Heel wat gevluchte Syrische kinderen zijn illegaal aan het werk in de Turkse textielindustrie, terwijl zij eigenlijk op school zouden moeten zitten. De ngo Business & Human Rights Resource Centre (BHRRC) stelde vast dat er bij verschillende grote ketens zoals H&M, Primark en C&A Syrische vluchtelingen aan de slag zijn. H&M is één van de weinigen die hier ook effectief iets aan doet.
Turkije is één van de grootste textielproducenten ter wereld. Een positie die het deelt met China, Bangladesh en Cambodja. Alle grote merken, bijvoorbeeld H&M, Burberry, Primark, Marks & Spencer en ASOS, zijn er klant aan huis. Deze landen kwamen al meerdere malen in opspraak om hun lage lonen en slechte werkomstandigheden. De Syrische kinderen zijn hier het volgende slachtoffer van. En de kledij die zij maken hangt in onze winkels.
Vragenlijst
Business and Human Rights Resource Centre, een ngo die bedrijfsethiek controleert, stelde samen met de Internationale Arbeidsorganisatie een vragenlijst op om eventuele kinderarbeid en uitbuiting van Syrische vluchtelingen te onderscheppen. Die lieten ze invullen door 28 grote bedrijven die kledij laten maken door Turkse bedrijfjes.
Van alle ondervraagde bedrijven zijn H&M, en de bij ons minder bekende Britse keten Next, de enigen die de kinderarbeid bevestigen. Zij hebben intussen ook stappen ondernomen om de kinderen terug naar school te sturen en hun familie te ondersteunen.
Uit het oog, uit het hart?
Primark en C&A erkennen enkel dat volwassenen Syrische vluchtelingen werden geïdentificeerd. Adidas, Nike, Puma, Burberry en de Arcadia Group (eigenaar van Topshop, Dorothy Perkins en Burtons) daarentegen ontkenden dat er Syrische vluchtelingen voor hen werkten.
Alle andere merken die de vragenlijst invulden antwoordden niet op de vragen over Syrische arbeiders. Het gaat om Marks & Spencer, ASOS, Debenhams en Superdry. Tien bedrijven, waaronder GAP, New Look en River Island hebben voorlopig zelfs helemaal niet geantwoord.
Groot aantal vluchtelingen
Sinds 2011 zijn meer dan twee miljoen Syriërs naar Turkije gevlucht. Dat maakt van Turkije het land met de grootste groep vluchtelingen. Slechts zo’n 4.000 onder hen hebben een officiële werkvergunning gekregen. Er wordt geschat dat honderdduizenden intussen gewoon illegaal aan het werk zijn.
Vele Syriers werken voor minder dan het minimumloon van 1.309 Turkse lire, omgerekend is dat zo’n 406 euro. Onder hen zitten heel wat kinderen die werken op boerderijen en in fabrieken, hoewel de Turkse en internationale wetgeving dat verbiedt voor al wie jonger is dan twaalf jaar.
Bron: Independent, The Huffington Post