Het gebruik van het hekje voor een woord om berichten over dat onderwerp beter en sneller te vinden, beter bekend als de ‘hashtag’, bestaat dertien jaar. Ondertussen is de # uiteraard niet meer weg te denken uit ons leven.
Eigenlijk dateert het gebruik van de # uit het IRC-netwerk. Daar werd het gebruikt om openbare kanalen of onderwerpen mee aan te duiden. Maar op 23 augustus 2007 stelde de Amerikaan Chris Messina voor om het symbool ook in te voeren op Twitter. Twee dagen later verduidelijkte hij in een blogpost wat hij precies bedoelde. Nog een dag later kwam ene Stowe Boyd met de naam ‘Hash Tags‘ – toen nog in twee woorden – op de proppen.
Messina hoopte dat hashtags het voor gewone mensen eenvoudiger zouden maken om relevante informatie en updates te zoeken over onderwerpen die hen interesseren. Het moest dienen als een manier om Twitter-berichten te categoriseren.
Bosbranden en Iraanse opstand
Aanvankelijk bleef het gebruik van hashtags heel beperkt. Pas in oktober 2007 werden ze voor het eerst massaal gebruikt om te berichten over de bosbranden in Californië. Internationaal kenden ze hun doorbraak tijdens Iraanse protesten na de verkiezingen in het land in juni 2009.
Kort daarna besloot Twitter eindelijk om hashtags echt te integreren in hun systeem. Sinds 2 juli 2009 komt er automatisch een hyperlink als je een # gebruikt voor een woord of meerdere woorden met een _ ertussen. In 2010 kwam het met ‘Trending Topics‘ om te tonen welke hashtags op dat moment op een bepaalde locatie het meest populair zijn.
Facebook in 2013
Kort daarna volgden heel wat andere sociale media. Zij namen het principe van hashtags dat zo populair was geworden op Twitter over. Eerst volgden onder andere Instagram, Flickr, Tumblr en het ter ziele gegane Google+. Facebook was in 2013 uiteindelijk het laatste grote sociale medium dat het gebruik van hashtags omarmde.