Alleen Latijn is goed genoeg: leerlingen kiezen amper technische richting als ze naar middelbaar gaan

Wie de overstap maakt van het lager naar het middelbaar onderwijs, kiest nog heel vaak voor Latijnse of moderne talen. “Daarna kunnen de leerlingen nog altijd afzakken als dat nodig is”, zo wordt geredeneerd. Maar die manier van denken zorgt ervoor dat veel leerlingen zich mislukt voelen als ze zich (moeten) heroriënteren.

Meer dan 3.000 leerlingen uit 36 verschillende scholen in Antwerpen en Gent kregen een vragenlijst voorgeschoteld over hun overgang van het lager naar het middelbaar onderwijs. Ook ouders en leerkrachten werden van naderbij bekeken, zo schrijft De Standaard. Het onderzoek komt uit van interuniversitair SBO-onderzoeksproject Transbaso.

Afzakken

Ouders, leerkrachten en ook leerlingen volgen de redenering dat ze beter hoog kunnen starten en dan kunnen ‘afzakken naar een lagere richting’. Door dat woordgebruik alleen al voelen leerlingen zich vaak mislukt als ze na een periode voelen dat ze willen veranderen van richting.

Leerlingen weten ook vaak te weinig over de verschillende richtingen waaruit ze kunnen kiezen en maken zich ook vaak meer zorgen over hoe hun school zal zijn en of ze vrienden zullen maken, dan ze goed nadenken over hun studiekeuzes.

Lagere status = technische richting

Leerlingen uit gezinnen met een lagere socio-economische status starten dan weer minder vaak in het Latijn of Moderne, ook als zij even goede resultaten behalen als leerlingen die het beter hebben thuis. Dat komt ook door het advies dat de scholen hun leerlingen vaak geven, want vaak geven zij hun leerlingen minder vaak het advies om een theoretische opleiding te kiezen.

Hoewel er niets mis is met het volgen van Latijnse of Moderne, is er ook niets mis met het volgen van een technische of beroepsrichting. En de gedachtegang dat we maar beter hoog kunnen starten, zodat we nog kunnen ‘zakken’, die moet eruit. Want hé, met alleen maar architecten worden er ook geen huizen gebouwd.