Onder druk van de Brusselse burgemeesters moet minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon terugkomen op zijn plannen voor huis-aan-huiscontroles in onder meer Molenbeek.
Enkele maanden geleden pleitte Jambon, in de nasleep van de aanslagen in Parijs, nog voor die controles. In het ”Kanaalplan” noemde hij het toen “onaanvaardbaar” dat gemeenten vaak niet weten wie er op hun grondgebied woont. Het ging dan specifiek over de gemeenten rond de Brusselse Kanaalzone: Molenbeek, Sint-Gillis, Anderlecht, Koekelberg, Laken, Schaarbeek, Sint-Joost-ten-Node en Vilvoorde. Maar, lezen we in Het Nieuwsblad en De Standaard, onder druk van de Brusselse gemeenten moet hij daar noodgedwongen op terugkomen.
“No way”
“Huis-aan-huiscontroles? No way”, liet Françoise Schepmans, de MR-burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek, dit weekend weten. En minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) moet zich daar bij neerleggen: “Huis-aan-huiscontroles zullen we niet kunnen doen. Dat is een gemeentelijke bevoegdheid”, zegt zijn woordvoerder.
Alleen al om puur praktische redenen waren de huis-aan-huiscontroles niet haalbaar. “Er wonen 95.000 mensen in Molenbeek, het is onmogelijk elk huis te controleren”, zegt Johan De Becker, korpschef van politiezone Brussel West. “Per jaar schrijven zich 8.000 nieuwe inwoners in en soms verhuizen ze vier tot vijf keer per jaar van adres door de slechte toestand van bepaalde woningen.”
De gemeenten gaan zich nu focussen op de huizen die onbewoonbaar verklaard zijn. Maar hoe ze de inwoners van de vele niet-geregistreerde appartementen gaan onderzoeken, is nog niet duidelijk.