De uitspraak van de Franse stafchef over een mogelijk conflict met Rusland doet stof opwaaien – maar past opvallend goed in een bredere golf van Europese waarschuwingen. Militaire topfiguren schetsen een steeds grimmiger toekomstbeeld en pleiten voor meer paraatheid.
Frankrijk moet volgens stafchef Fabien Mandon klaar zijn om het ondenkbare onder ogen te zien in een mogelijke oorlog met Rusland – zelfs als dat betekent dat er jonge levens verloren gaan. Met zijn opvallende commentaar over “het verliezen van kinderen” veroorzaakte hij recent grote verontwaardiging in eigen land. Toch staat de generaal verre van alleen: ook andere Europese militaire leiders waarschuwen in ongewoon scherpe bewoordingen voor een groeiende Russische dreiging.
Mandons boodschap: harde realiteit, geen zelfgenoegzaamheid
Sinds zijn aantreden hamert Mandon op dezelfde basisboodschap: Europa mag niet indommelen. Volgens hem is “relativisme” een sluipend gevaar dat de ernst van militaire risico’s onderschat en voorbereiding trivialiseert. In verschillende interne toespraken spoorde hij zijn troepen al aan om comfortabel te worden met ongemakkelijke waarheden.
Die strenge toon trok hij recent door tijdens parlementaire hoorzittingen, waar hij benadrukte dat Frankrijk niet bang hoeft te zijn voor Rusland – op voorwaarde dat het land zich voluit engageert om zichzelf te verdedigen. Tegelijk klonk een duidelijke waarschuwing: de militaire capaciteit van Rusland groeit razendsnel en het land zou binnen enkele jaren klaar kunnen zijn voor offensieve actie.
Europese generaals op één lijn: “systemisch conflict” dreigt
Ook buiten Frankrijk gaat het alarmsignaal steeds luider. In Zweden liet stafchef Michael Claesson optekenen dat Rusland bereid is om grote risico’s te nemen om zijn doelen te behalen. Hij noemde de huidige geopolitieke spanning een “systemisch conflict” dat generaties kan aanslepen.
In Polen sprak legerchef Wisław Kukuła over een “pre-oorlogse fase” na een sabotage-incident op het spoor. Die uitspraak sluit aan bij eerdere waarschuwingen van premier Donald Tusk, die al in maart 2024 de term “pre-oorlogs” op tafel legde. Volgens Kukuła probeert Rusland actief het publieke vertrouwen te ondermijnen als voorbereiding op mogelijke agressie.
Duitsland: “beangstigende opbouw” en snellere tijdlijn
In Duitsland was de toon al even ernstig. Legercommandant Carsten Breuer noemde de militaire opbouw in Rusland “beangstigend” en omschreef die als een “aanwezig gevaar”.
Minister van Defensie Boris Pistorius liet bovendien weten dat recente analyses de dreiging sneller inschatten dan eerder gedacht. Waar eerst 2029 werd genoemd als vroegste moment voor een aanval op een NAVO-lidstaat, zouden nieuwe inlichtingen op een veel kortere voorbereidingstijd wijzen. En de Duitse minister sprak daarbij zelfs over een mogelijke “laatste zomer van de vrede” – een zin die in Duitsland meteen ging rondzingen.
Trump-factor en Poetin: geopolitieke klok tikt
Zonder concreet bewijs koppelde Mandon de mogelijke timing van een Russisch offensief ook aan de Amerikaanse politiek. Hij suggereerde dat zodra de ambtstermijn van Donald Trump zou aflopen, de Russische president Vladimir Putin zich mogelijk minder gebonden zou voelen door eerdere diplomatieke afspraken.
Oorlogstaal of wake-upcall?
De Franse ophefuitspraak blijft controversieel – vooral door de expliciete manier waarop Mandon sprak over de tol van een toekomstige oorlog. Maar het past wél in een Europees plaatje dat steeds somberder kleurt. De waarschuwingen vanuit Parijs, Stockholm, Warschau en Berlijn lijken één ding duidelijk te maken: de discussie in Europa verschuift van of Rusland een gevaar is naar wanneer het dat zou kunnen worden. De inzet? Parate legers, een weerbare bevolking en een continent dat, hoe pijnlijk ook, opnieuw over oorlog begint na te denken.
