Worden toekomstige journalisten wel op een juiste manier klaargestoomd? Zijn zij voorbereid op een bestaan als freelancer? StampMedia-reporter Kwinten Rummens ging op de koffie bij 4 hoofdrolspelers uit de sector: Björn Soenens (hoofdredacteur VRT Nieuws), Kris Hoflack (hoofdredacteur VTM Nieuws), Karel Verhoeven (hoofdredacteur De Standaard) en Koen Verwee (CEO De Persgroep). Zij geven, in twee bedrijven, elk hun visie op de opleidingen journalistiek in Vlaanderen en waarschuwen de opleidingen elk op hun manier voor het steeds groter wordende gat tussen de sector en de opleidingen.
De journalistiek maakt verwarrende tijden mee. De ene spreekt van gouden tijden, de ander spreekt dat dan weer tegen met bijvoorbeeld grote besparingen. Maar hoe gaan sector en de verschillende opleidingen met elkaar om?In het dossier ‘De Gouden Eeuw van de Journalistiekopleidingen’, een vierdelige reeks van StampMedia, geven vier grote mediabazen hun visie en trekken ze tegelijkertijd aan de alarmbel. Auteur Kwinten Rummens: “Laat deze reeks vooral een uitgestoken hand zijn om het beter te doen, want ik kan u verzekeren: het kàn een pak beter.”
Op nieuwsredacties in Vlaanderen werken, vooral bij de jongere generatie, heel wat reporters met een diploma journalistiek. Maar als we het gaan hebben over de opleidingen, moeten we eerst op het vakgebied inzoomen. Wat is journalistiek?
“Journalistiek is voor mij geen vakgebied. Een vak léér je”, glimlacht VRT-hoofdredacteur Bjorn Soenens. “Journalistiek is een open geest hebben. Kritisch zijn, maar ook weten wat de impact is van je verhalen. Het is soort van filosofische levenshouding. Het is ook bijna nooit meer slapen.”
Karel Verhoeven (De Standaard) knikt: “Journalistiek gaat over affiniteit, een temperament, een set van vaardigheden. Heel snel naar de essentie kunnen gaan is even belangrijk als een goed stuk te kunnen schrijven. Veel journalistieke opleidingen concentreren zich daarop, en dat is meegenomen.”
Kris Hoflack ziet er evenwel geen voordeel in dat iemand een opleiding journalistiek heeft gevolgd. “Het is algemeen geweten dat ik geen grote fan ben van die opleidingen journalistiek. Journalistiek is een vak dat je vooral leert door het te doen, door er veel mee bezig te zijn. Ik vraag me echt af wat je op school leert en achteraf nog kan gebruiken. Er zijn ook verschrikkelijk veel opleidingen, en het niveau is zeer wisselend. Wat mij vooral stoort aan die opleidingen, is dat die zeer praktisch zijn. Ik vind dat ze heel veel context missen”, stelt de hoofdredacteur van VTM Nieuws.
Verhoeven nuanceert: “Studenten journalistiek hebben al eens geproefd van wat er allemaal mogelijk is in de journalistiek. Ze hebben een idee van stijl, wat voor soort reporter ze willen zijn… Ze hebben ook mensen uit het veld gezien: er is context. Stagiair(e)s kunnen ook al een pen hanteren – dat is enorm meegenomen. Maar, toegegeven: we hebben eerder ook al studenten aangenomen die amper stukken hebben geschreven.”
Koen Verwee (De Persgroep) vult aan: “Studenten journalistiek hebben naar mijn gevoel toch een soort van vakmanschap. Ze kunnen een goed stuk schrijven en snappen de basisprincipes van de journalistiek beter dan iemand die een bredere universitaire opleiding heeft gevolgd. Ze zijn snel inzetbaar,…”
Hoflack: “Maar dat is toch vooral praktisch? Wie hier binnenkomt, kan wel met Final Cut Pro of Avid monteren, maar als je hier 3 dagen een opleiding volgt, kan je dat ook.”
Wat schort er dan aan de opleidingen journalistiek?
Verwee: “De opleidingen denken vandaag de dag nog heel erg in vakjes. De grenzen van audio, print, video en online zijn aan het vervagen: alles zit vandaag online, op tablet of smartphone en daarmee houden de opleidingen nog te weinig rekening . Een verhaal heeft een levenscyclus. Hoe ga je een verhaal opbouwen? Hoe start dat? Misschien eerst op sociale media, waar je dingen lost… Je doet daar iets digitaals bij en de printversie is uiteindelijk misschien maar de laatste stap in dat ganse verhaal.”
Verhoeven (knikt): “Docenten empoweren de studenten veel te weinig met wat ze met al die nieuwe mogelijkheden kunnen doen. Charlie Mag bijvoorbeeld bewijst dat je een grote impact kan hebben door op de juiste manier allerlei nieuwe vormen van publiceren, zoals sociale media, te bespelen.
De vraag is of de opleidingen wel genoeg de vinger aan de pols hebben en of ze genoeg topmensen uit het vak in hun opleiding hebben. “
Hoflack: “En dat komt omdat er gewoon teveel opleidingen zijn. Laat ons zeggen dat er in Vlaanderen zo’n 100 topjournalisten zijn. Je moet die toppers betrekken bij de opleidingen! Laat hen workshops geven, nodig ze uit voor lezingen. Dat kan nu gewoon niet omdat er zoveel opleidingen zijn, en dan eindig je met minder goede journalisten, die aan toekomstige journalisten het vak gaan leren.”
Marc Uytterhoeven geeft les aan de hogeschool in Mechelen, Roos Van Acker volgt…
Hoflack: “Natuurlijk zijn er uitzonderingen, en ik weet dat ik een heel extreem standpunt poneer, maar bij de opleidingen journalistiek zie je gewoon het bos door de bomen niet. Er is te weinig overleg met de sector. Na een kritisch interview in De Morgen heeft één opleiding mij uitgenodigd om daarover ook bij hen te praten. Waar is dan het contact?”
Soenens: “Voor mij hoeft er geen opleiding journalistiek te zijn. Er zouden gewoon meer masterclasses moeten zijn van mensen die al in het vak zijn. Er moet ook meer bijgeschoold worden. Ikzelf ga bijvoorbeeld vaak naar het buitenland om over constructieve journalistiek te spreken. Het zijn gouden tijden voor de journalistiek omdat de wereld zo verwarrend is, maar er is tegelijkertijd zoveel ruis. Media bestoken ons 24 uur op 24 met nieuwtjes allerhande. Daardoor is er behoefte aan mensen die een beetje orde brengen. Ik geloof dat er veel meer diepgang en context moet komen.”
Mocht u opleidingshoofd zijn, wat zou u vernieuwen?
Soenens: “Werk rond tweewekelijke thema’s of maandthema’s: hoe leer ik goed zoeken op Google, hoe bedrijf ik constructieve journalistiek, wat zijn betrouwbare cijfers, hoe doe ik aan buitenlandjournalistiek, enz. Nodig ook grote namen uit. Iemand die bijvoorbeeld een uitleg komt doen over de VN, wat voor macht die organisatie wel niet heeft… Iemand over Europa, wie doet wat in Europa…”
Hoflack: “Ik zou in eerste instantie eens samenzitten en bekijken of we eerst niet een aantal opleidingen kunnen samensmelten. Laat ons een paar opleidingen, regionaal gespreid, overhouden op bachelor en master niveau. En laat ons dan daar de sterkste mensen op zetten, fondsen oprichten om mediabedrijven te bezoeken,… Dan kan je de mensen echt iets leren. De journalistiek is te belangrijk in deze maatschappij – we moeten dit ernstig aanpakken. Het zou verschrikkelijk dom zijn om die opleidingen zo middelmatig te laten zoals ze nu zijn. Er zou tenminste 1 opleiding moeten zijn die echt top is, waar je echt goede journalisten aflevert gezien hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.”
Verwee: “De dialoog met de mediabedrijven moet inderdaad serieus versterkt worden. Voorspellen wat er over 4 jaar aangeleerd moet worden, is voor ons al moeilijk – wat moet dat dan niet zijn voor een opleiding? Ik zou ook de stages willen aanpakken, zodat die zinvoller worden voor zowel de mediabedrijven als de student.
Verhoeven: “Er zijn nu al talloze manieren waarop je aan de slag kunt met beeld, tekst en klank. Longreads bijvoorbeeld zijn relatief makkelijk te ontwerpen. Die skills zijn wat wij, traditionele mediabedrijven, nodig hebben.En de manier waarop je impact hebt via sociale media zijn exact dezelfde mechanismen waarmee je impact hebt via een groot medium.”
Verwee: “Verhalen maken is nog altijd cruciaal: ongeacht je drager zal je verhaal toch heel goed moeten zijn. Maar hoe ga je een verhaal een levenscyclus geven en over verschillende dragers heen gaat brengen? Daarbij moet je toch multimedialer denken dan dat dat vandaag het geval is. Onze eigen journalisten hebben het daar zelf ook heel moeilijk mee. De Tijd heeft dat bijvoorbeeld heel goed gedaan met de Fortis-affaire: eerst een deel online lossen, daarna naar hun printmedium doorverwezen.”
Morgen: Hoe kunnen de professionele en de academische wereld naar elkaar toegroeien?
© 2015 – C.H.I.P.S. StampMedia – tekst: Kwinten Rummens, fotomontage: Milou Verstappen