“Om beslissingen te nemen moet je bruggen bouwen tussen verschillende niveaus”, meent Benjamin Dalle, medewerker van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en één van de Leiders voor Morgen. “Wij, jonge politici, zijn opgegroeid in een geglobaliseerde wereld met een machtig Europa, sterke deelstaten binnen België en informatica en sociale media als belangrijke drivers. Vroeger draaide alles rond de federale overheid, nu is het bestuur meerlagig. Dat verandert de manier waarop we aan politiek doen.”
Wat wordt volgens jou hét politieke issue van jouw generatie?
“We leven in een boeiend, maar beslissend tijdsgewicht. Het klimaat, ons welvaartsmodel, het migratiebeleid in Europa… Hoe willen we onze wereld achterlaten voor de volgende generaties? De beslissingen die nu worden genomen zullen het bepalen. Ik denk dat de huidige generatie dit stilaan ook beseft. Kijk maar naar het historisch klimaatakkoord in Parijs. Toch is er nog een lange weg af te leggen. Ook op ons eigen continent worden we vandaag geconfronteerd met moeilijke keuzes. Hoe zal Europa reageren op de toenemende stroom aan vluchtelingen, hoe gaan we om met de stijgende populariteit van extreem-rechts? Het zijn debatten die we niet uit de weg mogen gaan en waar onze generatie haar stem moet verheffen.”
“Specifiek in België vind ik dat de armoede problematiek onderbelicht wordt. 15 procent van de Belgen leeft onder de armoedegrens. Waar ik woon, in Brussel, loopt dit zelfs op tot een op de drie. Deze situatie is onrechtvaardig, maar is bovendien ook niet goed voor degenen die het wel goed hebben. Veel problemen, zeker in de steden, hebben te maken met armoede en ongelijkheid. Problemen als onveiligheid, vandalisme en sluikstorten, verloedering van wijken, en dergelijke meer, gedijen goed door armoede en werkloosheid en maken het leven van alle inwoners moeilijker, ook van de middenklasse. Ongelijkheid is een ziekte die een hele samenleving treft. Het antwoord hierop is niet populisme maar een sterk economisch en tewerkstellingsbeleid. Mensen zoveel mogelijk aan het werk helpen, is de beste garantie op vooruitgang. Voor degenen die niet meekunnen moet de overheid steun bieden om een menswaardig bestaan te garanderen en er weer bovenop te geraken.”
Wat is jouw ambitie?
“Als 16-jarige wilde ik secretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN) worden. De charismatische bruggenbouwer Kofi Annan stond toen aan het hoofd van de VN en in die dagen was the sky the limit. Nadien heb ik echter nooit aan “carrièreplanning” gedaan. Ik heb meestal kunnen doen wat ik graag deed en waarin ik me maatschappelijk nuttig kon maken. Elke job die daaraan beantwoordt zal ik in de toekomst ook met plezier doen.”
Zou je ook voor een andere partij kunnen militeren? Welke?
“Er zijn goede ideeën én goede mensen in alle partijen. In mijn werk op de kabinetten heb ik altijd goed kunnen samenwerken met de collega’s van de meerderheid, langs beide kanten van de taalgrens, maar was er ook een respectvolle verhouding met (verschillende leden van) de oppositie. Ik kan me dan ook inbeelden dat ik in een andere context zou gemiliteerd hebben voor anderen partijen die democratie, tolerantie en solidariteit hoog in het vaandel dragen. Toch stroomt vooral het DNA van CD&V door mijn bloed. Waar anderen de vuisten ballen, openen wij de hand en zoeken we naar oplossingen, met veel respect voor het middenveld en voor de vrijwillige inzet van zovele mensen. Bovendien vind ik het verre van evident om van partij te veranderen nadat men zich al heeft geëngageerd binnen een partij. Politiek is soms een harde wereld; precies daarom is het des te belangrijker om een aantal waarden te respecteren in de manier waarop je aan politiek doet. Integriteit, trouw aan het gegeven woord en loyauteit maken deel uit van die waarden. Veranderen van partij lijkt in veel gevallen daarmee moeilijk verzoenbaar.”
Is er binnen jouw partij een verschil in ideeën tussen de jongste generatie en de oudere generaties? Op welke domeinen? Dus: waar deel je de analyse van je oudere partijgenoten, waar wijkt ze er van af?
“Onze generatie is opgegroeid in een volledig andere context dan de vorige generaties. Dit houdt onder meer verband met de internationalisering en de Europeanisering, de defederalisering en de digitale revolutie. Anders gezegd: wij zijn opgegroeid in een geglobaliseerde wereld met een machtig Europa, sterke deelstaten binnen België en informatica en sociale media als belangrijke drivers. Dit betekent dat we anders kijken naar de politiek. Terwijl vroeger alles draaide rond de federale overheid, is het bestuur vandaag meerlagig. Om beslissingen te nemen moet je bruggen bouwen tussen verschillende niveaus. De digitale revolutie maakt het ook nodig om anders te werken. Onze generatie is daar wat meer mee vertrouwd dan sommige oudere partijgenoten. Via sociale media en netwerken wordt vandaag politiek sneller en anders gecommuniceerd. Soms zijn jonge politici ook gevoeliger voor nieuwe evoluties binnen de samenleving, zoals crowdfunding, deeleconomie, en dergelijke meer.”
“Onze generatie kijkt ook anders naar de verhouding tussen werk en privé-leven. We willen nog hard werken en ons politiek en maatschappelijk engageren, maar we willen daarvoor niet alles opgeven. Binnen elke generatie bij CD&V zijn er over bepaalde onderwerpen verschillende meningen, dus ook in de jonge generatie. Toch is er een grote verwantschap tussen de generaties binnen CD&V. Er wordt bij alle leeftijden veel belang gehecht aan sociale rechtvaardigheid, zin voor nuance en degelijk bestuur.”