Coucke en co in wachtrij met privéjet: niemand mag nog vliegen bij slecht weer op luchthaven Kortrijk, na geknoei met vergunning

Het is een scenario uit een slechte comedy: omdat niemand ervoor zorgde dat de vergunningen in orde waren, mag op de luchthaven van Kortrijk-Wevelgem niet meer gevlogen worden bij slecht weer. De FOD Mobiliteit trok op vraag van het Europese controleorgaan EASA de vergunning in. Gevolg: een ramp voor een hele reeks vermogenden, die via Kortrijk hun privéjet nemen. Over het management van de luchthaven duiken kritische vragen op. “De regels moeten worden opgevolgd”, zo reageert het kabinet van minister van Mobiliteit François Bellot (MR).

Marc Coucke, Joris Ide, Filip Balcaen: ronkende namen in de wereld van de Vlaamse zakenwereld, met vele miljoenen euro’s op de rekening. En één ding hebben ze tegenwoordig gemeen: ze staan een pak meer in de file. Of ze staan met hun privéjet vast op de tarmac. Want de uitvalsbasis van deze zakenmensen, de luchthaven van Kortrijk-Wevelgem, zit bij slecht weer potdicht. En dan zit er niets anders op dan naar Oostende of Zaventem of zelfs Lille uit te wijken.

Kortrijk-Wevelgem is geen luchthaven voor het grote publiek, vorig jaar waren er 75.234 passagiers. Maar ze concentreren zich doelbewust op die markt van zakenverkeer; heel veel privéjets vliegen vanaf deze luchthaven. Voor de zakenlui die heel regelmatig een jet leasen (kopen is voor de meesten onbetaalbaar, de prijs om een jet voor één vlucht te leasen ligt tussen de 6.000 en 20.000 euro) is Kortrijk-Wevelgem superhandig in het plaatje: makkelijk te bereiken, nooit file onderweg of wachtrijen op de luchthaven zelf.

Maar sinds november zette de luchthaven een stevige stap achteruit. Ze verloor haar vergunning om toestellen enkel op instrumenten te laten landen: voortaan mag dus enkel bij genoeg zichtbaarheid een vliegtuig opstijgen of landen. Die regels zijn streng, onder meer zichtbaarheid tot 5 km is vereist. Van zodra het dus wat slechter weer is, of mistig, ligt de luchthaven stil.

Het verhaal leest als onkunde van het management van de luchthaven. Al jaren vroeg het Europees controleorgaan EASA, het European Aviation Safty Agency, om de correcte regels na te leven. Tot nu toe waren de Belgische controleurs van het Directoraat-Generaal Luchtvaart (DGLV), de controledienst die afhangt van de FOB Mobiliteit meer meegaand. Maar Europa had er eind vorig jaar genoeg van. Er waren genoeg waarschuwingen geweest, zo zeggen insiders. De apparatuur is wel aanwezig op de luchthaven, maar heeft niet de juiste certificaten meer. Uiteindelijk gaf de DGLV het bevel om de apparatuur van de luchthaven die piloten toelaat om op instrumenten te vliegen bij slecht weer uit te schakelen.

Directeur luchthaven: “Die certificaten, dat is zoals een examen, je weet dat niet op voorhand”

De directeur van de luchthaven, Stefaan Van Eeckhoutte, minimaliseert in gesprek met newsmonkey het probleem: “Door een verstrenging van de certificatie zijn een aantal zaken niet in dienst. Wat het probleem exact is? Dat moet u aan Europa vragen. Het is Europa die heeft ingegrepen.”

Op de vraag of hij dit niet had moeten zien aankomen reageert hij zeer laconiek: “Er moet een aantal zaken verbeteren. Maar kijk, ons dossier is niet aanvaard door de DGLV, we zijn niet gecertificeerd geraakt. Of we dat niet hadden moeten zien aankomen? Wel neen, je dient een dossier in en probeert je examen te doorstaan. Dat weet je niet op voorhand.”

Bij de FOD Mobiliteit klinkt een heel ander verhaal. Woordvoerder Sven Heyndrickx is scherp: “Het is niet onze fout dat de luchthaven nu op beperkte capaciteit moet functioneren. Dat ze nu naar ons wijzen, is schieten op de boodschapper. Er zijn een aantal regels van de EASA, en de luchthaven moet die toepassen. Er zit maar één ding op: de voorzieningen die Europa vraagt gewoon te installeren. Ze moeten voldoen aan die regels. Punt.”

“Allicht hadden ze dit zien aankomen, in principe zouden ze moeten weten onder welke regels ze moeten vallen. Misschien hebben ze gedacht dat de soep niet zo heet zou gegeten worden als ze opgediend wordt”, zo zegt Heyndrickx. “Wij hebben geen zicht hoe het nu moet: dat valt niet onder onze bevoegdheid om het op te lossen. Niemand houdt de luchthaven tegen om het wél te halen, maar dan moeten ze wel alle voorzieningen hebben.”

Directeur Van Eeckhoutte noemt dat “interpretaties”. “Ik wil daar niet veel over zeggen. We moeten eraan werken. Verder wil ik dit niet in de media voeren.”

Maar één oplossing: Belgocontrol

De luchthaven is geen privébedrijf, ze is in handen van de lokale intercommunale W.I.V. De politiek controleert dus de zaak. Volgens insiders is er maar één oplossing: het staatsbedrijf Belgocontrol, die onder andere op Zaventem het luchtverkeer leiden, inschakelen. Pas eind maart zouden zij in actie kunnen komen. Tot dan staan Coucke en co dus regelmatig op de tarmac te wachten.

Alleen is de vraag: wie gaat dat betalen? Twee ministers zijn bevoegd, zowel een stukje Ben Weyts (N-VA), de Vlaamse minister van Mobiliteit, als z’n federale collega François Bellot (MR). Die laatste heeft de controlediensten onder zich, die uiteindelijk de luchthaven half lam legden. Maar z’n kabinet wil benadrukken dat hij helemaal niet van slechte wil is in het dossier. “Alleen, de regels moeten worden opgevolgd”, zo zegt z’n woordvoerder.

De grootste commerciële speler op de luchthaven is Abelag Luxaviation, die heel veel privé-vluchten met jets verkoopt. Niemand gaat on the record, maar de frustratie is groot. “Men was op de hoogte, maar iedereen dacht, “dat zal wel in orde komen”. Voor onze klanten is dit een ramp. In de zomer kan je met die strengere regels wel vliegen, maar nu met de mist en lage wolken lukt dat niet. We moeten voortdurend uitwijken naar Oostende en Rijsel. Naar Brussel en Antwerpen sturen we bijna geen jets: dan staan onze klanten in de file op de Ring daar. “