Naar schatting honderd miljard vaten olie liggen te wachten in het zuiden van Engeland om opgegraven te worden. “Amper” vijftien miljard daarvan zouden ze effectief, maar wel goedkoop kunnen ontginnen. Dan nog is de vondst wel tien keer groter dan de laatste grootste olievondst in de Noordzee.

De olievoorraad werd ontdekt door het Britse bedrijf UK Oil & Gas Investments (UKOG), maar die uit de grond krijgen wordt geen simpele opgave. Omdat de oliereserves op land liggen, moet de benodigde infrastructuur voor de opgraving ervan, in overeenstemming met de omgeving zijn. Het oliegebied zou zich uitstrekken over rijke woonwijken en beschermde natuurgebieden. Het kan dus een langzaam proces worden.

De onaangeroerde olievoorraad zou wel relatief goedkoop op te graven zijn, en dat is goed nieuws voor de Britse economie. “Door de structuur van de ondergrond is de olie relatief makkelijk te ontginnen”, zegt olie-analist van Redmayne Bentley, Malcolm Bracken. “Zelfs hier, waar de olieprijzen aan de lage kant zijn, kan dit project perfect haalbaar en winstgevend zijn omdat het op land is. Veel andere olie-ontdekkingen zouden een pak duurder zijn.”

Duwtje in de rug voor Britse pond

Olie-ontginning is altijd een zege voor de nationale schatkist omwille van de belastinginkomsten die het oplevert. De energiezekerheid die het oplevert, is ook een factor die je niet mag onderschatten. “Een stijging in olieproductie zal de handel op gang krijgen en zal zo op lange termijn de Britse pond een duwtje in de rug geven”, klinkt het.

De vondst is nog maar net gedaan en toch zijn de tegenstanders daar al. Doug Parr, de chief scientist van Greenpeace UK zei: “Het Engelse platteland volbouwen met booreilanden en pijpleidingen om de laatste druppel olie uit Groot-Brittannië krijgen heeft geen enkele zin. Het is tijd dat we onze economie loskoppelen van de gevaarlijke rollercoaster van fossiele brandstoffen, en we gaan investeren in schone technologieën die ons nog decennia lang van energie kunnen voorzien.”