Het is weer die dag van het jaar: Equal Pay Day. “Het is schandalig dat…” is de campagne die de vrouwenorganisatie Zij-kant en socialistische vakbond ABVV voeren rond die dag. Daarmee zetten ze niet alleen geslacht in de kijker, maar ook het feit dat gewicht, algemene aantrekkelijkheid, hoeveelheid haar bij mannen en afkomst ook een rol spelen voor het inkomen. Wij focussen op de basis: wat is Equal Pay Day, waarom bestaat het (nog) en hoe kunnen we het wegwerken?
1. Wat is Equal Pay Day?
18 maart 2014 = Equal Pay Day. De dag dient om de loonkloof tussen mannen en vrouwen onder de aandacht te brengen.
Concreet is Equal Pay Day de dag waarop vrouwen evenveel hebben verdiend dan mannen het voorbije jaar. Met andere woorden: vrouwen moeten gemiddeld 77 dagen langer werken om hetzelfde te verdienen als een man. Dat betekent ook dat ze elke 5 jaar een extra jaar moeten werken om evenveel te verdienen, oftwel: ze werken een jaar gratis.
Waarom wordt het aantal werkdagen niet berekend? Omdat het loonverschil wordt afgezet tegen een volledig jaar (365 dagen) in plaats van aantal gewerkte dagen, die niet in elke sector gelijk zijn en ook verschillen volgens voltijds en deeltijds werk.
2. Waarom bestaat het nog?
Historisch gezien werden vrouwen altijd al minder betaald dan mannen. Een uiting van het feit dat de mindere fysieke kracht van vrouwen werd veralgemeend naar minderwaardigheid van vrouwen tout court.
De voorbije decennia is er veel veranderd, maar we zijn er nog niet: cijfers uit 2011 tonen dat de algemene loonkloof op maandbasis tussen mannen en vrouwen nog altijd 21 procent bedraagt, voor vol- en deeltijdse werknemers in de privésector.
Hier zijn verschillende verklaringen voor:
– Vrouwen werken vaker deeltijds dan mannen, ze stappen ook vaker uit de arbeidsmarkt om bijvoorbeeld voor de kinderen of hulpbehoevende ouders te zorgen.
– Vrouwen kiezen traditioneel voor minder betaalde sectoren of doen minder vaak (goedbetaalde) nacht- en weekendshiften.
– Vrouwen onderhandelen slechter over loon en vragen minder vaak opslag
– De werkgever geeft vrouwen minder loon dan mannen ondanks hetzelfde werk. Omdat loonbriefjes niet vaak vergeleken worden, zijn vrouwen (en mannen) zich hier niet altijd van bewust.
– Mannen krijgen (vragen?) vaker extralegale voordelen.
– Vroeger was ook het lagere opleidingsniveau van vrouwen een factor maar dat verschil is verdwenen. Er is zelfs een omgekeerde kloof wat dat betreft: vrouwen halen vaker een universitair diploma dan mannen.
3. Gelukkig is er ook (een beetje) goed nieuws:
Het uurloon voor mannen en vrouwen die voltijds werken in de privésector bedraagt ‘maar’ 7 procent. Op tien jaar tijd is dat percentage gehalveerd (van 15 procent). De algemene loonkloof daalde op die tijd ook, maar niet zo sterk: van 28 naar 21 procent.
Op Europees niveau zit België bij de top: alleen Slovenië, Malta, Italië, Polen, Luxemburg en Roemenië doen beter. Van onze buurlanden doet enkel nog Frankrijk het beter dan het Europees gemiddelde, Nederland doet het nipt slechter, Duitsland een pak slechter.
België is ook het land waar het brutomaandloon van een voltijds werkende vrouw bij de 5 hoogste van Europa zit: hier doen Ierland, Zweden, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk nog (iets) beter. (cijfers van 2006)
Maar er is ook een beetje slecht nieuws:
– Aan dit tempo duurt het nog 37 jaar voor de algemene loonkloof volledig is weggewerkt.
– De daling van de loonkloof stagneert de laatste jaren.
– Het verschil met de publieke sector (bijvoorbeeld onderwijs en ambtenaren). Over het algemeen is de loonkloof in de publieke sector kleiner dan in de privé. In 2006 was dit op Europees niveau nog respectievelijk 17 en 22 procent.
– Omgekeerde loonkloof: in België verdienden vrouwen in de publieke sector meer dan mannen.
4. Dalende loonkloof: niet alleen (of volledig) te wijten aan verbeterde werk- en verloningsomstandigheden voor vrouwen.
– meer vrouwen aan het werk in goedbetaalde segmenten
– meer ontslagen in mannelijke sectoren
5. Hoe is de toestand op Europees niveau?
Op het eerste zich scoort België slechter de EU omdat de Europese Equal Pay Day veel vroeger valt, namelijk op 28 februari.
Toch blijkt uit alle grafieken en lijstjes dat België beter scoort dan het Europees gemiddelde. Vanwaar dan het verschil in Equal Pay Day?
In België wordt de loonkloof berekend op basis van brutomaandloon voor alle mannen en alle vrouwen in de privésector, of ze nu deeltijds of voltijds werken. Europa neemt een ander bedrag als basis: het bruto-uurloon. Dat is veel eerlijker omdat het het werkelijke verschil tussen mannen- en vrouwenlonen toont, onafhankelijk van deeltijds of voltijds werk.
In Europa is die kloof 16,4 procent, in België 10 procent (cijfers van 2012). Zoals gezegd is die kloof in België zelfs nog kleiner als énkel naar voltijdse jobs wordt gekeken: 7 procent. Dat betekent dat deeltijds werkende vrouwen een pak minder verdienen dan deeltijds werkende mannen.
Wat kunnen we doen om de loonkloof te verkleinen?
De officiële website van Equal Pay Day geeft enkele aanbevelingen.1. Arbeidsdiscriminatie wegwerken
Het kan niet dat mannen en vrouwen voor hetzelfde werk een verschillend bedrag krijgen als ze op alle andere vlakken (anciënniteit bijvoorbeeld) gelijk zijn.
Werkgevers moeten ook alert zijn om de juiste mensen te belonen, niet enkel wie er om durft te vragen.
Collectieve onderhandelingen kunnen een oplossing bieden, aangezien vrouwen zwakker staan in individuele onderhandelingen. Landen waar dit al bestaat, hebben een kleinere loonkloof.
2. Traditionele rollenpatronen doorbreken
Vrouwen kiezen veel vaker dan mannen voor deeltijds werk om voor de kinderen te zorgen. Een keuze die deels rationeel wordt gemaakt (ik verdien toch minder, dus dat voelen we minder) en deels emotioneel (ik wil bij mijn kinderen zijn). Mannen leren om tijd en energie te investeren in de relatie met hun kinderen en het huishouden is even belangrijk als vrouwen leren om er afstand van te doen.
Hetzelfde geldt voor studiekeuze: meisjes kiezen minder vaak voor wetenschappelijke en wiskundige richtingen dan jongens.
3. De loonkloofwet van 2012 uitvoeren
België heeft een wet die de loonkloof moet bestrijden. We kregen daarvoor goede punten van Europa, maar in de uitvoering hapert het (zoals steeds), niet in het minst door tegenstand van de werkgevers.
4. Concrete informatie over studie- en jobkeuzes
Bepaalde keuzes leiden tot bepaalde situaties. Dat geldt voor studiekeuze (zonder wiskunde is het moeilijk – maar niet onmogelijk! – om nog ingenieur te gaan studeren), maar ook voor jobkeuzes: weekend- en nachtshiften afwijzen heeft een impact op je loonbrief, net als deeltijds werken een impact heeft op je pensioen.
5. Collectieve zorgdiensten uitbreiden
Zolang kinderopvang en scholen gebonden zijn aan voor werkende mensen onhaalbare uren, gaat een van de ouders (meestal de moeder) minder bereid zijn een niet-9-to-5 job aan te nemen
6. Subtiel seksisme wegwerken = ban bazig
Onze meisjes worden al van jongs af aan blootgesteld aan (soms bewust, soms onbewust) seksisme. Ze moeten braver zijn, vaker zwijgen en stilzitten, krijgen minder het woord in de klas, worden systematisch onderschat en worden minder aangemoedigd. Doe dat jarenlang na elkaar en het gecumuleerde effect hiervan is dat de ambitie van vrouwen lager is (of dat ze dat zelf als lager beschouwen) met als werkelijk effect dat ze lager mikken, ‘achterover leunen’ in plaats van te participeren en zo minder bereiken.
Sheryl Sandberg, COO van Facebook, gaf al een treffende toespraak over waarom we te weinig vrouwelijke leiders hebben. Dat resulteerde in het boek Lean in met de praktische raad: participeer en verlaat de werkvloer (mentaal) niét voor dat echt moét. Met andere woorden: de laatste werkdag voor de moederschapsrust, niet de eerste dag dat je denkt ‘Misschien wil ik wel kinderen.’ Het leidde tot de campagne Ban bazig om meisjes met leiderschapskwaliteiten niet langer te beknotten maar te laten bloeien.
Bronnen: Equal Pay Day, Loonkloofrapport, EU-persbericht