De Olympische Spelen in Parijs waren een succes voor België. Met tien medailles zetten onze atleten de beste prestatie in honderd jaar neer. Dat had echter nog een stuk meer kunnen zijn, want met acht vierde plaatsen en zes vijfde plaatsen was het ook vaak net niet.
België zakte naar de Olympische Spelen in Parijs af met 165 atleten die zouden uitkomen in 21 sporten. Het was de grootste delegatie sinds de Spelen van 1928 in Amsterdam. De verwachtingen waren vooraf dan ook hoog. Het gerenommeerde databureau Gracenote voorspelde namelijk dat ons land met twaalf medailles naar huis zou gaan.
Dat lukte uiteindelijk niet. De teller bleef steken op tien medailles, drie keer goud, één keer zilver en zes keer brons. De gouden medailles kwamen van twee keer Remco Evenepoel en één keer Nafi Thiam. Met tien medailles behalen we wel ons beste resultaat sinds de Spelen van 1924 in Parijs. België eindigt zo op de 25ste plaats in de medaillestand.
Diploma’s
Naast tien medailles won België ook heel wat olympische diploma’s. Dat is een officiële oorkonde die iedere atleet krijgt die in de top acht is geëindigd. Hoewel zo’n diploma voor veel atleten effectief een doel is, is het achteraf vaak ook zuur omdat het wil zeggen dat je heel dicht bij een medaille was.
Dat laatste was voor de Belgische delegatie in Parijs opvallend vaak het geval. In totaal won ons land maar liefst 23 diploma’s. Het ging om acht vierde plaatsen en zes vijfde plaatsen. Die vierde plaatsen waren er voor de Belgian Cats, de Red Panthers, de Belgian Tornadoes en de Belgian Waffles, maar ook voor Lotte Kopecky, Nina Derwael, Tim Brys en het eventingteam.
Tien medailles
Goud
- Remco Evenepoel: tijdrit wielrennen
- Remco Evenepoel: wegrit wielrennen
- Nafi Thiam: zevenkamp
Zilver
- Bashir Abdi: marathon
Brons
- Wout Van Aert: tijdrit wielrennen
- Gabriella Willems: judo
- Lotte Kopecky: wegrit wielrennen
- Fabio Van den Bossche: omnium baanwielrennen
- Noor Vidts: zevenkamp
- Sarah Chaâri: taekwondo