Dit zijn de signalen van kindermishandeling die leerkrachten moeten leren herkennen

Vorig jaar werden dagelijks 21 gevallen van kindermishandeling gemeld in Vlaanderen en Brussel. In totaal waren er dat 7.829, 30 procent meer dan in 2012. Dat is deels te wijten aan een nieuw meldpunt (1712) en hoeft niet te betekenen dat kindermishandeling toeneemt. Toch wordt gedacht dat er nog meer gevallen van kindermishandeling zijn die niet gemeld worden. Daarom gaan leerkrachten worden ingeschakeld. 

Met recht en reden: leerkrachten zijn de tweede belangrijkste groep die kindermishandeling meldt (20 procent), naast de familie van het kind (30 procent). Ze zien de kinderen dan ook dagelijks en hebben er over het algemeen een betere band mee dan bijvoorbeeld een huisarts.

In sommige scholen wordt al nauw samengewerkt met leerkrachten, “maar nu moet het op grote schaal”, zegt Erik Van Dooren, voorzitter van de zes vertrouwenscentra in Vlaanderen en Brussel. Al is het altijd gemakkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk, want: 

Hoe herken je kindermishandeling?

Kindermishandeling vaststellen is voor een buitenstaander niet altijd gemakkelijk. Het begint bij signalen van het kind, zowel lichamelijk, fysiek, verbaal of gedragsmatig, al kunnen ze ook aan iets anders te wijten zijn.  Bovendien beschuldig je niet zomaar iemand van kindermishandeling, want wat als je het mis hebt?

Om het nog wat moeilijker te maken verschillende de signalen ook per soort mishandeling en ook per leeftijd. De website kindermishandeling.be zet het allemaal op een rijtje, de Nederlandse site nji.nl splitst het op naar leeftijd: 0-4 jaar, 4-12 jaar en 12-18 jaar

Lichamelijke mishandeling

Aan deze vorm van mishandeling wordt meestal eerst gedacht, wellicht omdat het uiterlijk het meest zichtbaar is (of kan zijn). Het kind wordt geslagen, bekogeld, krijgt sigarettenpeuken op zich uitgedrukt. 

Lichamelijke verwondingen: algemeen: het kind heeft regelmatig pijn, er is sprake van (regelmatige) blauwe plekken, kneuzingen, builen, zwellingen, breuken, bloed, brand-, snij- en schaafwonden, die niet of moeilijk te lijken genezen.

Gedrag van het kind: het praat over geslagen of gestraft worden, het heeft schrik voor verwondingen en krimpt onwillekeurig ineen, heeft schrik van volwassenen en wil niet naar huis.

Thinkstock

Emotionele mishandeling

Dit is moeilijker vast te stellen omdat de gevolgen psychologisch zijn, en er nog meer andere verklaringen kunnen zijn. Het kind wordt uitgescholden, gekleineerd, 

Gevoelens: depressie, laag zelfbeeld, angst en faalangst

Gevolg: het kind slaapt slecht en/of denkt aan zelfmoord

Lichamelijke verwaarlozing

Er wordt niet goed voor het kind gezorgd, wat blijkt uit:

Persoonlijke hygiëne: het kind is vuil, de tanden zijn niet verzorgd, wondjes worden niet behandeld

Uiterlijk: de kledij is vuil of kapot, niet geschikt voor de omstandigheden (zoals school of sportles) of niet aangepast aan het weer

Honger: het kind bedelt om of steelt eten, lijkt constant hongerig, krijgt ongeschikte en/of onvoldoende voeding mee

Gevolgen: groeiachterstand en tragere ontwikkeling van de motoriek. 

Thinkstock

Emotionele verwaarlozing

Het kind krijgt weinig liefde, wordt genegeerd, en er wordt niet emotioneel voor gezorgd. Dat blijkt uit:

– overdreven drang naar affectie (soms opdringerig)

– allemansvriendje

– angst om hechte relaties aan te knopen

Seksueel misbruik

Dit kan zowel incest zijn (seksuele relaties binnen het gezin of de familie), als misbruik door een vriend van de familie, buur of een onbekende. 

Fysieke signalen: verwondingen aan de geslachtsorganen of anus, een soa, een zwangerschap, pijn in de bovenbenen

Gedrag: extreem seksueel gedrag en taalgebruik, ongewone seksuele kennis, seksuele toenadering tot volwassenen zoeken, zelfverminking

Psychische signalen: laag zelfbeeld

Gedrag & risicofactoren

Soms zijn de signalen van mishandeling goed verstopt, bijvoorbeeld door gedrag(sproblemen) van het kind. Het reageert agressief, hyperactief en destructief of net teruggetrokken, depressief en lusteloos. Ook eet- en slaapstoornissen en plots gedragswijzigingen duiden op ‘iets’. Als de ouders in de buurt zijn, gedraagt het zich heel anders: uiterlijk braaf, volgzaam en meegaand. 

Gedrag van de ouders kan ook alarmbellen doen afgaan: het interesseert hen niet hoe het met het kind gaat, ze troosten en verzorgen het niet, houden het vaak thuis of wachten net lang om naar de dokter te gaan, hebben zelf psychische en/of gedragsproblemen en hebben onrealistische verwachtingen van het kind.

Daarnaast zijn er nog enkele risicofactoren binnen het gezin die de kans op mishandeling vergroten, zoals partnergeweld, sociaal isolement, vaak verhuizen, stress, verslavingen of andere psychische problemen, een voorgeschiedenis van mishandeling en een ongewenste zwangerschap.

Wat doe je als je vermoedt dat een kind mishandeld wordt?

Observeer extra: hou het kind extra in de gaten, bekijk of de signalen verdwijnen of niet of verergeren

– Neem je vermoeden serieus

Praat erover met anderen: leg de signalen voor en zie of ze tot dezelfde conclusie komen

Praat met het kind zelf: leg uit dat je bezorgd bent, benadruk dat je bereikbaar bent, vis een beetje naar de thuissituatie of laat een stilte vallen. 

– Het belang van het kind staat voorop, maar doe niets waar het kind niet aan toe is: dwing het niet tot uitspraken en zet het niet voor het blok. Laat het vooral merken dat dit een veilige omgeving is om te praten. 

– Doe geen beloftes die je niet kan nakomen: zeg niet dat je de politie niet zal bellen of dat hun ouders niet in de problemen komen of dat het ‘nooit meer’ zal mishandeld worden. Beloof ook geen geheimhouding: je schendt het vertrouwen van het kind opnieuw. 

– Doe het vanuit zorg, niet vanuit oordeel: het kind heeft er niets aan dat je de schuldigen afbreekt, zeker niet als het om de eigen ouders gaat. 

Meld het misbruik bij 1712 (open 9-17 uur) of mail.

Misbruik heeft serieuze gevolgen

Niet alleen rechtstreekse lichamelijke en psychologische schade, de gevolgen gaan dieper dan dat. Van groeiachterstand, vertraagde fysieke en psychologische ontwikkeling, tot hechtingsstoornissen, geschonden vertrouwen, weinig zelfvertrouwen, laag zelfbeeld, angsten, gedrags- en eetstoornissen en moeilijkheden om relaties met anderen aan te gaan. 

De impact van mishandeling is niet voor iedereen gelijk. Het is afhankelijk van op welke leeftijd de mishandeling begint, de frequentie, de persoon en de impact op hechting. Er zijn ook factoren die het kind kunnen beschermen tegen al te schadelijke gevolgen, zoals steun van familie of een vertrouwenspersoon, direct ingrijpen of iemand die vecht voor het kind. 

Drie à vijf procent van de kinderen wordt mishandeld op een of andere manier. Elke dag worden 20 gevallen gemeld, maar dat is wellicht niet het volledige cijfer. Hoe groot het ‘dark number’, het aantal niet aangegeven mishandelingen, is, is onbekend. Bron: De Standaard, kindermishandeling.be, no-kidding.nu