Al dan geen stemplicht heeft impact op verkiezingen

In België zijn we onderhevig aan stemplicht, iedereen vanaf de leeftijd van 18 is verplicht te gaan stemmen. Zo niet kan men rekenen op een geldboete en in sommige landen zelfs een gevangenisstraf. Door het stemgeheim is het echter  onmogelijk te weten of effectief gestemd is en of die stem dan wel geldig is, dus wordt in bijna elk land de stemplicht meer een opkomstplicht. 18 landen wereldwijd hebben stemplicht. Ervaren wij democratie zo anders dan de landen zonder? En is er een merkbaar verschil in kiezersopkomst?

Opkomst

In België was bij de verkiezingen van 2014 een opkomst van 89,4%, een hoog cijfer, maar we zijn dan ook ‘verplicht’. Wat wel opvalt is dat sinds 2010 de kiezersopkomst voor het eerst is gedaald onder 90%. Het aantal ongeldige stemmen werd echter ook kleiner. In de jaren 70 nog 8,4%, nu nog 5,8%.

Ook in andere landen met stemplicht is de hoge opkomst merkbaar, de cijfers blijven steeds tussen 80% en 90%. Enkel landen als Griekenland (sinds de economische crisis) en Cyprus (sinds de scheiding met het noorden) halen maar rond de 65%

Bij landen waar enkel stemrecht geldt, vallen de cijfers opnieuw op, al is hier de opkomst een stuk drastischer gedaald: de meeste democratische landen halen slechts een opkomst tussen 50% en 60%, wat wil zeggen dat soms de helft van een land ervoor kiest niet naar de stembus te trekken. Sommige landen doen het beter, Rwanda haalt bijvoorbeeld 98% maar dit kan toegeschreven worden aan het feit dat dit slechts hun derde verkiezing was. Landen als Egypte weliswaar halen maar een opkomst van 29%. Iets wat in groot contrast afsteekt tegen de landen waar wel stemplicht is.

Het geloof in de democratie neemt gestaag af en maakt plaats voor desillusie. In Europese landen is bijvoorbeeld ook duidelijk merkbaar hoe vertrouwen in de EU rechtstreeks verband heeft met opkomst voor EU-verkiezingen.

Resultaten

In welke mate heeft dit verschil in verkiezingen effect op de uitslag? Het verschil is niet altijd heel groot, maar leidt tot grote gevolgen.In landen waar burgers onderhevig zijn aan stemplicht is een patroon merkbaar waarbij gemiddeld 3 of 4 grotere partijen de winst verdelen met percentages van 14% tot 20%, soms 30%.

Een belangrijk verschil met landen waar geen stemplicht is, hier wordt de winst meestal verdeeld tussen 2 grotere partijen. 30% is hier geen uitschieter maar eerder een minimum en kleinere partijen vallen veel sneller uit de marge. Dit verschil is ook niet onlogisch: mensen met een meer gematigde mening blijven thuis terwijl net de kiezer die gepassioneerd is naar de stembus trekt. De trend van links tegen rechts neemt zo enorm toe.

De vraag is nu welk systeem een eerlijke weergave geeft van de feiten? Stemrecht zorgt voor aanzienlijk minder opkomst en een stuk nauwere resultaten. Stemplicht verwatert anderzijds de opinies. Is stemmen nog steeds een cadeau dat gekoesterd hoeft te worden? Of is het een last geworden die de burger alleen in het donker achterlaat? Stemplicht zorgt wel zeker voor een meer gefragmenteerd parlement, waar stemrecht polarisatie tot gevolg heeft. Ontegensprekelijk is dat kiezersopkomst wereldwijd historisch laag is, niet enkel bij landen met stemrecht, maar ook bij die met stemrecht en dat geeft reden tot verontrusting.