Turkse hazelnoten, Braziliaanse suiker en Franse vanille-extracten, de halve wereld zit in de pot choco die op elke Vlaamse ontbijttafel staat. De OESO heeft in kaart gebracht wat er nodig is voor de productie van één pot Nutella.
Elk jaar wordt er 350.000 ton chocopasta van Nutella verkocht in honderd landen. Op zich al een reden om Nutella een wereldproduct te noemen. Maar Nutella wordt niet alleen overal ter wereld verkocht, het wordt ook op vier verschillende continenten geproduceerd en de ingrediënten worden geïmporteerd vanuit de meest exotische plaatsen.
Het hoofdkwartier van Ferrero International bevindt zich in Italië, maar het familiebedrijf maakt de choco in tien fabrieken verspreid over de wereld. Vijf in de Europese Unie, een in Rusland, een in Turkije, een in Noord-Amerika, een in Zuid-Amerika en een in Australië. In Azië is er geen fabriek, omdat de choco er blijkbaar niet echt populair is. Die andere Ferrero-delicatesse, de Ferrero Rocher, is er daarentegen zeer geliefd.
Van overal ter wereld worden de ingrediënten naar de fabrieken gestuurd. De hazelnoten van Turkije, de palmolie van Maleisië, Papoea Nieuw-Guinea en Brazilië, de cacao van Nigeria, Ivoorkust, Ghana en Ecuador, de suiker van Europa of Brazilië en de vanille van de VS en Europa (Frankrijk).
De OESO wil met de case study van Nutella aantonen hoe complex de productie van ons voedsel tegenwoordig is en hoeveel transport erbij komt kijken.