Zuhal Demir, staatssecretaris voor Gelijke Kansen (N-VA), en Koen Geens, minister van Justitie (CD&V), hebben een wet opgesteld waardoor iemand van geslacht kan veranderen door een zuiver administratieve procedure. De achterhaalde praktijk waar transgenders eerst een operatie moesten ondergaan en daar dan bewijs van leveren om het M- of V-tekentje op hun identiteitskaart te veranderen, is verleden tijd. Toch is er volgens transgenderbelangengroepen nog werk aan de winkel.

Mensenrechtenschending

Jeroen Borghs, woordvoerder van holebi- en transgenderbelangenvereniging Çavaria, vindt de wet een stap in de goede richting. “De vorige wet om je genderidentiteit officieel te maken, ging uit van mensenrechtenschending”, zo vertelt Borghs. “Transgenders werden verplicht tot operaties en sterilisatie. Daar maakt de nieuwe wet gelukkig komaf mee.”

Volgens Borghs is het hoog tijd dat de wetten rond genderidentiteit worden aangepast. “We liepen, hier in België, al een tijdje achter op dat vlak tegenover het merendeel van de andere Europese landen. (…) Dat komt omdat de juridische wetgeving rond genderidentiteit steeds uitgaat van medische principes, terwijl genderidentiteit niets met medische praktijken te maken heeft.”

Demedicalisering

Volgens Borghs is er in de wetgeving, zoals die nu door powerkoppel Demir/Geens wordt voorgesteld, toch nog veel ruimte tot verbetering. “Wij pleiten voor een volledige demedicalisering“, aldus Borghs. “De Geens/Demir-wet onderwerpt transgenders van 16 tot 18 jaar nog aan psychiatrisch onderzoek. Daar zijn wij tegen. We hopen dat dat in de toekomst nog aangepast wordt.”

Genderfluide

Een ander groot mankement aan de nieuwe wetgeving is, volgens Borghs, het feit dat je maar één keer de kans krijgt je gender officieel aan te passen. Om dat een tweede keer te doen, moet je een gerechtelijke procedure doorlopen. “Veel transgenders zijn genderfluide. Dat wil zeggen dat zij hun gender niet specifiek van dag tot dag willen bepalen. Wij vinden dat de wetgeving ook plaats moet laten voor hen”, zo vertelt Borghs. “Volgens ons hebben organisaties zoals bijvoorbeeld Çavaria een grote invloed gehad op het aanpassen van de wetgeving en we zullen in de toekomst zeker doorgaan om de genderwetgeving op punt te krijgen.”