, ze eerst toch uitgebreid en omstandig zullen moeten aantonen dat onderhandelen met de N-VA een mislukking opleverde. Het lijkt immers ondenkbaar dat CD&V, maar vooral Open Vld aan tafel zouden komen, als er niet eerst een diepe en grondige crisis is geweest en er uitvoerig is aangetoond dat N-VA en PS geprobeerd hebben, maar het gewoon niet lukte.
Anderzijds is er al één groot obstakel opgeruimd voor de PS: in Vlaanderen maakte de N-VA geen Bourgondische, maar een Zweedse coalitie. Het duidt erop dat De Wever en co niet voluit inzetten op een mystiek huwelijk tussen nationalisten en socialisten. En het zet een pak waarnemers in de Wetstraat er toe aan te denken dat de N-VA zich federaal eigenlijk in oppositie wil terugtrekken. Dat zou een dodelijk scenario zijn voor Open Vld en mogelijks CD&V, die dan federaal in een heel andere, linkse coalitie worden gedwongen. Maar ook dat wordt door Francken dus handig gecounterd, met z’n ‘uitgestoken hand’ om met de PS te gaan praten.
De informateurs Johan Vande Lanotte (sp.a) en Didier Reynders (MR) kunnen alvast de komende weken nog eens proberen één en ander te doen bewegen. Hun methode daartoe: een programmaregering, die “op basis van inhoud” partners moet zoeken die punt per punt een programma onderschrijven. Afwachten of dat lukt, om PS en N-VA samen te brengen.