Er komt een onderzoekscommissie rond Optima in de Kamer, met een ‘brede scoop’, zoals dat heet: zowat alles kan dus in het onderzoek aan bod komen. Het interview dat stichter/grootaandeelhouder/kop van jut van Optima, Jeroen Piqueur, gaf, levert daarbij interessante stof op. Hij stelt een aantal pertinente vragen over de rol van de overheid.
“Stel u voor dat een renner de Mont Ventoux beklimt en 10 meter voor de streep schieten ze zijn banden lek. Dát is met Optima Bank gebeurd. De woordvoerder van de FOD Financiën, Francis Adyns, kondigde het faillissement dagen voordien publiek aan. Het is toch ongelooflijk dat een ambtenaar zoiets doet?”
De afgelopen weken kwam Jeroen Piqueur zwaar onder vuur: poenpakker was nog een milde term voor de man die rijk werd dankzij Optima, maar de zaak ten onder zag gaan. Na lang zwijgen reageert hij vandaag in weekblad Knack. Daar komt hij niet bepaald sympathiek uit: hij verwijst naar zowel z’n eigen raad van bestuur en directie (“Zij zijn de eindverantwoordelijken”) als naar de controleorganen van de Nationale Bank en FSMA, die Optima zouden hebben laten failliet gaan. Dat, aangevuld met uitspraken zoals “mijn Rolls-Royce is in beslag genomen, ik rij nu met mijn Bentley” helpen z’n zaak niet echt vooruit.
Vreemde reactie van FOD Financiën
En toch, ook de duivel verdient een advocaat. In het geval van Optima zijn er een aantal vreemde zaken gebeurd, zoveel is duidelijk. Want waarom moeit de woordvoerder van Financiën zich zo pertinent in een dossier van een mogelijke ondergang van een bank? De VRT stuurde zelfs een speciale ‘breaking news alert’, nadat Adyns zich over de zaak had gebogen. “Het is bijna zeker dat het faillissement wordt uitgesproken. Het is wel nog altijd een rechter die dat moet doen”, zo stelde hij, met daarbij ook de duiding dat het “voor vandaag of morgen zou zijn.”
Het zou niet het enige moment zijn waarop vanuit de overheid vreemd werd gereageerd, zo stelt Piqueur. Volgens hem treft Jan Smets, de gouverneur van de Nationale Bank, zware schuld. “De gouverneur heeft mij, op mijn verzoek, op 4 mei om 22.00 uur ontvangen omdat ik na de ontvangst van hun lange brief wilde weten wat er precies aan de hand was. Meneer Smets heeft me toen letterlijk gezegd: we houden het discreet, en los uw zaken op tegen 15 juli. En wat gebeurt er? Een paar dagen na dat gesprek wordt onze bankvergunning ingetrokken, wordt alle discretie doorbroken, legt de gouverneur publieke verklaringen af en gaat de bank failliet. Gouverneur Jan Smets is verantwoordelijk voor het faillissement van Optima.”
Piqueur zegt het niet met zoveel worden, maar “alle discretie doorbroken” gaat over welgemikte perslekken. Niet alleen de timing van het nieuws rond de intrekking van de licentie, maar ook bijvoorbeeld gesprekken met kandidaat-overnemers van de bank, die in de dagen voor het faillissement over een reddingsplan met Optima aan het praten waren, lekten systematisch naar kranten. Van die gesprekken waren enkel Optima en de Nationale Bank op de hoogte.
De rol van Smets wordt zo een interessante kluif voor de parlementaire onderzoekscommissie rond Optima. Smets, iemand met een CD&V-signatuur, is al in het parlement naar de commissie Financiën gekomen vorige week, om uit te leggen hoe ze Optima hebben aangepakt met de Nationale Bank. Daarbij kwamen hij en z’n voorganger Luc Coene solide over, in die mate zelfs dat ze CD&V wisten gerust te stellen om een onderzoekscommissie rond Optima goed te keuren. Maar Piqueur is duidelijk van plan om Smets mee in bad te sleuren.
De samenzweringstheorie van Piqueur
Beiden komen zo diametraal tegenover elkaar te staan. Want Smets heeft altijd volgehouden dat het Piqueur was die aan persoonlijke verrijking deed, ten nadele van Optima, en zo verantwoordelijk is voor de ondergang.
Wat ook speelt: puur financieel gezien gaat Optima om een ‘kleine zaak’. De bank, die een restant was van Ethias, was helemaal afgebouwd van een portefeuille van meer dan 600 miljoen euro naar minder dan 100 miljoen euro. Het ‘gat’ waarvan sprake was bij het faillissement zou zo’n 20 miljoen geweest zijn, peanuts in het licht van wat in de financiële sector normaal omgaat. Waarom moest het dan absoluut failliet?
Daarbij komt Piqueur zelf met een soort samenzweringstheorie. “Misschien ben ik het slachtoffer van een politieke afrekening”, zo hint hij. En hij koppelt Optima aan Dexia en Arco. Want over Arco, de coöperatie van Beweging.net die 800.000 mensen liet investeren in Dexia, ging overkop toen de bank failliet ging. Al jaren woedt de discussie tussen CD&V en de andere partijen of die 800.000 mensen gecompenseerd kunnen worden door het garantiefonds. Arco is immers geen bank, Europa vindt het illegale staatssteun als de aandeelhouders vergoed zouden worden.”Maar als het garantiefonds bij Optima tussenbeide moet komen na een faillissement kan men misschien forceren dat het ook bij Arco tussenbeide komt”, zo stelt Piqueur. Het duidt er vooral op dat Piqueur wild om zich heen schiet, en Smets keihard wil gaan aanvallen.
Maar Smets is niet alleen. Wie ook mee in bad moet voor Piqueur zijn z’n eigen bestuurders. Want juridisch gezien is Piqueur slechts de grootste aandeelhouder, en werkte hij voor Optima. Maar op papier besliste hij niet: hij zat niet in z’n eigen raad van bestuur. Die zijn dus ook aansprakelijk. Daarbij vallen twee namen op: de (ex-)politici die betrokken zijn bij de bank. Ex-CEO Luc Van den Bossche (sp.a) en gedeputeerde bij Oost-Vlaanderen en Optima-bestuurder Geert Versnick (Open Vld).
De parlementaire onderzoekscommissie is een ideaal instrument om alle vragen weg te nemen. Zowel die van de politici die betrokken zijn, als de ambtenaren die hun job deden. En uiteraard om de handel en wandel van Piqueur zelf bloot te leggen. En daarbij zal het toch over meer moeten gaan dan z’n Bentley.