Denemarken trok naar de stembus: geen meerderheid voor links of rechts, socialisten blijven grootste partij

Bij de Deense verkiezingen werd de Sociaal-Democratische partij van huidig premier Mette Frederiksen uitgeroepen tot winnaar. Toch heeft het links blok achter haar geen absolute meerderheid: ex-premier Lars Løkke Rasmussen heeft de sleutels nu in handen.

Waarom is dit belangrijk?

In Denemarken trekken vaak slechts twee machtsblokken naar de verkiezingen: een links blok, waarbij de Sociaal-Democraten steevast de kar trekt als grootste partij, en een rechts, waar Venstre (de liberalen) en de Conservatieve Partij vaak de grote slokoppen zijn. Een minderheidsregering, waarin een partij wel de parlementaire steun krijgt van de partners in het machtsblok, is ook niet vreemd in Denemarken.

De verkiezingen: Geen absolute meerderheid, Rasmussen wordt de ‘kingmaker’.

  • De Sociaal-Democraten van huidig premier Mette Frederiksen kwamen de verkiezingsavond uit als winnaar, met 27,5 procent van de stemmen. Het beste resultaat sinds 2001, toen de partij strandde op 29,1 procent. De partij verkrijgt nu 50 zitjes in de Folketing, het Deense parlement.
  • De eerste achtervolger is Venstre, de grootste partij van het rechtse blok (hoewel Venstre ‘links’ betekent), met 13,3 procent. Omgerekend naar zitjes, verliest de partij zo 20 plaatsen tegenover de vorige verkiezingen van 2019, en strandt het op 23 zetels.
  • Als gekeken wordt naar de kaart van Denemarken, kleurt die bijna volledig rood. Slechts in 4 kieskringen is Venstre de grootste partij, in vier wijken van hoofdstad Kopenhagen is het links Enhedslisten de grootste.
  • Toch is het pleit nog niet beslist: het linkse blok krijgt in totaal 87 zetels in de Folketing, het rechtse blok 72. De derde hond in het verhaal, Lars Løkke Rasmussen, die met zijn eigen partij Moderaterne meedeed aan de verkiezingen, los van de blokken, krijgt 16 zetels.
  • In totaal kunnen 179 parlementsleden zetelen in het parlement, en geen enkel blok wint nu dus de absolute meerderheid, iets wat de voorbije 40 jaar geen enkel probleem was. Rasmussen heeft het nu dus voor het zeggen, wie de volgende premier wordt. Al lijkt de kans groter dat hij zijn steun uitspreekt voor de sociaal-democrate Mette Frederiksen: haar blok won de verkiezingen en heeft de beste papieren om de nieuwe regering te mogen vormen.

Waarom nu verkiezingen? De vorige regering, onder Mette Frederiksen, viel nadat het de steun verloor van de sociaal-liberalen. De aanleiding was een foute beslissing in COVID-tijden.

  • In november 2020 besliste de Deense regering om de voltallige nertsenpopulatie, 17 miljoen dieren, te doden. De aanleiding was het ontdekken van Cluster 5, een nieuwe mutatie van COVID-19, die zou kunnen overspringen van nerts op mens.
  • Al snel bleek dat er geen juridische basis was voor de beslissing, en de toenmalige minister van Landbouw Mogens Jensen stapte op. Nadien werd ook een wet gestemd die het fokken van nertsen tot 2022 zou verbieden.
  • De regering besefte dat ze een zware fout had gemaakt, en bij een bezoek aan een nertsenkweker bood de premier in tranen haar excuses aan: “Ik vind het gepast om me te verontschuldigen voor de manier waarop alles is gelopen. Ik heb er geen probleem mee om nu sorry te zeggen want we hebben een fout gemaakt”.
  • Dat de regering een fout maakte, werd in juni van dit jaar opnieuw onderstreept. Een rapport over de situatie kwam uit, en dat was vernietigend: de beslissing was onnodig, illegaal en zorgde ervoor dat de bontsector, voorheen verantwoordelijk voor 40 procent van alle nertsenbonten wereldwijd, in een diepe crisis belandde. Na het rapport besliste de sociaal-liberale partij om haar steun voor de regering in te trekken. Hierop gaf Frederiksen aan opnieuw naar de stembus te trekken op 1 november.

(as)

Meer
Lees meer...