Islamitische Staat (IS) vernietigt tempels uit de oudheid om te verbergen wat daar allemaal is geplunderd. IS verkoopt immers de beelden, de stenen fronten en fresco’s aan internationale handelaars. Momenteel zijn er bijvoorbeeld een pak van die dingen te koop in Londen. IS heeft ook een uitgekiende strategie om de prijs op te drijven van die antiquiteiten.
De Libanees-Franse archeologe Joanna Farchakh, een autoriteit qua oudheden uit Midden-Oosten, zegt dat de vernietiging van de tempels in essentie niks te maken heeft met de ideologie van de groep, hoewel het die wel gebruikt voor propagandadoeleinden. Ze zegt dat de terreurbeweging de tempels en gebouwen opblaast om het bewijs van de plunderingen te vernietigen. “Zo weet niemand wat is verdwenen of wat is vernietigd. Voorwerpen uit Palmyra zijn al te koop in Londen. Er zijn ondertussen massa’s Syrische en Iraakse objecten die IS heeft geplunderd in Europa. Ze zijn niet langer in Turkije waar ze eerst naartoe gingen.”
Ze werken zelf op bestelling
IS werkt onder meer samen met Turkse misdaadorganisaties om de onbetaalbare schatten uit de oudheid naar Europa te smokkelen en om kopers te vinden. Dat laatste gaat ondertussen in twee richtingen: er is bewijs dat kunstverzamelaars en -handelaars zowaar bestellingen plaatsen bij Islamitische Staat, die dan de plaats waar ze zich bevinden eerst plundert en vervolgens opblaast.
Islamitische Staat heeft een heel team van “vakmensen” in dienst die gebruik maken van graafmachines en andere tools om de kunst te vervreemden. Bronnen in Syrië bevestigen dat, ze zeggen dat die professionele kunstrovers zelfs op een vast salaris werken.
“Every single antiquity Isis sells out of Palmyra is priceless”, zegt de archeologe. “It is taking billions of dollars. The market is there; it will take everything on offer, and it will pay anything for it.”
Twee soorten klanten
Dat die dingen niet meteen getoond kunnen worden eenmaal ze gekocht zijn, is blijkbaar geen probleem. Er zijn twee soorten klanten, en ze hebben in beide gevallen veel geld. De eerste categorie zijn de verzamelaars, die de antiquiteiten voor zichzelf willen. De andere categorie zijn investeerders: ze zien het op de lange termijn. Ze rekenen erop dat over 15 jaar of langer de gestolen voorwerpen uit de belangstelling zullen zijn verdwenen en dat er dan niemand meer ze zal claimen. In tegenstelling tot de kunst die de nazi’s stalen van de joden bijvoorbeelden, zijn er geen individuen in de vorm van afstammelingen die deze voorwerpen kunnen opeisen.
Hoe de prijs opdrijven
IS heeft de jongste twee jaar ook geleerd hoe het enerzijds de prijs kan opdrijven en anderzijds maximaal rendement kan halen uit de diefstal van de antiquiteiten. Palmyra is het perfecte voorbeeld. Er is een reden waarom IS niet ineens alles opblaast daar. “The longer the destruction lasts, the higher go the prices on the international antiquities markets.” Bovendien: telkens krijgt IS een gratis reclamespot naar potentiële klanten. Het is de reden waarom het een poosje duurde voor IS de eerste tempel opblies in Palmyra: om shoppers te tijd te geven. Volgens de archeologe weten die nu al dat het Romeinse theater het volgende gebouw is dat wordt opgeblazen, na de tempels van Baal Shamim en die van Bel. Daarna zullen de agoramarkt en de soeks van Palmyra volgen.
Ook propagandabewijs rendeert dat beter: zo kan IS om de zoveel tijd een nieuw filmpje lanceren dat de wereld verontwaardigt.