De Grauwe: “Student betaalt slechts 5 procent van reële kost” … maar hij telt de helft niet mee

Volgens topeconoom Paul De Grauwe zou het niet meer dan normaal zijn dat het inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs stijgt. Zelfs 1.000 euro per jaar zou volgens hem goedkoop zijn, aangezien de baten voor de student veel groter zouden zijn dan de kosten.

De Grauwe deed zijn uitspraak in een opiniestuk in De Morgen. Daarin stelt hij dat een gemiddelde student de overheid jaarlijks 12.000 euro kost. Hij leidt daaruit af dat de student (of de ouders) in feite maar vijf procent van de totale kost betalen. Akkoord, de overheid is gebaat bij een goedopgeleide arbeidsmarkt, maar ook een hoger opgeleide student zal later meer verdienen.

“Door het feit dat de student vandaag slechts 5 procent bijdraagt aan de maatschappelijke kost van hogere studies terwijl de belastingbetalers 95 procent bijdragen, zeggen we impliciet dat de privébaten slechts 5 procent bedragen, terwijl de collectieve baten 95 procent vertegenwoordigen. Dat lijkt mij een sterk scheefgetrokken situatie.” En dus vindt hij dat een verhouding 50-50 redelijker zou zijn. Hoewel hij het cijfer in euro nooit in de mond neemt, is dat dus 6.000 euro per jaar.

Reële kosten

Pedro De Bruyckere, regent en pedagoog, verwijst op zijn blog echter naar een onderzoek van de Arteveldehogeschool, waarin de reële jaarlijkse kosten voor een student opgesomd worden. En wat blijkt, een kotstudent zonder beurs kost al snel 11.925 euro per jaar, een pendelaar heeft 7.752 euro nodig. Met een beurs gaat daar een goeie 500 euro af, maar de kosten blijven wel hoog.

Het inschrijvingsgeld is niet meteen de hoogste kost, maar tel daarbij nog eens cursussen, een laptop en ander vereist studiemateriaal en je zit al een stuk boven de 1.000 euro. Een kot? Tel maar 4.000 euro per jaar. En dan moet je nog wekelijks heen weer pendelen, en eten, en kledij kopen, en er duiken altijd hier en daar nog wel onverwachte kosten op, die veelal door de ouders betaald moeten worden.

Fiftyfifty

Als je al die kosten samentelt, dan investeert een student of diens ouders jaarlijks bijna evenveel in de opleiding als de overheid. In feite zitten we dus al aan die fiftyfiftyverhouding van professor De Grauwe. Het hangt er natuurlijk alleen maar van af wat je wenst mee te tellen.

Zeker voor studenten die zelf alles moeten betalen, is het nu al heel erg moeilijk. Als die inschrijvingskosten ook nog eens verdubbelen, of nog meer stijgen, dan wordt het helemaal niet meer betaalbaar voor hen. André Oosterlinck, voorzitter van de Associatie KU Leuven, pleit dan ook voor goedkope studieleningen van 25.000 euro. “Op tien jaar moet dat wel afbetaald kunnen zijn”, klinkt het. Leuk vooruitzicht met de huidige vastgoedprijzen…

Toekomst hypothekeren

Bieke Verlinden, Leuvens sp.a-schepen voor Studentenzaken ziet dat ook niet zitten. In een opiniestuk voor De Redactie verwijst ze naar het Amerikaanse systeem en een onderzoek van de bank JP Morgan: “Momenteel is blijkbaar een kwart (!) van de uitstaande hypothecaire schuld in de VS afkomstig van studieleningen.” En dus doet ze een oproep aan de ouders: “Daarom, beste (jonge en al wat rijpere) ouders: sta niet toe dat onze kinderen ‘gehypothekeerd’ worden. Onze ouders en voorouders stonden op de barricaden voor betaalbaar, kwalitatief en toegankelijk onderwijs voor iedereen. “

Arteveldehogeschool