In de begrotingsmaatregelen zit de langverwachte terugbetaling van een bezoek aan een psycholoog. In tegenstelling tot de prestaties van artsen, tandartsen, kinésitherapeuten, etcetera werden prestaties van (klinisch) psychologen nog niet vergoed door de ziekteverzekering in ons land. De motivatie van de regering is uiteindelijk puur financieel: Belgen slikken door (huis)artsen en psychiaters voorgeschreven en deels terugbetaalde antidepressiva en antipsychotica alsof het snoep is: meer dan 1,2 miljoen mensen gebruiken ze dagelijks, of ruwweg 1 op 8 Belgen. Maar gaat de nieuwe maatregel daar iets aan veranderen? Wellicht niet, en dit is waarom:
Het feit dat een bezoek aan de psycholoog voortaan zal worden terugbetaald, is an sich een hele goeie zaak. Eén op de vier mensen krijgt vroeg of laat af te rekenen met psychische problemen. Over de periode van een jaar kampen ongeveer 700.000 mensen met een psychisch probleem in ons land. Velen van hen kunnen geholpen worden door enkele sessies bij een psycholoog, al is dat voor een groep mensen onbetaalbaar. Een sessie bij een psycholoog kost gemiddeld 50 euro.
Veel van die mensen geraakten desalniettemin niet tot bij een psycholoog. Want niet terugbetaald en – hier wringt nog steeds het schoentje – die psychologen kunnen geen antidepressiva en antipsychotica voorschrijven.
Er is nog iets: gemiddeld bedraagt het tarief van een klinisch psycholoog in België slechts de helft van een collega in Nederland. De vraag is maar of dat zo gaat blijven eenmaal er terugbetaling is.
Psychotherapie als behandelvorm, weliswaar voorbehouden aan klinisch psychologen, klinisch orthopedagogen en artsen, is overigens pas erkend in ons land sinds 1 september 2016.
Officieel heet het dat de terugbetaling een maatregel is die kadert in het betaalbaar maken of houden van de geestelijke gezondheidszorg, een prioriteit voor minister van Volksgezondheid Maggie De Block.
Maar, wat de regering echt wil is dus het aantal Belgen dat voorgeschreven gelukspilletjes slikt fors terugdringen. Niet per se omdat ze tegen die pillen is, wél omdat de (gedeeltelijke) terugbetaling van die pillen handenvol geld kost.
Elk jaar komen er 60 à 100.000 Belgen bij die antidepressiva en antipsychotica slikken
Elk jaar komen er 60 à 100.000 Belgen bij die antidepressiva en antipsychotica slikken. Op de Scandinavische landen na zijn we kampioen. Belgen slikken antidepressiva en antipsychotica alsof het snoep is: meer dan 1,2 miljoen mensen gebruiken ze dagelijks, of ruwweg 1 op 8 Belgen.
De Scandinaven hebben nog een beetje excuus, want het blijkt wel degelijk dat lange, donkere winters een immens effect hebben op het gemoed van de mens.
In ons land kennen we die extremen niet. En toch zitten 1,2 miljoen Belgen aan pillen die hen gelukkiger moeten maken. Het is een realiteit die we niet willen horen, of kunnen horen misschien in 1,2 miljoen gevallen. Dit zijn geneesmiddelen die serieus met je hersenen klooien, dat is net hun doel, ze veranderen de architectuur van je hersenen.
Dat deze pillen bestaan is op zich goed nieuws. De manier waarop ze voorgeschreven en gebruikt of misbruikt worden, is dat niet. Want antidepressiva en antipsychotica werken nu eenmaal, en voor sommige mensen is dat een hele goeie zaak.
De grote vraag is alleen of zoveel mensen ze wel echt nodig hebben. Gezien ze in de rest van de wereld het ook wel kan redden zonder, of tenminste met veel minder, lijkt het van niet.
Het probleem met pillen
De voornaamste categorie van anti-depressiva, de SSRI’s, waar ondermeer Sipralexa (escitalopram) maar ook Prozac bijhoren, verminderen fameus je reactievermogen en inschattingsvermogen in het verkeer. En je rijvaardigheid.
SSRI’s veranderen ook je hersenen. En ze doen dat erg snel en effectief blijkt uit nieuw onderzoek. Eén dosis wijzigt al binnen de drie uur de architectuur van je brein. De hoeveelheid onderlinge verbindingen in de meeste hersengebieden wordt bijvoorbeeld verminderd.
We weten ondertussen ook dat de antidepressiva ondermeer hartfalen op middellange termijn spectaculair verhogen, en dat ze ondermeer osteoporose in de hand werken. Wie lange tijd antidepressiva slikt heeft dubbel zoveel kans om op latere leeftijd met botbreuken te worden geconfronteerd.
Recent werden 31 geneesmiddelen geïdentificeerd die gewelddadigheid en agressiviteit kunnen veroorzaken. En op die lijst scoren SSRI’s het hoogst en meest consistent als veroorzakers van gewelddadig gedrag. Slapeloosheid is nog zo’n bijverschijnsel. Twee dingen waar gelukkig ook pillen voor bestaan, wat wellicht mede verklaart waarom we ook op het vlak van slaappillen en kalmeerpillen zo’n kampioenen zijn in België.
Sekskillers
SSRI’s leiden ook tot “significant meer beroertes” en van geen enkel antidepressivum is vastgesteld dat het veilig tijdens zwangerschap kan worden toegepast. Er is een verband aangetoond tussen het gebruik van SSRI’s tijdens de zwangerschap en persisterende pulmonale hypertensie bij het pasgeboren kind. Het gebruik van SSRI’s tijdens de zwangerschap verhoogt het risico op een spontane abortus sowieso met 61 %. In recente studies werd verband gevonden tussen gebruik in de eerste 13 weken van de zwangerschap autisme bij het kind.
SSRI’s zijn ook notoire sekskillers. Verminderd tot geen libido, erectiestoornissen en vertraagde ejaculatie bij de mannen, en genitale gevoelloosheid en opwindingsproblemen bij beide geslachten, het hoort er blijkbaar gewoon bij. Bovendien is er iets dat post-SSRI sexual dysfunction heet en ervoor zorgt dat de seksuele problemen ook na beëindiging van de medicatie blijven voortduren. Maanden, jaren, en in sommige gevallen zelfs definitief.
Er is ook meer en meer bewijs dat antipsychotica, maar ook antidepressiva, het toenemen van dementie maar ook Parkinson veroorzaken. Als dat klopt, staat er ons wat te wachten op behoorlijk korte termijn. Het is nu even tijd om te kijken naar wie aan de pillen hangt.
Kinderen
Het goede nieuws hier is dat het gebruik in z’n geheel van antidepressiva daalt bij kinderen, met 15 procent de jongste tien jaar. Dat heeft wellicht te maken met waarschuwingen die al dateren van voor 2000 dat ze een verhoogd risico inhouden op zeldoding en automutilatie bij kinderen en adolescenten.
Anderzijds steeg het gebruik van escitalopram, fluoxetine, trazodon, bupropion en mirtazapine bij kinderen in die periode met 20 procent. Raar, want alleen fluoxetine is geschikt voor patiënten onder de 18. (Wat angstremmers en kalmeerpillen betreft is er geen daling, in tegendeel, een spectaculaire stijging bij kinderen en adolescenten. Bijna een verdubbeling in tien jaar.)
Bij twintigers en dertigers stijgt het verbruik van antidepressiva lichtjes – maak je geen illusies, het ligt nog altijd vele malen hoger dan in andere landen, maar het is vanaf veertig dat we blijkbaar echt heel ongelukkig worden. Eén op ongeveer vier van de 50-plussers hangt aan de kalmeerpillen, antidepressiva of een of andere vorm van gelukspil. Volgens sommige cijfers is het nog meer.
Hoewel er veel tamtam werd gemaakt over het feit dat de nieuwe generaties van deze pillen niet verslavend zijn, en puur lichaamlijk zijn ze dat ook niet, blijken ze dat in de praktijk wel te zijn. Mensen willen er niet mee stoppen omdat ze zich doorgaans beter voelden toen ze ze innamen.
Goeie maatregel dus. MAAR
Al die dingen in acht genomen, kijken we dus aan tegen een goeie maatregel. Want als mensen effectief geholpen kunnen worden zonder die pillen door psychologen, zijn niet alleen de schatkist, maar ook die patiënten zelf beter af.
Maar.
Gaat het zo werken? Een beetje realisme dient zich aan. Waarom zouden patiënten die nu via hun huisarts of specialist grotendeels terugbetaalde antidepressiva voorgeschreven krijgen spontaan kiezen voor een systeem waarbij ze in behandeling gaan bij een psycholoog?
Laten we eerlijk zijn: de meeste van de patiënten willen een snelle, in hun ogen effectieve oplossing. Lees: pillen. Daar komt nog iets bij: er is niet echt bewijs dat in landen waar psychologen wél geïntegreerd zijn in het gezondheidsstelsel, het gebruik van antidepressiva daalt. Integendeel, het verbruik van antidepressiva en antipsychotica ligt in die landen bij de hoogste.
Als je echt het gebruik wil terugdringen, zijn meer ingrijpende maatregelen nodig. Bijvoorbeeld: het terugbetalen van die antidepressiva aan voorwaarden verbinden en ervoor zorgen dat bijvoorbeeld alleen specialisten ze nog kunnen voorschrijven of tenminste dat huisartsen ze niet meer zo makkelijk kunnen voorschrijven.