In de ene film worden er literaire brieven geschreven, in de andere film volgen we een beloftevol jong kunstenaar die blijft schilderen in een tijd waarin de schilderkunst dood wordt beschouwd. Net zoals lange artikels al zijn doodverklaard. En hier is er toch weer eentje. Deze week zoomen we in op de Duitse voor twee Oscars genomineerde film ‘Werk Ohne Autor’ en ‘Can You Ever Forgive Me?’ met de eveneens voor een Oscar genomineerde Melissa McCarthy in een ontzettend verrassende hoofdrol.
Werk Ohne Autor: een film voor de liefhebbers van dikke decennia-omspannende boeken
Aan sommige films voel je het meteen: dit is waar het woord “episch” voor is uitgevonden. Werk Ohne Autor is zo een film en dat heeft met meer te maken dan alleen maar de lange duur van 188 minuten. Het is een film die voorbij lijkt te zoeven en die tegelijkertijd eeuwig zou mogen blijven duren omdat hij zo beklijvend en allesomvattend is.
Florian Henckel von Donnersmarck, het is niet meteen een naam waarmee je het zou kunnen maken in Hollywood. Toch is dat precies wat deze Duitse regisseur probeerde na zijn succesfilm Das Leben Der Anderen (2006) die dat jaar ook volledig terecht de Oscar voor Beste Buitenlandse Film won.
Vier jaar nadien kwam diezelfde regisseur af met The Tourist, een film waar oorspronkelijk veel controle in de handen van de regisseur lag, als het op scenario en casting aan kwam. Maar eens de shoot begon kwam de controle bij de cast te liggen en had von Donnersmarck weinig tot niets meer in de pap te brokken. Hij bleef achter met een film die op zijn best matig was, waar hij niets meer van zichzelf in herkende en die Johnny Depp en Angelina Jolie in de rol van al te gladde personages toonde. De zoveelste Europese regisseur had in Hollywood zijn identiteit opgegeven, zo leek het wel.
De recensies voor The Tourist waren vernietigend en de carrière van von Donnersmarck bleek vroegtijdig geaborteerd. Acht jaar later blijkt de kater doorgespoeld en is Henckel von Donnersmarck opnieuw terug met een Duitse film. De 188 minuten geven het al aan: Werk Ohne Autor is niet minder dan episch te noemen en vertelt aan de hand van één mensenleven veel over toeval, liefde, haat, jeugdtrauma’s, kunst, ideologie, de verwantschap tussen kunst en ideologie, en het zoeken naar een eigen stem.
Centraal in de film staat het leven van Kurt Barnert (Tom Schilling). Eerst zien we hem tijdens de Tweede Wereldoorlog als kleine jongen. We zien hoe hij Dresden moet verlaten omdat zijn vader, een leraar, weigert het Nazisme te steunen. En we zien zijn goeie band met zijn tante Elisabeth (Saskia Rosendahl) die hem de liefde voor de kunst bijbrengt, maar die later wordt afgevoerd naar een instelling.
Kurt groeit op tot een beloftevolle kunststudent die verliefd wordt op de modestudente Ellie (Paula Beer). Zij en haar gezin zijn redelijk ongeschonden uit WOII gekomen doordat Ellie’s vader (Sebastian Koch) een succesvol en belangrijk gynaecoloog was. De liefde voor Ellie is groot, maar de relatie met zijn schoonvader loopt moeilijk. Kurt bouwt desondanks een carrière uit als schilder in Oost-Duitsland, maar voelt op een bepaald moment dat het klimaat daar te verstikkend wordt en vlucht, nog net voor de bouw van de Muur, naar het Westen. Daar schrijft hij zich in aan de academie van Düsseldorf en begint er opnieuw als kunstenaar, op zoek gaand naar zijn eigen stem.
Het is knap hoe de regisseur ons een verhaal presenteert waarbij hij de Duitse geschiedenis van net voor de Tweede Wereldoorlog tot enkele decennia later uit de doeken kan doen aan de hand van de geschiedenis van één personage én aan de hand van kunst. Wat als echte kunst beschouwt wordt hangt heel erg samen met diegene die er naar kijkt. Dat is wat we geleerd hebben uit Werk Ohne Autor. In de openingsscène wordt er cynisch gedaan over de verwerpelijke moderne kunst. In het communistische Oost-Duitsland is het al sociaal realisme dat de klok slaat, maar ook dat is maar tijdelijk. En in het Westen van Duitsland heersen dan weer hele andere opvattingen.
De lange proloog waarin we de jonge Kurt en het tragische lot van zijn tante Elisabeth zien grijpt naar de keel. Het werpt ons terug naar een tijd waarin “krankzinnigen” al te snel als dusdanig werden bestempeld en waarin “mongooïden, krankzinnigen en andere misgeborenen” consequent verplicht gesteriliseerd werden om voortplanting te vermijden en naar een systeem waarin één dokter kon beslissen om “het verlengen van dat zinloze leven tot een einde te brengen.”
Wie niet perfect is kan beter niet zijn. En gewoon goed kan nooit goed genoeg zijn. Het zijn de opvattingen van dokter Carl Seeband, een man die erop staat om met professor aangesproken te worden en die redelijk ongeschonden uit de oorlog komt. Heel toevallig, via zijn dochter Ellie, kruisen de wegen van de professor en Kurt zich opnieuw. Alleen vindt de professor opnieuw de keuze van zijn dochter niet goed genoeg. Kurt is melancholisch, is niet van rijke komaf en zijn vader heeft zelfmoord gepleegd. Professor Seeband gebruikt daarvoor het woord “erfzonde” en zorgt ervoor dat zijn eigen bloedband zich niet zal kunnen verder zetten.
In deze tijden zou Werk Ohne Autor perfect tot een serie uitgewerkt kunnen worden en ergens hadden we die ook graag willen zien. Het is immers een cadeau om mensen als Tom Schilling, Sebastian Koch, Paula Beer en Saskia Rosendahl aan het werk te zien. En toch lijkt de keuze om dit verhaal tot uiting te laten komen in een film van drie uur de juiste: door het hele verhaal in één film te persen en niet in zes of acht afleveringen te vertellen wordt de grootsheid ervan benadrukt.
De vrijscènes tussen de twee jonge geliefden spatten werkelijk van het scherm, maar verder is de film redelijk sober, maar efficiënt gefilmd en is het vooral de muziek van Max Richter die je gevoelens stuurt. von Donnersmarck laat het verhaal zijn werk doen, maar maakt naast geschiedenis, drama en tragiek ook wat plaats voor parodie (de moderne kunstwereld), bewondering (Kurt kan écht heel goed schilderen) en wijsheid (“Enkel de kunstenaar is helemaal vrij”).
Werk Ohne Autor heeft de pech om net dit jaar voor een Oscar genomineerd te zijn in de categorie Beste Niet-Engelstalige film. Roma is daar de gedoodverfde winnaar en als het Roma niet zal zijn dan wel Cold War. Deze film zal dus die Oscar niet winnen. Maar toch is dit één van die zeldzame verhalen die al terwijl je aan het kijken bent als episch aandoen. Een boek zoals A Little Life er ook één was: een verhaal dat je in de maag wordt gesplitst en waarvan je je niet kan afkeren.
Score: 8/10
Can You Ever Forgive Me?: Melissa McCarthy toont dat ze echt kan acteren
De tweede grote verrassing deze week is Can You Forgive Me? Ook deze film is genomineerd voor enkele (3) Oscars en de opvallendste nominatie daarbij is die van Melissa McCarthy in de categorie Beste Actrice. Tot nu toe vergaarde McCarthy vooral roem door in (irritante) romantische komedies en actiekomedies te spelen als Bridemaids, Identity Thief en Spy, maar deze keer vertolkt ze zonder een greintje ironie of opgepompte humor de schrijfster Lee Israel.
Lee Israel was een Amerikaans schijfster van biografieën van onder andere Katherine Hepburn en Tallulah Bankhead. De biografie over Estée Lauder flopte en bracht haar in financiële problemen. De film begint in die periode: haar uitgeverij weigert haar een voorschot te geven voor een boek waarop niemand nog zit te wachten, Israel zelf loopt drie maanden achter met de huur en kan de verzorging voor haar kat niet meer betalen. Op dat moment krijgt Israel het idee om zogezegde literaire brieven te schrijven, geschreven door overleden schrijvers en acteurs als Dorothy Parker of Noël Coward.
Dat handeltje gaat haar goed af en ze wordt er ook steeds professioneler in, maar de echte reden waarom Can You Ever Forgive Me? zo bekijkenswaardig is heet Melissa McCarthy. Ze vertolkt een 51-jarige schrijfster die de grootste moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen, die weinig tot geen vrienden heeft en die doorheen de jaren het beschermingsmechanisme heeft ontwikkeld om iedereen – door het gebruik van sarcasme en botte humor – van zich weg te duwen, of ze nu wilde of niet.
Ze leeft alleen in een kleine flat en ze vindt de zorg voor haar kat belangrijker dan de zorg voor zichzelf. Ze zit vaak op café whisky’s achterover te slaan en op één van die drinknamiddagen komt ze Jack Hock (Richard E. Grant) tegen. Met hem, nog een misfit die zichzelf nog het liefst buiten de samenleving plaatst, klikt het zoals het nog nooit met iemand geklikt heeft en ze slaagt er op den duur zelfs in om hem te gaan vertrouwen. Tot ook dat weer misloopt.
Dit portret slaagt erin om je medelijden te doen krijgen met de figuur Lee Israel en de eenzaamheid waartoe ze zichzelf veroordeeld heeft. Ook al weet je dat wat ze doet niet correct is, haar zwaar veroordelen doe je als kijker ook niet, omdat je weet hoe zwaar ze het al gehad heeft in haar leven. Op de première van de film liep Richard E. Grant de bekende televisierechter Judge Judy (Judy Sheindlin) tegen het lijf en hij vroeg haar wat haar vonnis geweest zou zijn als Lee Israel in haar rechtbank gestaan zou hebben. Zij antwoordde dat ze Israel waarschijnlijk een boete zou hebben gegeven omdat ze niemand vermoord had of fysiek pijn had gedaan en omdat de mensen die handel dreven in memorabilia van beroemdheden zelf nogal gehaaid waren.
Door de tristesse die voortdurend over het hoofdpersonage hangt, waait er ook een soort van voortdurende melancholie doorheen de film. Die wordt versterkt door de soundtrack die we graag een extra pluim geven en waarop we onder andere moois van Billie Holiday, Chet Baker, Jeri Southern en Paul Simon horen. Grootse cinema is dit niet, aangename cinema wel. En we zijn maar wat blij dat we Melissa McCarthy eens echt hebben zien acteren.
Haar volgende film heet trouwens The Kitchen, een film die geschreven en geregisseerd is door de schrijfster van Straight Outta Compton. Melissa McCarthy zal er in één van de hoofdrollen te zien zijn naast onder andere Elisabeth Moss, Can You Ever Forgive Me? is naar onze mening één van de grote outsiders op de Oscars en maakt weinig kans om effectief een beeldje te winnen, maar deze film zou wel het begin kunnen zijn van de serieuze acteercarrière van McCarthy.
Score: 7/10