Franse minister van Justitie erkent blunders na spectaculaire juwelendiefstal in het Louvre

De Franse minister van Justitie, Gérald Darmanin, heeft toegegeven dat de veiligheidsmaatregelen in het Louvre ernstig tekortschoten na een brutale juwelendiefstal bij daglicht in het hart van Parijs. De overvallers konden zonder problemen een meubellift plaatsen, het museum binnendringen en met waardevolle stukken verdwijnen. Volgens Darmanin gaat het om een blamage die “de reputatie van Frankrijk schaadt”.

De gewaagde overval vond zondag rond 9.30 uur plaats, terwijl het Louvre open was voor bezoekers. Vier gemaskerde personen, gewapend met haakse slijpers maar zonder vuurwapens, drongen de beroemde Galerie d’Apollon binnen. Ze bedreigden het bewakend personeel en slaagden erin acht van de negen geplande stukken te stelen.

Opmerkelijk genoeg lieten de daders één van de waardevolste juwelen achter: de kroon van keizerin Eugénie, de echtgenote van Napoleon III, die naar schatting tientallen miljoenen euro’s waard is.

Waarom niet de Regent-diamant?

De dieven waren slechts zes à zeven minuten in het museum. Onderzoekers vragen zich af waarom ze het niet gemunt hadden op de beroemde Regent-diamant, die naar schatting meer dan 50 miljoen euro waard is en eveneens in de Apollo Gallery wordt tentoongesteld. Het onderzoek wordt geleid door een gespecialiseerde politie-eenheid die ervaring heeft met grootschalige kunst- en juwelendiefstallen.

De eerste aanwijzingen wijzen in de richting van georganiseerde misdaad. De politie sluit niet uit dat de daders in opdracht van een verzamelaar handelden, of de juwelen willen gebruiken om geld wit te wassen. Buitenlandse betrokkenheid lijkt voorlopig geen hoofdspoor.

Veiligheidsmaatregelen

Het Louvre, het drukst bezochte museum ter wereld, sloot de dag na de overval tijdelijk de deuren. Bezoekers werden geëvacueerd terwijl de politie het gebouw volledig doorzocht en extra beveiligingsmaatregelen nam. De diefstal roept herinneringen op aan de legendarische ontvreemding van de Mona Lisa in 1911, toen een Italiaanse schilder het wereldberoemde werk meenam.

De Franse minister van Cultuur, Rachida Dati, benadrukte dat er al langer zorgen bestaan over de beveiliging van nationale musea. Ze dringt aan op snellere modernisering van de beveiligingssystemen, vooral nu criminele netwerken steeds geavanceerdere methoden gebruiken.

Meer
Lees meer...