Vanavond kwamen de ministers van Volksgezondheid vervroegd samen om te beslissen over een versnelde boostercampagne. Door de snelle opkomst van de Omikron-variant in ons land werden de ministers verplicht ook sneller te schakelen. Vlaams minister voor Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) maakte het nieuws bekend via Twitter.
Het interval van Pfizer en Moderna wordt ingekort van 6 maanden naar minstens 4 maanden na de tweede prik. Op die manier kunnen we boostervaccinatie versnellen, een belangrijke verdedingslinie tegen de Omikron-variant. Vlaanderen maakt zich klaar om te versnellen. #IMC
— Wouter Beke (@wbeke) December 15, 2021
Naar schatting 3,25 miljoen extra Belgen, die eerst ingeënt werden met Pfizer of Moderna, komen in aanmerking voor de versnelde booster. Dat zorgt dat zij al vanaf februari extra bescherming tegen het coronavirus kennen. Voor wie zijn eerste prikken met AstraZeneca of Johnson & Johnson kreeg, verandert er voorlopig niets.
Voorafgaand aan het overleg raadde het Taskforce Vaccinatie de inkorting van het tijdsinterval tussen de tweede Pfizer- of Moderna-prik en de boosterprik aan.
Gisteren kondigde de Nederlandse regering reeds aan de boosterprik te vervroegen. Nederlanders mogen drie maanden na hun tweede prik zo’n booster ontvangen, in plaats van na zes maanden.