Dit is hoe een expeditie op Everest echt verloopt

Het moessonseizoen in Nepal is afgelopen en dat betekent dat opnieuw honderden ambitieuze bergbeklimmers naar Nepal trekken om er de Mount Everest te beklimmen, ’s werelds hoogste berg. En met hen opnieuw enkele Belgen. Maar hoe verloopt zo’n expeditie nu eigenlijk?

Everest (8.848m) kende twee verschrikkelijke jaren na de ijslawine die Base Camp trof in 2014 en de aardbeving vorig jaar in 2015. In totaal veroorzaakten deze beide rampen een dodentol van maar liefst 38 klimmers, wat meteen ervoor zorgde dat zowel 2014 als 2015 nu gelden als het rampzaligste klimjaar op Everest na de desastreuze ramp van 1996 die acht mensenlevens kostte.

Commerciële expedities

Tussen de vele slachtoffers zaten heel wat sherpa’s, Nepalese klimmers die instaan voor het begeleiden van de westerse klimmers die de top willen bereiken en erg bijgelovig zijn wat Everest betreft. De vele slachtoffers onder hen zagen ze dan ook als een teken dat commerciële expedities een vloek zijn op de hoogste berg ter wereld. Toch lijkt er dit jaar niet zoveel te veranderen.

De Nepalese regering stelde enkele milde maatregelen in (klimmers dienen nu ouder dan 18 jaar te zijn en geen handicap te hebben) maar van een quota op het aantal klimmers op Everest blijft evenwel geen sprake. Niet zo moeilijk ook gezien de berg voor een groot deel van de inkomsten van het land voorziet. Een commerciële expeditie kost een klimmer al snel zo’n 30.000 à 65.000 dollar. Een bedrag waarvan maar een klein deel gaat naar de sherpa’s, de Nepalese klimmers die de grootste risico’s nemen voor het fixen van de route naar boven. Met een jaarlijks salaris van 5.000 dollar verdienen ze gezien de vele risico’s maar peanuts, maar wel een pak meer dan een normaal jaarlijks salaris in Nepal.

Khumbu Icefall

Nadat ze via de hoofdstad Kathmandu naar Lukla vliegen, beginnen de bergbeklimmers hun expeditie met een trektocht naar het Everest Base Camp. Een trektocht die ook door veel hikers wordt afgelegd gezien dit als een van de mooiste tochten ter wereld geldt. Na tien dagen te hebben geklommen langs de prachtigste berglandschappen en geacclimatiseerd te zijn aan de hoogte, komen de klimmers aan op Base Camp (5.380m). Een tocht waarbij de vele porters en yaks helpen het broodnodige materiaal en voedsel naar boven te brengen.

Vaak zou je denken dat het gevaarlijkste stuk van een berg te beklimmen hoog op de berg is, maar dit is niet altijd zo. Hoewel de beroemde Hillary Step, gelegen vlak onder de summit, een gevaarlijk technisch stuk is (zeker gezien de bottle neck), is de Khumbu Icefall het deel van de Everest beklimming die het meest wordt gevreesd. Een gigantische ijsgletsjer waarvan de seracs of gletsjerspleten meters wijd gapen en die voortdurend in beweging is waardoor ‘er gewoon op het verkeerde moment zijn’ al genoeg kan zijn om in een tientallen meters diepe gletsjer te verdwijnen.

Sherpa’s zorgen hier voor een doorgang door het ijzige labyrint terwijl westerse klimmers van hun welverdiende rust genieten. Een doorgang gecreëerd door de gletsjerspleten te overbruggen met aan elkaar gebonden ladders waarover klimmers zich meerdere malen dienen te begeven om de hogere kampen te bereiken.

Belgen op de Everest

Zestien Belgen slaagden er inmiddels in om succesvol het hoogste punt ter wereld te bereiken. Ieder jaar zijn er wel nog een paar ervaren Belgische klimmers die hun poging wagen. Zo ook dit jaar. Een Kempens trio aan ervaren mannen hoopt in mei op de top van de Everest te staan. Met hen is er nog een andere Belg onderweg naar het Everest Base Camp. Jelle Veyt was de laatste twee jaar telkens aanwezig wanneer het noodlot toesloeg en hoopt nu tijdens zijn derde poging de eerste Belg te worden die de top bereikt zonder het gebruik van extra zuurstof.

Na een maand op en af te klimmen tussen de verschillende hoogtekampen om er het voedsel en het nodige materiaal tot boven te brengen is er begin mei meestal een periode met goed weer. Een klein ‘weather window’ die klimmers toelaat de top te bereiken. Hopelijk eentje waarvan onze Belgen kunnen profiteren.