Artificiële intelligentie (AI) stelt beleidsmakers voor een moeilijke opdracht: hoe moeten we deze nieuwe technologie en de toepassingen erop reguleren? Verschillende organen kiezen voor verschillende aanpakken. Volgens Tijl De Bie, professor voor artificiële intelligentie aan de UGent, pakt de Europese Unie het verkeerd aan.
Artificiële intelligentie-expert: “We zouden beter de toepassingen reguleren in plaats van de technologie zelf”
Waarom is dit belangrijk?
Doordat Europa niet alleen de toepassingen van AI aan regels wil onderwerpen, maar ook de onderliggende technologie, bestaat het risico dat bedrijven hun activiteiten verplaatsen. Dat is uiteraard slecht voor de Europese economie.In het nieuws: de G7 kiest voor een tussenoplossing: een niet-bindende gedragscode voor AI. De strengere regels die de Europese Unie in de AI-act goot, blijven voorlopig een voorstel.
Volgens De Bie zullen de meeste mensen een onderscheid maken tussen “enerzijds de existentiële risico’s en anderzijds de meer beperktere kortetermijnrisico’s”. Hij definieert beiden:
- “De existentiële risico’s zijn de doemscenario’s dat AI de wereld gaat overnemen en tot een catastrofaal scenario zal leiden. Daar bestaat heel veel scepticisme rond. We kennen niet alle risico’s perfect, maar er is redelijk wat kritiek op dit soort scenario’s en het idee dat zoiets kan gebeuren.”
- “De kleinere risico’s zijn veel realistischer en wil men beperken met de regulering die eraan komt. Toch zijn er ook andere risico’s die daar niet zozeer onder vallen, maar wel heel belangrijk zijn. Zoals bijvoorbeeld het risico van grootschalige desinformatie en wat dat gaat doen met de gemeenschappelijke waarheid die we met elkaar delen.”
Toepassingen versus technologie
- “De structuur van de Europese AI-act is voornamelijk risico-gebaseerd”, weet De Bie. “Men gaat kijken naar de toepassingen van artificiële intelligentie in verschillende domeinen en men gaat strenge regels opleggen afhankelijk van het domein. Toepassingen op de arbeidsmarkt, het verzekeringswezen, of immigratie worden heel streng gereglementeerd. Andere dingen zoals bijvoorbeeld aanbevelingssystemen van producten zullen veel minder of helemaal niet gereglementeerd worden.”
- “Met ChatGPT is Europa in paniek geschoten omdat de kladversie van de regelgeving daar niet op voorzien was. Men heeft daar een nieuw luik aan toegevoegd, wat meer technologie-gebaseerd is. Men gaat focussen op de specifieke technologieën die onderliggend zijn aan ChatGPT en gelijkaardige systemen, de generatieve AI.”
- “Op die koerswijziging is heel veel kritiek gekomen, omdat je dan riskeert om een bepaalde technologie te gaan inperken in zijn ontwikkeling, specifiek binnen Europa. Economisch gezien zou dat een drama zijn. We zouden beter bij de initiële aanpak blijven: kijken naar de risico’s van de toepassingen en die gaan reguleren in plaats van de technologie zelf”, aldus de professor.
De kat uit de boom kijken
- “AI is een zodanig breed domein met zoveel complexiteit dat de wetgeving dat niet allemaal kan capteren. Al die verschillende nuances zijn van belang. In de achtergrond is er heel veel werk gaande om dat te operationaliseren. Mensen met technische en juridische bagage zijn daarmee bezig.”
- De Bie verwacht een sluitende AI-act nog niet van vandaag op morgen: “Men erkent dat artificiële intelligentie zal evolueren, de definitie van AI is heel vaag. De Europese Commissie beseft dat men de kat uit de boom moet kijken en de formulering houdt daar rekening mee.”