De Catalaanse premier Carles Puigdemont wil de onafhankelijkheidsprocedure doorzetten. “De onafhankelijkheidsverklaring is opgenomen in de referendumwet. We zullen de wet volgen”, zei Puigdemont in een interview met Catalaanse TV3, verwijzend naar de wet die begin september door het regionale parlement van Barcelona werd aangenomen. Naar verwachting kondigt Puigdemont morgenavond in een toespraak voor het Parlement in Barcelona onafhankelijkheid aan. En wat dan? Wat verandert er? Kan je er bijvoorbeeld nog met euro’s betalen?
Ondanks massaprotest in Spaanse steden gaat Catalonië dus gewoon door op de ingeslagen koers naar onafhankelijkheid. Zo’n 350.000 betogers hebben gisteren in het centrum van Barcelona hun steun uitgesproken aan de nationale eenheid in Spanje. Ook voerden zij actie tegen de mogelijkheid afsplitsing van Catalonië.
De aanwezigen zwaaiden met Spaanse en Catalaanse vlaggen en scandeerden “leve Spanje, leve Catalonië”. De grote massa betogers gaat daarmee lijnrecht in tegen de wens van de Catalaanse deelstaatregering om zich af te scheiden van Spanje.
Tijdens het referendum van vorige week zondag sprak 90% van de stemmers zich uit voor onafhankelijkheid, maar bijna 60% van de stemgerechtigden bleef thuis.
“Nooit toestaan”
Zaterdag werd in veel Spaanse steden, waaronder Madrid en Barcelona, ook al gedemonstreerd tegen onafhankelijkheid van Catalonië. De Spaanse premier Mariano Rajoy zei in een interview met dagblad El Pais gisteren dat zijn regering “nooit zal toestaan dat Catalonië zich afscheidt van Spanje.”
Rajoy sloot eerder bemiddeling met de Catalanen in de kwestie uit. Daarvoor moet volgens hem Puigdemont, die met dialoog uit de grootste politieke crisis van afgelopen decennia wil komen, zich eerst aan de grondwet houden.
Volgens de Spaanse koning Felipe zetten de Catalaanse leiders met hun voornemen om zich van Spanje af te scheiden “de economische en sociale stabiliteit” in de regio en in heel Spanje op het spel. De monarch verweet hen dinsdag onder andere “onverantwoordelijk gedrag” door een tegen de wet in een referendum te houden.
Bemiddelen?
Spanje en Catalonië blijven dus op het gebied van een onafhankelijke nieuwe staat lijnrecht tegenover elkaar staan. Als regiopresident Puigdemont het hard speelt en morgen een onmiddellijke, eenzijdige afscheiding van Spanje doorvoert, heeft dat grote gevolgen. De internationale gemeenschap erkent Catalonië niet als staat, waardoor het meteen geen onderdeel meer is van de EU en ook buiten de Schengenzone valt. En als de Spaanse premier Rajoy het heel hard wil spelen, kan hij artikel 155 van de grondwet inzetten. Met dat artikel kan Spanje de autonomie van Catalonië opheffen. Dan wordt het Catalaanse parlement helemaal ontbonden. In het interview met El Pais sloot Rajoy niet uit dat hij artikel 155 zal gebruiken.
Om beide situaties te voorkomen, moet er onderhandeld worden. Maar de Spaanse regering wil alleen onderhandelen als de Catalanen hun onafhankelijkheidsidee laten varen. En de Catalanen willen alleen onderhandelen over hoe hun onafhankelijkheid gestalte kan krijgen. Dus moet er bemiddeld worden, maar door wie?
In Europa is alvast weinig steun voor een onafhankelijk Catalonië. De grote politieke partijen staan vierkant achter de Spaanse regering. De leider van de sociaaldemocraten in het Europees Parlement, de Italiaan Gianni Pittella, riep de Catalaanse regering op om de onafhankelijkheid niet uit te roepen en Guy Verhofstadt, de leider van de liberalen, noemde het zelfs onverantwoord.
Maar als Catalonië de komende dagen de onafhankelijkheid toch uitroept, wat dan?
Allereerst moet een nieuwe soevereine staat op binnenlands gebied veel regelen. Er moet een staatsvorm gekozen worden. Kiest het nieuwe land bijvoorbeeld voor een monarchie, of voor een republiek? Wat schrijf je in de grondwet? En welke vlag ga je voeren? Wat wordt het volkslied? Voor al die dingen hebben ze in Catalonië blijkbaar al een antwoord klaar.
Maar een stuk lastiger wordt de internationale positie van de nieuwe staat. Als een streek zich besluit af te scheiden van het moederland, dan gelden de internationale verdragen die dat moederland heeft met andere landen niet meer. Er zal opnieuw moeten worden onderhandeld over het lidmaatschap van internationale organisaties bijvoorbeeld, zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie.
Hoe sterk die onderhandelingspositie is, hangt voor een groot deel af van de relatie met het moederland en de steun die de nieuwe staat krijgt van de internationale gemeenschap. Is die relatie goed, dan zullen het moederland en zijn bondgenoten de nieuwe staat hoogstwaarschijnlijk helpen bij de toetreding tot internationale verdragen en organisaties. Maar is die relatie niet zo goed, of zelfs ronduit slecht, dan wordt het lastiger. En dat is hier wel het geval.
Lastig, maar niet onoverkoombaar
Spanje kan een veto uitspreken over de Catalaanse aanvragen. Het is een belangrijk EU-lid en zal waarschijnlijk veel steun krijgen van zijn bondgenoten. Er bestaat een grote kans dat andere landen Spanje dus zullen volgen en ook tegen een lidmaatschap van de Catalanen zullen stemmen.
Wanneer je als nieuwe staat niet wordt toegelaten tot internationale organisaties dan is dat lastig, maar niet onoverkoombaar. Een nieuwe staat zal dan proberen diplomatieke betrekkingen aan te knopen met individuele landen die dat willen. Door steeds meer diplomatieke banden aan te gaan versterk je als nieuwe staat je positie. Zo kun je na verloop van tijd alsnog in een sterke en gunstige onderhandelingspositie komen voor lidmaatschap van internationale verdragen.
Euro of niet?
En dan zijn er de economische gevolgen. Zo zal de nieuwe staat moeten kiezen: willen we een eigen munt invoeren of kiezen we voor een bestaande munt? Stel dat Catalonië onafhankelijk wordt, dan zijn ze uit de EU en per definitie ook uit de euro. Ze kunnen er dan voor kiezen een eigen munt in te voeren, maar daarvoor zullen ze wel eerst een centrale bank moeten oprichten. Omdat voor Catalonië de handel met Spanje en het euro-gebied dominant is, is het belangrijk voor de Catalanen dat die nieuwe munt gekoppeld wordt aan de euro.
Op die manier kan de waarde van de nieuwe munt bepaald worden. De centrale bank zal vervolgens genoeg kapitaal moeten hebben om de gekoppelde waarde van de nieuwe munt ten opzichte van de euro te handhaven. Het ziet er nu naar uit dat Catalonië dat kapitaal niet heeft, waardoor het handhaven van een eventuele nieuwe munt heel moeilijk wordt.
De Catalanen hebben ook een tweede optie. Ze kunnen ervoor kiezen om de euro als munteenheid te houden. Maar ze hebben er dan geen enkele zeggenschap over. Zo mogen ze niet meebeslissen over de rente en wanneer ze extra bankbiljetten nodig hebben zijn ze afhankelijk van de andere EU-landen. Dat brengt dus een heleboel beperkingen met zich mee.
Ook een belangrijk punt is het ontbreken van afspraken over internationaal betalingsverkeer. Zo is bijvoorbeeld het betalingsverkeer van Europese landen in Europees gebied aan elkaar gekoppeld. Wanneer een Belg nu in Barcelona geld uit de muur haalt, dan wordt dat betalingsverkeer onderling tussen de banken verrekend. Maar als je niet langer lid bent van de EU of deel uitmaakt van de euro, geldt die regeling niet meer. Ook voor zo’n dingen moeten nieuwe afspraken worden gemaakt.