Zondag trekt de Franse bevolking (opnieuw) naar de stembus. Nadat op 24 april Emmanuel Macron zijn herverkiezing als president haalde, worden deze keer de 577 parlementsleden verkozen. De peilingen wijzen uit dat deze keer niet extreemrechts, maar wel de linkerflank een bedreiging vormen voor de macht van de president.
Volgens verschillende peilingen van marktonderzoeksbureau Ipsos zou extreemrechts nog maar 17 procent van de Franse burgers vertegenwoordigen. Enkel in 1981 haalde de verre rechterkant minder zetels.
Aan de overkant van het politieke spectrum liggen de kaarten beter: het linkse blok, verenigd achter trotskist Jean-Luc Mélenchon, zou maar liefst 28 procent van de Franse bevolking achter zich kunnen scharen, een tikkeltje meer dan Ensemble, de coalitie die achter president Macron staat. De coalitie, waarbinnen Macrons ‘La République En Marche’ de dominante partij is, behaalde in 2017 nog 60 procent bij de vorige verkiezingen.
Sterk blok
Nu vormt Mélenchon echter een sterkere opponent dan vijf jaar geleden: hij wist maar liefst 19 kleine en grote partijen te verenigen tot NUPES, La Nouvelle Union populaire écologique et sociale. De voornaamste communistische, socialistische en groene partijen scharen zich achter de zeventiger, in de hoop die naar het stoeltje van premier te stuwen.
Dat scenario lijkt toch, ondanks zijn succes tijdens de eerste ronde van de presidentsverkiezingen in april, eerder onwaarschijnlijk. De kans dat zijn coalitie nodig zal zijn om een meerderheid te vormen, lijkt daarentegen vrij groot. En dat zou slecht nieuws betekenen voor president Macron.
Zesde Republiek
Qua beleidskeuzes staat NUPES namelijk haaks op de ideologie van Macron: de linkse alliantie zou Frankrijk liefst zo snel mogelijk de NAVO zien verlaten, belooft de Franse bevolking een netto minimumloon van 1.500 euro en wil de pensioenleeftijd terug verlagen naar 60. Ook streeft het blok naar de ‘Zesde Republiek’, een nieuwe manier van aan politiek doen, met een nieuwe grondwet en staatsstructuur.
Als tegenoffensief benoemde Macron eind mei de socialiste Elisabeth Borne tot premier van een herschikte regering. Ze trok ook echt met iets linksere standpunten naar Hôtel Matignon, de ambtswoning van de Franse premier. Zo weet Macron het linkse blok al een stukje te ondergraven, en kan hij misschien wel wat linkse stemmers overtuigen om het bolletje van zijn Ensemble in te kleuren.
Als de parlementsverkiezingen echt de uitslag krijgen die op voorhand werd gepeild, lijken er dus hoe dan ook stevige regeringsonderhandelingen aan te komen, om twee compleet andere stromingen toch samen in een regering te gooien. Het belooft alvast een spannende verkiezingsdag te worden morgen. Als morgen geen uitsluitsel biedt over wie premier wordt, trekken de Fransen op 19 juni opnieuw naar de stembus, voor de tweede en laatste ronde. Uiterlijk dan wordt de nieuwe Franse premier bekend.