Het einde van de vakbonden kondigt zich aan

Een politieke overtuiging die geen meerderheid draagt in onze samenleving mag roepen en mag proberen de bevolking te overtuigen, maar moet respect hebben voor het feit dat de bevolking hen geen volmacht geeft in het parlement. En ja, de verkiezingen zijn democratisch, wie deze stelling verwerpt, omdat Hitler ook ooit democratisch werd verkozen, verwerpt onze democratische rechten. De politieke partijen die de sleutels krijgen, zullen na hun diensttijd democratisch beoordeeld worden. Wij mogen niet vervallen in een democratie die enkel ons ‘eigen’ gelijk als enige waarheid zien. Want dan vervallen wij in een dictatuur waar respect en verdraagzaamheid verandert in tolerantie. Tolerantie is een eufemisme voor het verdragen dat  er iemand ‘anders’ is, maar wil niet zeggen dat het anders geaccepteerd wordt.  

De vakbonden, een dictatuur binnen de democratie

Vandaag de dag zijn de vakbonden een soort van wettelijk georganiseerde noodzaak, geautoriseerd door een politieke overtuiging, die vandaag geen meerderheid meer heeft in onze democratische samenleving.

Hierdoor wordt hun politiek bestaan ook moeilijk. De vakbonden vertegenwoordigen niet meer de politieke klasse die het bestuur vormt. Zowel de uitgesproken linkse en rechtse meerderheden worden niet meer gedragen door een vakbondenklasse. En hier wringt het schoentje. De vakbonden vormen nu een soort van oppositie en zelfs een dictatuur in een juridisch illegaal bestaan.

De vakbonden hier in België, van vandaag, zijn eens niet-juridisch erkende structuren. Ze bestaan omdat, in het vroegere politiek systeem, hen een bestaansrecht werd toegeschreven. Waardoor je de vakbonden juridisch feitelijk kan vergelijken met een illegale vluchteling. Ze zijn er wel, ze hebben rechten en plichten, door de wet opgelegd, maar ze bestaan niet.

Ook de politieke partijen hebben dezelfde juridische structuur. Zij zijn als feitelijke vereniging een organisatie die door de verkiezingen hun bestaansrecht kunnen legitimeren. 

Dichtgetimmerde Rood, Groen en Blauw

De vakbonden echter zijn door wet als het ware in drie kleuren vervat, Rood, Groen en Blauw verdeeld. Wie een andere vakbond wil oprichten, kan ondanks het democratisch legitimeren, niet dezelfde rechten en plichten krijgen als de drie traditionele erkende vakbonden. Zij kunnen zich wel als organisatie voor een bepaald bedrijf of beroepsgroep organiseren, zie maar naar de treinbestuurders en de luchtvaartpiloten of de politieagenten en de luchtvaartgeleiders. Maar deze organisaties hebben, ondanks hun legitieme meerderheid die zij vertegenwoordigen, geen enkele medezeggenschap in de beslissingen die hen nationaal of regionaal belangen. Zelfs in hun eigen bedrijf worden zij bij een conflict en met een regeringsbemiddeling niet erkend en mogen zij niet mee onderhandelen, ook al zijn ze in de meerderheid.

Ook de werkgeversorganisaties kennen deze beperking. Ook zij zijn slechts in drie groepen verdeeld, het VBO en VOKA en UNIZO. Andere werknemersorganisaties mogen zich wel verenigen in beroepsverenigingen of syndicaten , maar hun erkenningen blijven in ons huidig democratische structuur steken in de door de wet dichtgetimmerde politieke kleuren. Kleuren die al lang geen echte democratische meerderheid hebben. Zulke legitieme verenigingen kunnen als beroepsvereniging of zelfs als vakbond nooit erkend worden om in de Arbeidsraad (het parlement van het sociaal overleg) een afvaardiging te krijgen. Stel dat er vandaag een vakbond van meer dan 1000.000 leden zou ontstaan, ze zouden nooit dezelfde rechten krijgen dan de drie traditionele organisaties. Hierdoor wordt het democratisch recht van de werknemers en werkgevers  beperkt en zelfs beknot. Men kan hier zelfs spreken van een ondemocratische schending van de rechten van de mens, die zich vrij moet kunnen organiseren. In de vakbonden kan dat niet.

Coup

Als zo’n aparte organisatie vandaag bestaansrecht wil verkrijgen, moet zij als het ware een staatsgreep plegen binnen een van de drie door wet erkende vakbonden of werkgeversstructuren. Dit is een weinig democratische weg om erkend te kunnen worden. En zo’n coup is ook moeilijk te organiseren, omdat deze door wet erkende organisaties, zich in zoveel kleine onderdeeltjes hebben georganiseerd, dat zo’n coup feitelijk onmogelijk is.

Mocht men de noodzakelijkheid om aan te sluiten bij een vakbond, opgelegd door wet, (uitbetalen wan werkloosheidssteun, verkrijgen van verletdagen en andere voordelen) afschaffen, er zouden veel minder vakbondsleden  zijn. Zie maar in de KMO’s waar men met minder dan vijftig mensen in dienst, geen verplichte vakbond aanwezigheid heeft in hun juridische structuur.  

Deze wettelijke dichttimmering bestaat er niet voor de politieke partijen. Een partij die door de kiezers naar het parlement wordt gestuurd, krijgt een blanco volmacht en kan in alle structuren die er zijn, haar stem uitbrengen. Misschien niet direct, maar hoe langer de partij bestaat en hoe groter de partij is, hoe meer invloed ze kan uitoefenen.

Een politieke overtuiging die geen meerderheid draagt in onze samenleving mag roepen en mag proberen de bevolking te overtuigen, maar moet respect hebben voor het feit dat de bevolking hen geen volmacht geeft in het parlement.

En ja, de verkiezingen zijn democratisch, wie deze stelling verwerpt, omdat Hitler ook ooit democratisch werd verkozen, verwerpt onze democratische rechten. De politieke partijen die de sleutels krijgen, zullen na hun diensttijd democratisch beoordeeld worden. Wij mogen niet vervallen in een democratie die enkel ons ‘eigen’ gelijk als democratisch zien. Want dan vervallen wij in een dictatuur waar respect en verdraagzaamheid verandert in tolerantie. .

Juridisch deficit

De feitelijke vereniging is geen drager van rechten en plichten, onafhankelijk van de rechten en plichten van de leden. Met andere woorden zij heeft geen rechtspersoonlijkheid.

Dit gebrek aan rechtspersoonlijkheid betekent dat de feitelijke vereniging, als dusdanig, geen rechten kan verwerven (op bijv. roerende of onroerende goederen), noch overeenkomsten afsluiten, noch schulden aangaan. Het zijn de leden die de rechten en plichten van de vereniging dragen, ten persoonlijke titel.

Wanneer bijv. een lid van een feitelijke vereniging voor zijn vereniging een contract ondertekent is alleen dat lid verbonden, de vereniging als zodanig kan geen juridische actie ondernemen, een juridische actie tégen de vereniging zal tegen alle leden persoonlijk moeten worden gevoerd.

Onlangs door de rechtbank bevestigd

15 juli 2013: Het Hof van Beroep van Gent verklaarde de leden van een carnavalsvereniging in Aalst persoonlijk aansprakelijk voor de schade (1,5 miljoen euro) die de brand van hun praalwagen veroorzaakte aan andere wagens die zich in een zelfde loods bevonden. De vereniging had een verzekering afgesloten om eventuele. schade te dekken bij gebruik van de wagen op de openbare weg. Deze  verzekering geldt echter niet voor schade veroorzaakt in een loods. De leden draaien dus zelf op voor de schade.  Waar in het verleden leden van een feitelijke vereniging ontsnapten aan hun aansprakelijkheid, besliste het Hof van Gent dat de verantwoordelijkheid van de leden binnen een feitelijke vereniging niet hetzelfde is als voor wie buiten deze vereniging is.

De vraag moet gesteld worden of de sociale partners, die geen politieke meerderheid meer hebben en zelfs niet eens een legitieme meerderheid van de werknemers vertegenwoordigen. Moest men de door de wet (gekochte) leden niet meer verplichten om toe te treden om voordelen te krijgen, van hun ledental afschaffen, het democratische gehalte inzake vertegenwoordiging van deze partners zou heel mager zijn.

Schrödingers kat

Het juridische statuut van de vakbonden, om als organisatie hun taak te kwijten, rammelt langs alle kanten, een scriptie van Sari VAN TENDELOO, student aan de UIA over dit onderwerp is heel verbazend

Deze scriptie is genoemd naar de paradox in een gedachte-experiment binnen de kwantummechanica.

Schrödingers kat werd bedacht door de natuurkundige Erwin Schrödinger, ter verkenning van de gevolgen van het niet-determinisme van de kwantummechanica, en gaat het over de vraag of ze levend of dood is. 

Bij  vakbonden  is  het  dan  (onder meer)  de  vraag  of  ze  rechtspersoonlijkheid  hebben  of  niet,  d.i.  de  vraag  naar  hun  juridisch  bestaan.  Ofwel  heb  je  rechtspersoonlijkheid,  ofwel  niet. Net  zoals  je  ofwel  in  leven  bent,  ofwel  dood.  Bij  beide situaties is er geen grijze zone: net zoals je niet een beetje dood kan zijn, kan je ook niet een  beetje rechtspersoonlijkheid bezitten. Ofwel? De doctrine is er nog steeds niet uit.

Ondemocratisch

De juridische vorm van de vakbond is niet meer van deze tijd. Schijnvennootschappen worden opgericht om zaken te verstoppen en om buiten de democratisch ingestelde controle organisme zaken te kunnen doen, die feitelijk het daglicht niet kunnen zien. 

Zou er zelfs een directeur van een Vlaamse vakbond ook een geheime rekening in Zwitserland hebben, om maar niet te zwijgen over de vele rekeningen van de vakbonden in het buitenland, en waarover angstvallig wordt gezwegen. Vakbonden moeten toch geen belastingen op hun vermogen betalen, zij zijn immers verheven boven elke democratische verplichting.

De burger is niet meer zo onmondig en niet meer zo benadeeld dat deze vorm van vertegenwoordiging zo moet beschermd worden. De arbeidsrechtbanken en de grondwettelijke rechten zijn tussen het ontstaan van de vakbonden en de rechten die er vandaag zijn, zodanig gewijzigd, dat deze structuur niet meer hoeft.

Het recht op vertegenwoordiging zoals ze nu van toepassing is lijkt meer op een dictatuur dan een democratie.

Onze democratie beschermen

Vandaag zijn de vakbonden een soort van agressieve waakhonden die hard blaffen en als afschrikking moeten dienen. Deze vorm van overleg is toch niet meer van vandaag.

Als een regering met een democratische meerderheid beslissingen nemen, en deze meerderheid is gekozen door dezelfde leden van deze vakbonden, dan begrijp ik niet waar de vakbond, haar legitimiteit haalt om deze regeringsbeslissingen te hekelen.  

Het sociaal overleg gebeurt tussen werkgevers en werknemers en daar mag er gediscussieerd worden. Maar de staatskas beheren is geen taak van het sociaal overleg.

Dus als een minderheid met een groep mensen (enkele duizenden) er in slaagt om een meerderheid te gijzelen, dan noemen wij dit democratie? De socialisten vertegenwoordigen in Vlaanderen heeft geen 15% van de stemmen, maar in de politieke beslissingsmachine gedragen ze zich als een groep die een meerderheid vertegenwoordigt. .

Deze parodie op de vakbondsactie spreekt boekdelen :

Deze actie werd door de ABVV gesteund.

Democratische kanalen

De staatskas beheren gebeurt in ons democratisch halfrond en hiervoor bestaan er democratische beschermingsmechanismen. Deze mechanismen bestaan er niet vandaag, het wordt tijd dat ze worden opgericht als neutrale waakhond.

De arbeidsrechtbank is een garantie voor een neutrale tussenkomst als er een conflict is tussen de werknemer en de werkgever. De overheid kan de drempel verlagen, zodat de rechten van elke werknemer, al dan niet verbonden aan een vakbond, verzekerd is.

Zo zou men het Rekenhof meer bevoegdheden kunnen geven, zoals het Grondwettelijkhof die ook heeft, zodat in de berekening van elk beslissing, verplicht, gekeken moet worden naar het belang van alle sociale partners en hun aandeel in de beslissingen evenredig is. Hier mogen geen politieke overtuigingen meer spelen.

Ook zou er binnen de Raad van State een kamer kunnen zijn waar onredelijke politieke beslissingen gewogen kunnen worden aan de hand van grondwettelijke rechten. Deze kamer zou zoals men die ook voor de vluchtelingen bestaat, apart moeten functioneren. Elke beslissing van de overheid, zou hier getoetst moeten worden op basis van de internationale rechten van de mens, kind, armoede en ook op de grondwettelijke en Europese regelgeving.

De Arbeidsraad zou een democratische vertegenwoordiging moeten kennen op basis van realiteit en niet op basis van op door wet vastgetimmerde vertegenwoordiging.

De vakbonden moeten bevrijd worden van hun dictatoriaal karakter en teruggegeven worden aan elke werknemer die in alle vrijheid moet kunnen kiezen of ze zich al dan niet willen verenigen tegen het beleid van de werkgever, overheid, die hun belangen schaden.