Voortaan beschikken lokale besturen over de individuele gegevens van coronapatiënten en mogen ze aan contactopsporing doen. Dat meldt Vlaams minister van Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V). Hij wijst er ook op dat het systeem van contactopsporing in Vlaanderen verbeterd is.
Stads- en gemeentebesturen beschikken voortaan over de individuele gegevens van besmette inwoners. Vorige week klaagden verschillende steden en gemeenten nog dat het contactonderzoek in Vlaanderen misliep en dat ze dat contactonderzoek van Beke niet zelf in handen mochten nemen.
Ondertussen is er een akkoord bereikt over hoe steden en gemeenten wel kunnen meewerken aan de contactopsporing. Om te beginnen, beschikken de lokale besturen over de individuele gegevens van besmette mensen.
De lokale besturen beschikken al sinds vrijdag over gegevens op wijkniveau over de besmettingen in hun stad of gemeente via de Zorgatlas. Om meer te kunnen doen met deze gegevens zullen ze dus ook de individuele gegevens ter beschikking krijgen.
Een medische expert, die verbonden is aan de zorgraad van de eerstelijnszone waar de betrokken stad of gemeente onder valt, zal deze individuele gegevens ter beschikking stellen. Deze zestig zones in Vlaanderen en Brussel moeten het werk van lokale besturen en zorg- en hulpverleners beter op elkaar laten aansluiten. Per werkgebied is de organisatie van de eerstelijnszorg in handen van de vzw Zorgraad.
Wel moeten deze medische experten in de verschillende zorgraden nog worden aangesteld. Beke stelt dat dankzij deze manier van werken het beroepsgeheim en de patiëntenrechten gerespecteerd zal kunnen worden.
Autonoom contactopsporingssysteem
Dan zijn er nog de drie manieren waarop lokale initiatieven en het centrale systeem van contactopsporing elkaar kunnen aanvullen.
Ten eerste wordt er aandacht besteed aan de opvolging van de maatregelen. Zo leggen lokale besturen de focus op sensibilisering en handhaving van de coronamaatregelen, het belang van meewerken met contactopsporing en het volgen van de quarantaine-regels.
Daarnaast mogen de lokale besturen zelf meewerken aan de uitbraakbeperking en kunnen ze daarbij helpen met de centrale contactopsporing, vooral om te bekijken of er bepaalde clusters of besmettingshaarden bestaan.
Het kabinet van Beke stelt dat het in de eerste plaats belangrijk is dat de lokale besturen ook zelf een autonoom contactopsporingssysteem op poten zetten. “Dit is gekoppeld aan enkele specifieke voorwaarden met betrekking tot vertrouwelijkheid, aansprakelijkheid en garantie op het invoeren van gegeven in het centrale systeem”, stelt Beke.
Na een maand zal dit systeem geëvalueerd worden.
“Contactopsporing verbeterd”
Daarnaast herhaalt Beke dat de cijfers van de contactopsporing verbeterd zijn. De minister stelt dat er een aantal verbeteringen werden aangebracht aan het systeem van de centrale contactopsporing.
Vandaag wordt bijna 75 procent van de besmette patiënten binnen 24 uur gecontacteerd. 95 procent van hen wordt binnen de drie dagen afgehandeld.
Dinsdag gaan Beke en Vlaams minister van Samenleven en Binnenlands bestuur Bart Somers (Open Vld) verder toelichting geven aan de steden en gemeenten.