Premier Bart De Wever wil diep snijden in de Belgische ontwikkelingshulp. Volgens De Morgen plant hij een bijkomende besparing van 25 procent, bovenop de al voorziene verlaging tegen 2027. In totaal zou het budget daardoor halveren, van 1,2 miljard euro naar zo’n 600 miljoen euro per jaar.

De geplande maatregel maakt deel uit van De Wevers bredere begrotingsoperatie, die 10 miljard euro aan besparingen moet opleveren. Ontwikkelingssamenwerking is volgens hem een uitgavenpost waar nog marge zit. Tijdens de regeringsonderhandelingen pleitte hij al voor een halvering van het budget, een standpunt dat gedeeld wordt door coalitiepartner MR.

MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez ging zelfs nog verder en stelde dat ontwikkelingshulp volledig moet worden stopgezet. Volgens hem is ze “een vorm van schuldinductie” waar België niets concreets voor terugkrijgt.

Verzet binnen de regering

Niet iedereen binnen de federale regering volgt De Wever in zijn redenering. Vicepremier Maxime Prévot (Les Engagés), die bevoegd is voor Ontwikkelingshulp, waarschuwt dat verdere besparingen averechts zullen werken. “Ontwikkeling, diplomatie en defensie zijn de drie pijlers die oorlog en instabiliteit helpen voorkomen,” zegt hij. Minder hulp zou volgens hem leiden tot méér migratie, precies wat sommigen proberen tegen te gaan.

Ook cd&v en Vooruit verzetten zich tegen extra besparingen op dit terrein. Zij verkiezen andere beleidsdomeinen om geld te vinden en wijzen erop dat de Vlaamse ontwikkelingshulp al eerder werd verminderd.