Jo Cornu vliegt er goed in: zijn NMBS moet duidelijk performances, efficiënter en dus commerciëler gaan werken. Op zich een logische doelstelling voor een topmanager, al mag hij daarbij ook de maatschappelijke doelstelling van zijn bedrijf – toegankelijk en stipt openbaar vervoer per trein organiseren – niet uit het oog verliezen.
In een recent interview spreekt spoorbaas Jo Cornu over de obstakels die in de weg staan om het spoorbedrijf rendabeler te maken. Zo zijn de ticketprijzen te laag, is de inkomst per reiziger per kilometer lager dan in onze buurlanden, staat de NMBS achter in het gebruik van automaten, online- en mobile ticketverkoop en zou er een algemeen probleem zijn met de productiviteit van de werknemers. Wetgeving en structuren laten volgens Cornu bovendien niet toe een echte commerciële strategie uit te bouwen voor de NMBS.
Non-profit
Uit gesprekken met non-profitmanagers blijkt dit een vaststelling waar wel meer organisaties mee worstelen: professionalisering en commercialisering in functie van meer efficiëntie worden ten dele gefnuikt door rigide regels, structurele verworvenheden en wetgeving. Zo geeft Fons Leroy, gedelegeerd bestuurder van VDAB, aan dat een bonussysteem voor medewerkers die goed presteren zoals dat in profitbedrijven gangbaar is, binnen de structuren van zijn organisatie niet mogelijk is.
Bij de roep tot verdere commercialisering moeten we echter wel steeds de maatschappelijke doelstelling van de non- en social profit en van de overheidssector voor ogen blijven houden. De slinger zou anders immers kunnen doorslaan, zo stellen ook enkele belangrijke non-profitmanagers die ik daarover sprak.
Doelstelling
Voor de NMBS is die doelstelling toegankelijk en stipt openbaar vervoer verzorgen. De kleinere en minder rendabele lijnen daarbij laten vallen zou vanuit commercieel oogpunt misschien logisch zijn, vanuit maatschappelijk oogpunt is het dat allerminst. Toegankelijk betekent in deze context immers betaalbaar en bereikbaar. In een maatschappelijk verhaal kunnen de meer rendabele lijnen de minder rendabele financieel dekken. Net zoals ook de lucratieve eerste klasse ten dele wordt ingezet te bekostiging van de tweede klasse.
Deze stelling houdt uiteraard niet in dat de efficiëntiewinsten die kunnen geboekt worden en die volgens studies in het geval van de NMBS 110 miljoen bedragen zonder effect voor de reiziger, moeten worden afgewezen. Doch pleit ik ervoor de maatschappelijke doelstelling steeds indachtig te houden bij de vercommercialisering van het spoor en bij uitbreiding van het openbaar vervoer: toegankelijk en betaalbaar. Prijzen verhogen is één ding, investeren vanuit de overheid is een ander. Aan de politici de keuze welke weg ze op willen.
Tom Bosman – Auteur ‘Het nieuwe non-profitmanagement in theorie en praktijk.’ (Lannoo Campus)