Groen parkeert zich ideologisch stevig op links. Op haar partijcongres beslisten Meyrem Almaci en co om voor een ‘welvaartsgarantie’ te gaan. Dat garandeert dat iedereen een voldoende hoog inkomen krijgt, ook als die minder kan of wil werken. Een basisinkomen dus, al heet het een beetje anders. Het cijfer ligt op 23.000 euro, al is de vraag hoe dat betaalbaar zal zijn.
Een opvallende koers voor Groen, dat zich helemaal inschrijft in het systeem van de ‘welvaartsgarantie’. Dat systeem is een andere naam voor een basisinkomen: of je nu werkt of niet, je verdient sowieso een inkomen. Voor Groen ligt die drempel op het mediaaninkomen. Als mensen daaronder zakken, dan betaalt de overheid sowieso bij. Voor een alleenstaande ligt die som op 23.000 euro per jaar. Wie daaronder zakt, krijgt de rest dus bijgepast.
Het moet toelaten aan iedereen om te beslissen hoeveel ze werken en hoe ze werken. Meteen is het volgens de partij ook de beste manier om armoede te bestrijden en ademruimte te geven aan mensen die een tijdje zonder werk (willen) zitten. Iemand die zorg voor een kind of ouder opneemt kan dan perfect ook van het systeem gebruik maken.
“Mensen weer greep geven op hun levenskwaliteit, daar is het om te doen.”, lichtte partijvoorzitster Meyrem Almaci toe aan Belga. “De welvaartsgarantie sluit armoede uit en biedt ademruimte aan mensen die zorg willen opnemen of dromen van een eigen zaak. Met de voorstellen die we hier goedkeurden, krijgt iedereen straks echt de kans om te beslissen hoeveel uur zij of hij werkt, 38, 30 of 20 uur. We geven mensen de handvaten om dat zelf te beslissen.”
Tussen sp.a en PVDA
Met die keuze op het ‘Schakelcongres’ onderstreept Groen een stukje meer haar linkse koers. Met dit voorstel zitten ze zowat tussen het communistische PVDA en de socialistische sp.a in, stevig progressief dus.
Al is het voorstel natuurlijk weinig concreet. Naar de betaalbaarheid van het voorstel is het een beetje gissen, er is niet meteen berekend om uit te leggen hoe zo’n welvaartsgarantie moet gefinancierd worden. Maar Groen wil het wel laten narekenen, en geven ook aan het niet te zullen invoeren “als het niet haalbaar is”. Het is dus vooral een ideologische keuze, om een richting aan te geven. Als invoeringsdatum is ook sprake van 2030, het is dus niet voor morgen, zelfs als de Groenen deel zouden gaan nemen aan het beleid.