Marokko, Algerije en Tunesië gaan van Duitsland geld krijgen als ze uitgeprocedeerde asielzoekers terugnemen. Dat staat in een principeakkoord tussen de vier landen. Daarmee plooit Duitsland terug op de harde maatregelen die vice kanselier Gabriel eerder aankondigde.
Volgens de Frankfurter Allgemeine beloven de landen om asielzoekers die worden afgewezen door Duitsland sneller terug te zullen nemen. In ruil daarvoor investeert Duitsland geld in de arbeidsmarkt en het onderwijs in de Noord-Afrikaanse landen.
Het precieze bedrag aan financiële steun is nog onbekend, maar het zou gaan om “vele miljoenen euro’s”. De Duitse minister van Binnenlandse Zaken Thomas de Maizière reist eind februari naar de hoofdsteden van de drie landen om de akkoorden te ondertekenen.
Teruggeplooid
Daarmee plooit Duitsland terug, want eerder dreigde vicekanselier Sigmund Gabriel, na de massa-aanrandingen met Nieuwjaar, met veel hardere maatregelen. Wanneer landen in Afrika weigerden veroordeelde en afgewezen asielzoekers terug te nemen, zouden die voor de keuze gesteld worden: of de verantwoordelijkheid voor hun burgers, of een opschorting van de ontwikkelingshulp ondergaan.
Vertienvoudiging Marokkanen
Het aantal asielzoekers uit Noord-Afrika dat naar Duitsland reist, is enorm toegenomen. In december 2015 kwamen er volgens officiële cijfers 26.000 Algerijnen, Marokkanen en Tunesiërs binnen, een enorme stijging ten opzichte van de maanden ervoor. In die maand waren er meer Marokkaanse en Algerijnse vluchtelingen dan in het hele jaar 2014.
Bovendien vertienvoudigde het aantal nieuwe Marokkaanse asielzoekers in januari. Omdat er geen oorlog woedt in deze landen, is de kans bijzonder klein dat ze asiel krijgen.
Toch blijkt het erg moeilijk om deze groep asielzoekers uit te zetten, omdat de landen van herkomst de migranten niet zomaar terugnemen. Zeker 6.400 asielzoekers uit de drie landen zijn al afgewezen, maar kunnen niet terugkeren naar hun thuisland.