Dit zijn de tien landen die het meest geven aan landen in nood. En ja, België haalt de top-10. Niet slecht zou je denken, maar … toch presteren we ondermaats.
België heeft 2,38 miljard dollar gegeven aan noodlijdende landen in 2014. Dat is 0,45 procent van ons bruto nationaal product (bnp) of wat heel ons land op een volledig jaar produceert. Het levent ons zelfs een plekje in de top-10 op – maar dat is niet zo goed als het lijkt. De OESO heeft een streefcijfer van 0,7 procent van het bnp vooropgesteld, en dat halen we dus belange na niet.
Ondermaatse score
Maar zes landen ter wereld doen dat wel: Verenigde Arabische Emiraten is zelfs absolute koploper met 1,17 procent van het bnp, maar werd niet opgenomen in de statistieken omdat het geen lid is van OESO’s commissie voor ontwikkelingssamenwerking, enkel een medewerker.
Maar 5 van de 29 landen aangesloten haalden de doelstelling: Zweden, Luxemburg, Noorwegen en Denemarken zelfs ruimschoots, en het Verenigd Koninkrijk nipt. Dat laatste land geeft in absolute cijfers wel het tweede meeste ter wereld: 19,4 miljard dollar.
The UAE reported highest #ODA/GNI ratio in 2014 at 1.17% http://t.co/X65myVDy13 pic.twitter.com/aqtSBujHH9
— OECD on Development (@OECDdev) April 9, 2015
De Verenigde Staten geven in absolute cijfers het meest van iedereen: 32,37 miljard dollar. Maar relatief gezien is het povertjes: 0,19 procent van het bnp. Kléin verschil met wat Amerikanen dénken dat er gespendeerd wordt: 28 procent van het budget.
Sinds 2000 is de reële hulp met 66 procent gestegen, maar bilaterale hulp (hulp van één land naar een ander land) is dan weer met 16 procent afgenomen.
De armste landen krijgen ook het minst van de koek: nog geen derde gaat naar hen.
Ze kunnen het geld nochtans goed gebruiken: twee derde van de externe inkomsten van ontwikkelingslanden komt net van ontwikkelingshulp.
Bron: Mashable, Huffington PostDevelopment aid stable in 2014, but aid to poorest countries continues to fall, says #OECDDAC http://t.co/X65myVDy13 pic.twitter.com/ykcyQDPgAZ
— OECD on Development (@OECDdev) April 8, 2015