Vernietigende internationale pers over ons land. De bron van alle extremistische ellende in Parijs ligt in Brussel, en wat deed ons land precies om dat tegen te houden? Veel te weinig, zo vinden veel internationale stemmen. Onze reputatie krijgt een stevige deuk. En de huidige coalitie kan daarbij moeilijk alles op z’n voorgangers blijven afschuiven.
“Paris Attacks Reveal Belgium as the Heart of European Terror”, schrijft persbureau Bloomberg vanmorgen. “De aanslagen in Parijs zijn de laatste in een hele reeks aanslagen die telkens sterke links hebben naar België, het steeds grotere bewijs dat het land een van de grote havens is voor geradicaliseerde jongeren die Europa willen terroriseren.”
“Recruteringsnetwerken draaien rond België”, zegt David Gartenstein-Ross, een specialist in counter-terrorisme van de Foundation for Defense of Democracies. “Verschillende autoriteiten vragen zich af waarom militanten België beschouwen als een permissieve omgeving”. En ook: “Is het een gemeenschap waar extremisten relatief onder de radar kunnen blijven”. Bloomberg noemt ons land letterlijk “a playground for terrorists”.
Bloomberg is echt niet de enige. “Hotspot for terrorism”, schreef The Guardian. “Europe’s terror weak spot”, was wat Politico Europ erover stelde. De Franse pers is zo mogelijk nog kritischer. Le Monde vernietigend, Le Figaro noemt ons “de draaischijf voor jihadisten”.
Molenbeek, onze internationale ’trots’
Het is al langer geweten dat we verhoudingsgewijs het meest aantal buitenlandse strijders leveren aan het leger extremisten van de IS. Maar nu komt Molenbeek, de Brusselse gemeente van zo’n 100.000 inwoners, met een erg groot aantal nieuwe Belgen, in het vizier van terreurexperts.
En daarbij krijgen we er flink van langs: het beeld als laat ons land een broeihaard van extremisme toe blijft hangen. Le Figaro heeft het over Molenbeek in duidelijke bewoordingen: “Voor de vierde keer al in achttien maanden loopt het spoor van aanslagen naar dit getto van ellende, op zes kilometer van het monumentale hoofdkwartier van Europa.”
Konden we dan niets meer doen?
De vraag die iedereen zich stelt: konden we dan echt niets meer doen? Heeft ons land, haar leiders en vooral haar veiligheidsdiensten geen boter op het hoofd? In elk geval heeft Jan Jambon (N-VA), de vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken klare taal gesproken: “We hebben de zaak niet onder controle daar. We moeten een tandje bijsteken”. Hij heeft het letterlijk over “Molenbeek opkuisen”.
Bij de huidige federale coalitie van MR, N-VA, Open Vld en CD&V is er grote vastberadenheid om de zaak aan te pakken. Niet alleen omdat we internationaal een mal figuur slaan, maar vooral omdat veiligheid, law and order, hét thema is waarop N-VA en MR mekaar vinden als geen ander. Niet toevallig sprak ook premier Charles Michel (MR) afgelopen weekend over “inzetten op preventie, maar ook meer de kaart van repressie durven trekken”.
Of dat zal volstaan als uitleg voor de Fransen, na de aanslag, valt te betwijfelen. Eén van de daders die in Molenbeek verbleef stond al vijf jaar geseind voor extremisme. Hij zat recent wellicht nog in Syrië. En toch greep niemand in. De Franse veiligheidsdiensten hebben dus terecht wel vragen bij het feit dat niemand in België het licht op rood zette. En van het delen van cruciale inlichtingen was niet meteen sprake. De Franse minister van Binnenlandse Zaken Bernard Cazeneuve was daarover heel duidelijk. “Het merendeel van de mensen die vanuit België hebben bijgedragen aan deze aanslag, was niet bekend bij onze inlichtingendiensten. De uitwisseling van informatie moet dus beter gebeuren.”
Tijd dus voor maatregelen: een regeringscommissaris?
De toestand in Molenbeek is voor een deel de erfenis van een PS-beleid, zo wordt zowel bij MR als N-VA gesteld. De naam van Philippe Moureaux, het PS-kopstuk dat jarenlang de plak zwaaide in de Brusselse gemeente, valt dan steeds. Hij stond model voor een permissieve aanpak: altijd praten, maar nooit ingrijpen, zo zeggen z’n critici.
Moureaux was er als de kippen bij om terug te schieten: “Wat een belachelijke redenering. Er is één feit dat vaststaat: in al mijn jaren als burgemeester is dit soort incident nooit gebeurd.” Het toont de sfeer aan, ook in dit dossier van veiligheid, tussen PS en MR. Die leven op voet van oorlog in Brussel, waar ze vechten om de grootste en het politieke leiderschap. En voorlopig heeft de PS lokaal die strijd grotendeels gewonnen: ze vormden een Brusselse regering en veel lokale coalities zonder de MR.
Maar de MR lijkt niet van plan zich gewonnen te geven. En de N-VA springt gretig op die kar, met Jambon als man die voorop gaat in de strijd. “Hij wil het ‘zelf gaan opkuisen'”. In elk geval kan de federale regering een pak middelen vrijmaken. En er circuleren plannen om een ‘regeringscommissaris tegen radicalisme’ aan te stellen: iemand met extra bevoegdheden en middelen, die de Brusselse dossiers van radicalisering kan aanpakken. Op dit moment heeft Molenbeek bijvoorbeeld vier politieagenten die samen een Cel Antiterrorisme vormen. Dat zou aanzienlijk versterkt kunnen worden.”