Bomen zijn geen wondermiddel tegen klimaatverandering blijkt uit twee nieuwe onderzoeken

De resultaten van twee onderzoeken die vorige week zijn gepubliceerd roepen nieuwe vragen op over hoeveel de wereld kan vertrouwen op bossen en het aanplanten van bomen om toenemende hoeveelheden koolstof op te slaan en tegen de klimaatverandering te vechten.

Bossen nemen een grote hoeveelheid van de planeetverwarmende koolstofdioxide op die mensen in de atmosfeer brengen wanneer ze fossiele brandstoffen verbranden. Maar zullen bomen dat tempo aanhouden als de mondiale temperatuur stijgt?

De klimaatstress neemt immers veel sneller toe naarmate de planeet opwarmt dan wetenschappers hadden verwacht. We zien nu al enorme bosbranden en door droogte veroorzaakte bossterfte. Als die bomen sterven, gaat die koolstof terug de atmosfeer in. We zien ook aanwijzingen dat de voordelen die bomen halen uit hogere niveaus van koolstofdioxide in een opwarmende wereld mogelijk beperkter zijn dan mensen zich realiseren. Het is dus waarschijnlijk geen goed idee om in de 21e eeuw op bossen te rekenen als een wijdverbreide koolstofput, vooral als samenlevingen hun uitstoot niet verminderen.

De kar met twee paarden

Twee belangrijke dingen zijn van invloed op de groei van bomen: fotosynthese (hoe bomen zonlicht en koolstofdioxide omzetten in voedsel) en het proces van celdeling en expansie. Er is al lang een discussie gaande over wat de grootste motor is voor de groei van bomen.

Een goede metafoor is hier een kar met twee paarden. De kar die over de weg rijdt, is de boom die groeit, en er zijn twee paarden voor gespannen, maar we weten niet welke het werk doet om de kar te trekken. Eén paard is fotosynthese. Dat is heel intuïtief – hier komt alle koolstof vandaan voor het bouwen van cellen. Maar we weten dat er een ander paard is: om meer hout te laten groeien, moeten bomen cellagen laten groeien, en de cellen moeten uitzetten en delen. Dat celgroeiproces is erg gevoelig voor klimaatveranderingen en heeft de neiging tot stilstand te komen als de omstandigheden droog zijn.

Effect van droogte onderschat

We gaan er van uit dat fotosynthese het dominante proces is. Maar er is sterker bewijs gevonden dat deze cellulaire processen die gevoelig zijn voor droogte, eigenlijk meer doen om de groei te stimuleren of te beperken.

Onderzoekers gebruikten boomringgegevens van duizenden bomen in de VS en Europa en metingen van fotosynthese in nabijgelegen bossen om te controleren of boomgroei en fotosynthese in de loop van de tijd gecorreleerd waren. Als ze hetzelfde patroon zouden volgen, toenemend of afnemend in dezelfde jaren, zou dat hebben gesuggereerd dat fotosynthese het paard was dat de kar trok. In plaats daarvan vonden ze geen correlatie.

Dat suggereert dat droogte, in plaats van de hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht, de grootste impact kan hebben op hoe snel bomen in de toekomst groeien. In veel regio’s zien we nu al vaker en hevigere droogtes.

Klimaatstress door branden en insecten

Uit een andere studie blijkt dat naarmate de planeet warmer werd, het risico op natuurbranden de afgelopen eeuw aanzienlijk is toegenomen. In een scenario met gemiddelde emissies zal het risico op natuurbranden naar verwachting nog met een factor vier toenemen. Droogte- en insectenplagen-risico’s nemen met zo’n 50% tot 80% toe.

Samen suggereren deze onderzoeken dat de voordelen van kooldioxide voor groei lang niet zo groot zullen zijn als mensen dachten, en dat het risico op klimaatstress, met name bosbranden, droogte en insecten, veel groter zal zijn dan mensen verwachten. Dat heeft enorme gevolgen voor het gebruik van bossen als koolstofcompensatie.

Meer
Lees meer...