Bekentenis van een drugsdealer: “Ik heb het meest schrik om mijn ouders te kwetsen”

Ik vroeg even rond in mijn kennissenkring of iemand mij in contact kon brengen met een praatgrage drugsdealer. Zo leerde ik Ronald kennen. Hij stemde toe met een interview, zolang hij maar anoniem kon blijven.

Ik: Hoi Ronald, laten we er maar direct invliegen. Welke drugs heb je zoal in de aanbieding?

Ronald: (Lacht) Tot voor kort verkocht ik afwisselend zo goed als alle drugs behalve heroïne: Wiet, hasj, XTC, speed, MDMA, cocaïne en sporadisch LSD en magic mushrooms. Maar cocaïne verkoop ik niet meer omdat het te verslavend is.

Ik: Zie je het dealen als een echte job en hoelang beoefen je het vak al?

Ronald: Ja en ik vind het zelfs een zware job. Ik doe het al bijna 20 jaar.

Ik: Waarom deal je eigenlijk?

Ronald: Om geld te verdienen. Sommige dealers zouden hierop misschien antwoorden dat ze mensen willen helpen maar bij mij is dat niet zo, ik doe het voor het geld.

Ik: Wat is je slechtste ervaring die je al had door het dealen?

Ronald: Er zijn er een paar. Ik werd enkele jaren geleden overvallen door een paar gasten en ik ben tijdens mijn beginjaren veroordeeld door een overijverige rechter. Door hem ben ik failliet geraakt. Hij heeft het voor mij onmogelijk gemaakt om ooit nog officieel te kunnen werken. Ik moest de som van 100 000 euro betalen. Dat kon ik natuurlijk niet in één keer leggen dus gingen ze mijn loon in beslag nemen. Om dit te vermijden zocht ik naar jobs waar ik slechts een minimumloon ontving en bleef ik als extraatje illegale zaken doen.

Ik heb door het dealen ook al eens enkele maanden in de bak gezeten.

Ik: Gebruik je zelf drugs en zoja, de welke?

Ronald: Ja, voornamelijk alcohol en regelmatig cocaïne en speed. Sporadisch rook ik al eens een joint en gebruik ik ketamine en DMT, daarnaast neem ik vaak ook pijnstillers en tranquillizers. Als ik een joint rook heb ik er wel meestal spijt van, ik word er stil van en kan niet meer goed functioneren dan. De wiet is niet meer zoals het was in de jaren ’60!

Ik: Let je op de kwaliteit van de cannabis die je verkoopt?

Ronald: Ja zeker, ik let daar op. Door jarenlange ervaring zie ik snel of er mee gesjoemeld is of niet. Er zijn een aantal mensen rondom mij die veel blowen en die ik op hun oordeel vertrouw. Er is ook een groot verschil tussen grote kwekers en kleine thuiskwekers. De grote kwekers probeer ik te mijden want dat is maffia, ze doen het enkel voor het geld en geven niks om kwaliteit. Terwijl de kleine kwekers met liefde voor het vak kweken.

Ik: Maar het hoeft niet biologisch gekweekt te zijn voor jou?

Ronald: Neen, zover ga ik niet.

Ik: Zou je de cannabis nog verkopen als je naderhand merkt dat het toch bewerkt werd?

Ronald: Hangt ervan af met wat het behandeld is. Moest het verzwaard zijn met bijvoorbeeld suikerwater dan zou ik het nog niet zo erg vinden want dat is volgens mij niet schadelijk. Ik vermeld het dan wel aan mijn klanten. Maar ik probeer zulke wiet wel te vermijden, desnoods geef ik het terug mee met de leverancier. Als ik zou merken dat de wiet beschimmeld is dan vraag ik één van mijn klanten of die er interesse voor heeft. Ik zever daar niet over en probeer het ook niet beter voor te stellen dan het is. Maar ik vind kwaliteit dus wel belangrijk!

Ik: Let je er ook op dat de wiet die je verkoopt een goede verhouding heeft van de actieve stoffen zoals CBD en THC?

Ronald: Neen en volgens mij zijn mijn klanten alleen geïnteresseerd in THC.

Ik: Heb je klanten die om medische redenen cannabis gebruiken?

Ronald: Neen, hoewel sommigen wel beweren dat ze het nodig hebben om rustig te worden.

Ik: Verkoop je soms ook aan minderjarigen?

Ronald: Neen, nooit. Die komen hier niet binnen.

Ik: Mag ik vragen hoeveel je verdient door het dealen?

Ronald: Dat hangt ervan af. Ik verdien er gemiddeld elke maand ongeveer 2500 euro mee. Ik verkoop nu iets van een 2 kg wiet en hasj per maand maar vroeger verkocht ik veel meer.

Ik: Hoe komt dat? Is het omdat er tegenwoordig meer dealers zijn?

Ronald: Onder andere maar ik stop ook af en toe enkele weken met verkopen, als ik op reis ben bijvoorbeeld, en zo verlies ik klanten. Mijn telefoon ligt ook niet altijd aan, ik hou het aantal klanten kunstmatig laag.

Ik: Ben je voorstander van decriminalisering van drugs?

Ronald: Ja, 100%! Om te beginnen omdat het anders in criminele milieus terechtkomt en dat maakt het moeilijk om zeker te zijn van de kwaliteit. (Zoals nu het geval is, red.) Maar ik vind het ook heel erg hypocriet dat een duizendmaal dodelijkere drugs, alcohol dus, wel overal te verkrijgen is en wiet niet. Ik vind mezelf in dat opzicht een ethische dealer.

Ik: Zou je zelf een legaal verkooppunt willen uitbaten als dat mogelijk zou zijn?

Ronald: Ik heb een relatief lang strafblad, ik zou nooit een vergunning kunnen krijgen om het legaal te verkopen. Maar volgens mij zijn er zelfs in landen waar wiet legaal is nog steeds mensen die het illegaal verkopen. Ik zou er dus op de één of andere manier nog wel wat aan kunnen blijven verdienen. Het voordeel van legalisatie is trouwens dat de staat er belastingen op kan verdienen, de regering staat daar niet bij stil!

Ik: Waar geef jij je geld aan uit?

Ronald: Aan het dagelijks leven want met mijn officieel inkomen kom ik er niet. Daarnaast doe ik mijn geld op aan veel te veel drank en drugs, reizen, escortes, vrienden trakteren en ik geef ook graag iets aan goeie doelen.

Ik: Heb je nog wel echte vrienden als je zo lang in dit vak zit?

Ronald: Ja toch wel, ik heb veel echte vrienden. Er is een duidelijk onderscheid.

Ik: Maakt het verkopen jou niet paranoïde?

Ronald: Bijna zo goed als nooit meer. Vroeger wel, maar ofwel overwin je die paranoia ofwel stop je er mee want anders heb je geen leven!

Ik: Waar heb je het meest schrik voor: om opnieuw overvallen te worden of om betrapt te worden door de politie?

Ronald: Geen van beide, ik heb het meeste schrik om mijn ouders te kwetsen. Ze weten wel dat ik deal maar toch…

Ik: Verleent het dealen je een bepaalde aantrekkingskracht of status?

Ronald: Ik denk gewoon dat voor sommige vrouwen geld aantrekkelijk is, het maakt niet uit vanwaar dat geld komt. En status, ja, bij sommige mensen wel. Onterecht.

Ik: Bedankt Ronald om zo openhartig te zijn.

(Ronald is een fictieve naam.)