Is de kinderopvang  in Vlaanderen kwalitatief?

In een ideale wereld is het vanzelfsprekend dat de bedoelingen en de inborst van elke overheidsmaatregel eerlijk en doordacht tot stand komen. De overheid als regulerende partner die erop toeziet dat alles in functie van het belang van de burger gebeurt. Een overheid die een dienende rol heeft, zodat de belangen van de burger te allen tijde verzekerd zijn. Wij leven niet in een ideale wereld, dat is een feit.

De kinderopvang heeft verschillende functies te vervullen. De theorie is langzamerhand gekend, en de praktijk zou hiervan een weerspiegeling moeten zijn. Wie kinderopvang nodig heeft, weet dat theorie en praktijk niet altijd samenlopen en in sommige regio’s niet eens achter elkaar lopen maar gewoon haaks tegenover elkaar staan.

Vele mensen vertrouwen op de doelstellingen van de ideale wereld. Het is pas als Jan Modaal begrijpt dat hetgeen men krijgt voor het geld dat er is betaald, niet in overeenstemming is, dat er geprotesteerd wordt. Wie het eerder heeft gezien, wordt als een ambetanterik opzij gezet en is de regelneef die op alle slakken zout wil gooien. Ook de overheid weet dat zolang het verhaal ingewikkeld blijft en er sprekende argumenten zijn, bv een bedrag in de miljoenen, Jan Modaal met veel verwondering terug gaat zitten en braaf ondergaat wat hem of haar werd gezegd.

Emotioneel en pathetisch

Journalisten schrijven al lang niet meer over wat haaks staat, tenzij het zo duidelijk is dat Jan Modaal er ook wakker van ligt. Vermits maar een 5% van de werkende bevolking voorschoolse kinderopvang nodig heeft, is het logisch dat kinderopvang nu niet het onderwerp is waarvoor er honderdduizend mensen de lanen in Brussel zullen vullen al dan niet met een witte ballon in hun hand.

Het lot van de kinderen is wel een onderwerp waar Jan Modaal naar wil luisteren, vooral als het emotioneel en pathetisch wordt gebracht. Jan Modaal moet het verdriet of het leed kunnen voelen, willen ze boos naar Brussel trekken om maatregelen te vragen, zodat hetgeen gebeurde zich niet meer kan herhalen. Dat een mama geen kinderopvang voor haar kind vindt wordt door Jan Modaal wel als ‘erg’ aanzien, dit is niet van die aard dat er een vloek wordt geformuleerd en er een vuist op tafel terechtkomt. Vele mensen beseffen dat wij niet in een ideale wereld leven. En het kan ook wel eens mislopen. Iedereen kent ook wel iemand die wel een kinderopvang heeft gevonden en wel heel tevreden is van de service. 

Kim De Gelder

Toen Kim De Gelder als een moordenaar in een kinderopvang kleine kinderen kwam neersteken, was Brussel heel snel om te zorgen dat de fysieke toegang tot de opvang veilig verzekerd was, zodat een herhaling uitgesloten was. Feitelijk schoof de Vlaamse regering met deze maatregelen ook de verantwoordelijkheid van zich af, de voorzieningen moesten vanaf dat moment er zelf op toezien dat zo’n zieke geesten geen toegang meer kunnen krijgen in de kinderopvang.

Kim De Gelder, het voorbeeld van een ziek persoon, zou ook Tharik z. kunnen zijn, de negentienjarige die in Nederland met een revolver een boodschap voor de bevolking wenste voor te lezen. Niemand wil gewapende soldaten of politieagenten op straat zien rondlopen om zulke zieke eenzaten tijdig op te pakken. Onze democratische vrijheid impliceert ook dat de wapens in de kazernes blijven.

Verschil met Noorwegen

Onze overheid heeft niet zoals in Noorwegen gehandeld. In Noorwegen werden er geen extra maatregelen genomen nadat Breivik tientallen jongeren, die op een eiland verbleven, rustig afmaakte en ondertussen ook nog eens een bomauto liet ontploffen. Deze Noorse overheid wenste niet te investeren om de democratische vrijheden van de bevolking te beperken of af te schrikken, omdat zieke geesten soms heel ongezien kunnen handelen.

Wie ziek is, en overtuigd is om zulke daden te doen, zal kost wat kost zorgen dat het gebeurt. Een vals gevoel van veiligheid creëren is het ergste wat er is. Want eenmaal de bevolking doorheeft dat de maatregel niet geholpen heeft, verliest het volk tegelijkertijd ook het vertrouwen in wie deze maatregelen heeft opgesteld. De preventie tegen zulk zieke geesten gebeurt niet met gewapende soldaten en gesloten deuren met camera, maar wel bij de hulpverlening, waar deze mensen gezien worden en of zouden gezien moeten worden. In een ideale wereld zouden deze mensen tijdig gescreend en geholpen worden, maar tja, de ideale wereld,…

En in noodzaak, als de hulpverlening deze mensen niet kan screenen, omdat ze er niet komen, moeten er noodplannen bestaan, om in geval van dreigende crisis, adequaat te kunnen handelen. In Noorwegen bleek achteraf dat het politieapparaat had gefaald en dat door bezuinigingen en slecht bestuur er heel wat andere zaken, die normaal gezien in orde moesten zijn, fout liepen. Wij leven niet in een ideale wereld, in onze wereld gebeuren zulke zaken.  Dat is dan ook de prijs van het risico om democratisch vrij te zijn. Er kunnen altijd  zaken mislopen. Wij zijn ook maar mensen.

Jan Modaal trekt niet van leer tegen onvolkomenheden. Zolang er geen nadeel voor hem persoonlijk is, kan Jan Modaal met vele onvolmaaktheden leven. Pas als de fout of het gebrek hem emotioneel raakt, zal er een massale vloek en een spreekwoordelijke vuist op tafel volgen. Of, als overheden en of verantwoordelijken in gebreken blijven, binnen de maatregelen die werden afgesproken.

Wetteloosheid door de overheid

Erger wordt het als de overheid zelf haar wetten niet meer respecteert en constant oefeningen doet om het democratisch proces van regelgeving en handhaving te manipuleren om toch maar haar ideologische en economische zin te verkrijgen. In de ideale wereld ondenkbaar, in onze wereld haast dagelijkse kost.

Dat in de uitvoeringsbesluiten van het decreet kinderopvang, maatregelen staan, die regelrecht tegen het decreet en andere belangrijke wetten ingaan, kan het democratisch halfrond geen zier schelen. Het is een ministerieel besluit en dat hoeft niet eens in het parlement besproken te worden. Hiermee wordt de democratische controle ook buitenspel gezet. In een ideale wereld zou dit geen probleem moeten zijn, want dan zouden de goede bedoelingen ervoor zorgen dat alles puntgaaf in orde was. Maar tja, wij leven niet in de ideale wereld.

Rechten van het kind

Dat in een decreet kinderopvang de internationale rechten van het kind (IVK) als leidraad worden genomen is logisch. Maar, dat in de uitvoeringsbesluiten deze rechten schandelijk worden geschaad, is zelfs in een internationale context ongezien.

Artikel 3, lid 1, van dat IVK bepaalt : « Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging.»

Artikel 22bis van de Grondwet bepaalt :« Elk kind heeft recht op eerbiediging van zijn morele, lichamelijke, geestelijke en seksuele integriteit. Elk kind heeft het recht zijn mening te uiten in alle aangelegenheden die het aangaan; met die mening wordt rekening gehouden in overeenstemming met zijn leeftijd en zijn onder-scheidingsvermogen. Elk kind heeft recht op maatregelen en diensten die zijn ontwikkeling bevorderen. Het belang van het kind is de eerste overweging bij elke beslissing die het kind aangaat. De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen deze rechten van het kind ».Het vierde lid van die bepaling, dat verwijst naar het belang van het kind, is, zoals het tweede, derde en vijfde lid, het resultaat van de grondwetsherziening van 22 december 2008, die ertoe strekte de grondwettelijke erkenning van de kinderrechten te verruimen tot wat de essentie uitmaakt van het Verdrag inzake de rechten van het kind (Parl. St., Senaat, 2004-2005, nr. 3-265/3, p. 41).

De uitvoeringsbesluiten van 01/04/2014 op het decreet stellen :

De kinderrechtencoalitie stelt in haar advies :

Het decreet vermeld dat een onthaalouder maximaal 8 kinderen tegelijkertijd mag opvangen. Dit druist in tegen diverse wetenschappelijke onderzoeken en tegen de trend in andere Europese landen, waar de maximum ratio veel lager ligt. We herhalen ons standpunt dat dit dient te evolueren naar een standaard minimumverhouding van 1:4, met een absoluut maximum van 1:6 tijdens piekmomenten.

De OESO ;

Als wij de OESO-cijfers inzake de gehanteerde ratio voor het aantal kinderen van 0 tot 3 jaar per begeleider erbij halen, faalt Vlaanderen ten opzichte van alle andere  landen. 

Opvallend is dat België hier mooi scoort tussen Frankrijk en Canada, maar deze voorstelling is nooit zo geweest. De theoretische 1 begeleider op 6.5 gesubsidieerde plaatsen, was feitelijk 1 begeleider op 9 kinderen en in praktijk nog veel meer. Wie heeft deze foutieve voorstelling internationaal zo geponeerd?

Veiligheid

Hoe kunnen 3 begeleiders tussen de middag 42 kinderen veilig evacueren?

Deze situatie is zelfs voor de welzijnswetgeving onmogelijk, want deze wet (het vroegere ARAB) stelt dat er voldoende geschoold personeel (in veiligheid) aanwezig moet zijn om de evacuatie mogelijk te maken.

De inspanningsverplichting van de uitvoeringsbesluiten in art 42 berusten niet op het belang van het kind maar op het financiële  budget van de voorziening.

Jan Modaal ligt hier blijkbaar niet van wakker. Logisch, iedereen zegt dat onze kinderopvang zeer goed scoort inzake kwaliteit De internationale studies geven echter heel andere conclusies

De vergelijking met asbest

Deze discussie doet me denken aan het asbestverhaal. Asbest was het wondermiddel om huizen brandvrij te maken en werd in vele bouwtoepassingen gebruikt. Zelfs toen in 1969 een proefschrift verscheen dat het contact met asbest kankerverwekkend is, werden deze bevindingen genegeerd.

In 2005 werd in Rotterdam, op basis van het proefschrift van 1969, een bedrijfsleider schuldig bevonden aan nalatigheid, ook al was het slachtoffer nooit rechtstreeks in aanraking gekomen met asbest en was hij een bediende die zelfs geen toegang had tot de ruimten waar de asbest werd verwerkt. De rechtbank oordeelde dat Eternit reeds van 1969 voorzorgmaatregelen had moeten treffen om de werknemers en omwonenden te beschermen.

Ik stel me de vraag, als, wanneer het verband tussen schade en stress in de crèche heel duidelijk bewezen is, of de uitbaters voldoende beschermd zijn tegen claims van ouders wiens kind hierdoor in de psychische problemen is gekomen. Het is duidelijk dat nu reeds een verschil van cortisol wordt gemeten bij jongens van 15 jaar oud, tussen hen die naar de opvang zijn geweest en hen die thuis  bij de ouders en familie zijn gebleven. 

Kwaliteit

Met deze ratio kan de kinderopvang geen kwaliteit geven zoals dit bedoeld is in het decreet. De overheid geeft met het decreet een vals beeld van de realiteit. En, eerlijk, heeft u in het parlement, de Linkse of Rechtse oppositie op dezelfde wijze als dit met minister Homans het geval was horen roepen en tieren ? Terwijl het hier over de gezondheid en het welzijn van pasgeboren kinderen gaat.

Ook op het gebied van vergoedingen, de mensen die de opvang verzekeren, hebben de uitvoeringsbesluiten heel wat haken en ogen nodig gehad om ideologie en kinderopvang te maken tot een beschermkind van de achterban die zo hoognodig moet beschermd worden.

Een onthaalouder (zelfstandige statuut) krijgt veel minder uitbetaald om een kind op te vangen dan een uitbater in de groepsopvang, terwijl beiden even hard moeten werken in dezelfde context. Een onthaalouder moet een bewijs van draagkracht voorleggen. Maar, als deze zelfde onthaalouder als als kindbegeleider in de groepsopvang gaat werken, hoeft dit bewijs niet. Of een kindbegeleider die onthaalouder wordt, moet plots een bewijs van draagkracht bekomen. Waar  is de logica?

De onthaalouders verbonden aan een dienst hebben een sociaal statuut dat noch werknemer noch zelfstandige is. Omwille van de centen, want het werknemersstatuut is veel te duur.  Hier gaat de overheid tegen al haar eigen principes van gelijk loon voor gelijk werk en dezelfde voorwaarden voor wie hetzelfde werk doet in. Zelfs tegen een arrest van het Hof van Cassatie die deze vorm van apartheid en discriminatie afwijst. Als je ziet hoeveel onthaalouders er stoppen, dan is de reden wel snel gevonden.

Maar ook in de groepsopvang is het allemaal niet koosjer. De vroegere gesubsidieerden, ontvangen een veel groter bedrag, voor hetzelfde werk, dan de vroegere zelfstandigen. Dit zijn erfenissen uit het verleden. Met een dagvergoeding van 65 euro per dag zou men denken dat dit in vergelijking met andere landen, een aanvaardbare vergoeding is. Ook al is het moeilijk om een kostprijs te vergelijken binnen Europa. Elk land heeft zo haar eigen specifieke kostenvorken, waardoor de effectieve kostprijs voor het ene land heel anders kan zijn dan in het andere land. Als het wonen goedkoper en of duurder is, dan is het logisch dat andere kosten ook goedkoper of duurder zijn.  Ervan uitgaand dat in Nederland er een kostprijs van 7 euro per uur wordt gerekend voor kinderopvang waarbij er 1 begeleider op 4 of 5 kinderen is en in Vlaanderen dezelfde prijs wordt gerekend (€ 7 opvang x 9 uur) maar met 1 begeleider voor 9 kinderen, dan ziet men dat onze kostprijs het dubbele van Nederland is. 

Commercieel?

In sommige politieke partijen is de opvatting dat zorg nooit commercieel mag zijn.

Niemand in Vlaanderen zit te wachten op grote multinationals of beursgenoteerde bedrijven of mega-instituten om de zorg te besturen.

Toen ik via de kruispuntbank van ondernemingen enkele jaarrekeningen bekeek van niet-commer-ciële organisaties (vzw) die zich enkel met de zorg in Vlaanderen gelasten en zie met wat voor zijn met een vaste activa zij hun bedrijf verzekeren van winst (haast het deficit van Vlaanderen), dan stel ik me echt wel vragen. Wie is hier commercieel?

Met een eigenvermogen van €461.088.073 dat bijna een verdubbeling is van het jaar voordien dat toen €279.005.054, begrijp ik niet hoe dit zomaar kan passeren via ons democratisch halfrond.

Met dit vermogen hoefde Vlaanderen dit jaar niet eens meer te besparen. Geld dat via de zorg en onderwijs is betaald aan een vzw. Want andere activiteiten doet deze organisatie niet. Mieke Vogels heeft hierover onlangs nog een boek geschreven.

De sociale kant van de zorg zit blijkbaar in de balans van deze organisaties en niet bij de mensen die de zorg (ook de kinderopvang) ‘echt’ nodig hebben. Wie deze organisatie is, maakt niet veel uit, ik geef de eer aan onderzoeksjournalisten om de kruispuntbank eens te raadplegen.

Voor Jan Modaal is dit allemaal veel te moeilijk. Jan Modaal is gelukkig met zijn inkomen en probeert zorgeloos zijn tv avond zelf te kiezen. Voor wie verder denkt is dit een doemdenken, een moment om op de tafel te slaan, maar zoals ik begon, het is niet genoeg om de lanen in Brussel te vullen met of zonder witte ballon in de hand.

In een ideale wereld was dit niet het geval,  dan kreeg de arbeider in welk statuut dan ook, loon naar werken en werd er niet verdiend op een kap van een ander.

Conclusie

De kinderopvang in Vlaanderen hikt met een verleden dat loodzwaar op haar werking weegt. Het verleden heeft te veel gunsten gecreëerd waardoor het terugdraaien haast niet mogelijk is zonder protest van vakbonden en andere organisaties, die baat hebben bij deze gunstmaatregelen.

Ondertussen worden zowel de kinderen als de gezinnen die in moeilijkheden verkeren als de uitbaters van de zelfstandige sector als de onthaalouders gegijzeld. Want zeg nu eerlijk, wie wil er dagelijks 9 baby’s aan een stuk verzorgen, 8 uur lang? Ik daag elke politieker uit om dit een week te komen doen.

De socialistische partijleider (PVDA) in Nederland, de heer Samson, volgt nu elke week, op vrijdag, een cursus wijkverpleegkundige, omdat hijzelf wil ervaren en weten, wat voor een werk de zorg nu werkelijk inhoudt. Wij in Vlaanderen hebben ook een Samsom, maar daar zit wel een Gertje bij aan. Ik wacht op de eerste parlementariër of minister die hiervoor ook zijn nek wil uitsteken.

Het blijft voor mij een schande dat de baby’s en de kleinste kinderen van heel deze donkere politiek, het slachtoffer zijn. Een boek dat ik kan aanraden is: Wat doen we met de baby. Hopelijk duikt er nu toch eens een onderzoeksjournalist in deze materie en brengt die de zwarte zijde van ons zogezegd sociaal systeem naar voor, zodat wij voorgoed met dit spook kunnen afrekenen.