Foute inschattingen van de inkomsten blijven minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) achtervolgen. En dat weegt zwaar door in de begrotingsbesprekingen, waarbij CD&V hem stevig onder vuur neemt. Plus: de ‘buffer’ van 1 miljard euro om die verkeerde inschattingen op te vangen, die zouden de coalitiepartners willen aanspreken om de begroting te redden. Maar Van Overtveldt kiest de vlucht vooruit in een blog op z’n website: “De cijfers kloppen inderdaad niet.”
In een opvallende poging om de perceptie te keren dat hij en niemand anders de grote schuldige is van het begrotingstekort, komt Johan Van Overtveldt met een cri de coeur op z’n eigen website.
“De minister van Financiën kan niet tellen.” “Hij moet zijn huiswerk maken.” “Zijn cijfers kloppen niet.” Dat is zowat het mantra van de afgelopen dagen over de begroting. De minister van Financiën als verpersoonlijking van de budgettaire ontsporing. J’en ai marre. Ik heb daar genoeg van. Want, de cijfers kloppen inderdaad niet. Dat zeg ik nu al twee jaar. Net daarom heb ik wél mijn huiswerk gemaakt”, zo schrijft Van Overtveldt.
Telkens opnieuw bij begrotingscontroles blijkt dat de ramingen van Van Overtveldt er enkele honderden miljoenen euro’s naast zitten: er komen systematisch minder belastingen binnen dat ze gedacht hadden. En dat bekoopt Van Overtveldt en bij uitbreiding de N-VA dan vervolgens aan de onderhandelingstafel bij begrotingen: “Haal jij eerst maar eens je cijfers”.
“Er zit een systemische fout in”
Extra lastig voor N-VA is dat de baas van die administratie, Hans D’Hondt van CD&V-signatuur is. Veel vertrouwen is er dus niet. “Ik heb mijn administratie gevraagd om een grondige analyse te maken van hoe de inkomsten geraamd worden. En wat blijkt : daar zit een systemische fout in. Al jarenlang worden de inkomsten serieus overschat. Mijn collega’s die ook in de vorige regering zaten weten dat zeer goed”, haalt Van Overtveldt uit naar CD&V, Open Vld en MR.
En meteen voert de minister van Financiën de forcing. Hij legt meteen op tafel hoe hij die zaak, en dus ook de discussie rond de huidige ‘buffer wil aanpakken. “We kunnen 3 dingen doen :
- Doen alsof er niets aan de hand is, verder werken met verkeerde ramingen, en telkens opnieuw de minister van Financiën de schuld geven.
- Het gat dat veroorzaakt wordt door die fout elke keer opnieuw opvullen met nieuwe belastingen.
- Eindelijk de moed hebben om de cijfers aan te passen aan de realiteit. Zodat we vóór, en niet achter de feiten lopen.”
Meteen dus de andere coalitiepartners voor een blok zetten: de cijfers moeten aangepast worden. “Ik heb mijn job gedaan en aangetoond waar het probleem zit en hoe het opgelost kan worden. Optie 3, een correctie op de ramingen van de inkomsten, is de enige juiste oplossing.” En meteen is hij weer een beetje de kritische stem, die hij destijds als hoofdredacteur van Trends ook was: “Een regering die bakens verzet met broodnodige socio-economische hervormingen kan zich geen budgettaire illusies veroorloven.”
Geloofwaardigheid van Van Overtveldt
De huidige minister van Financiën is een specialist als het aankomt op begrotingen en het financiële beleid van landen. Als journalist schreef er hele boeken vol over, en heeft daarbij een héél uitgesproken mening: z’n held is en blijft Milton Friedman.
Die Friedman heeft een bloedhekel aan tekorten en rode cijfers: begrotingsdiscipline, evenwichten, de kas die moet kloppen, je vindt het allemaal terug bij hem en soortgelijke denkers, de zogenaamde ‘School van Chicago’. Van Overtveldt zag zichzelf altijd als een financiële denker uit die school. Jarenlang inhakken op de regering Di Rupo en diens voorgangers, en vervolgens overstappen naar de N-VA, leverde die laatste partij veel geloofwaardigheid op over haar financiële verhaal. Toen in de kiescampagne van 2014 Van Overtveldt naar voor werd geschoven als dé man die het economisch verhaal van de N-VA kwam uitleggen, pakte dat perfect uit voor Bart De Wever en co.
Vandaag heeft Van Overtveldt het meest te verliezen bij wankele cijfers en een wankele begroting. Zeker de systematische aanval op z’n geloofwaardigheid, “dat hij niet kan rekenen”, doet ontzettend veel pijn. Vandaar de felle uithaal, en de lijn in het zand.